Trek het beschermkapje van de canulepunt van het spoelzakje. Sluit het zakje vervolgens aan op de katheter. Open de toevoer van het zakje door de klem terug te schuiven. Door het zakje hoger te houden dan blaasniveau of voorzichtig te knijpen, loopt de vloeistof via de katheter in de blaas.
Blaasspoelen is een voorbehouden handeling die je als zorgprofessional, voor de veiligheid van de cliënt, correct moet kunnen uitvoeren.
Uro-Tainer® met natriumchloride wordt aanbevolen als blaasspoeling, om vuil en slijm weg te spoelen uit de blaas en katheter. Deze isotone vloeistof heeft een puur mechanische werking. Het voorkomt en verhelpt debrisvorming in de blaas.
c Neem een spuit uit de verpakking en laat de verpakking open liggen. d Trek met de spuit 10 - 50 ml spoelvloeistof op. e Leg de spuit terug in de geopende verpakking, zorg dat de conus steriel blijft.
Door het zakje hoger te houden dan blaasniveau of voorzichtig te knijpen, loopt de vloeistof via de katheter in de blaas. Nadat het zakje leeg is, houdt u het zakje weer lager en dan stroomt de urine vanuit de blaas weer in het zakje (sol G en sol R moeten ongeveer 2 minuten inwerken).
De spoeling blijft ongeveer 1 uur in uw blaas, zodat de medicijnen goed kunnen inwerken. U mag in die tijd niet plassen. U blijft 30-90 minuten in het ziekenhuis. Hoelang de behandeling precies duurt, hangt af van het soort blaasspoeling.
De volgende middelen kunnen worden gebruikt: fysiologisch zout, Solutio G en Solutio R. Alle genoemde oplossingen zijn verkrijgbaar in wegwerpzakjes.De Solutio G en Solutio R zijn zure spoelmiddelen. Deze zijn in het algemeen beter in staat neerslag en vooral steenbeslag op te lossen.
Eerst wordt de blaas geleegd met een katheter. Vervolgens brengt de verpleegkundige een kleine hoeveelheid (50 ml) van de vloeistof in uw blaas. Hierna gaat de katheter er weer uit. Het medicijn heeft een optimale werking als deze 2 uur in de blaas blijft.
De meeste patiënten verdragen blaasspoelingen probleemloos. Als er toch bijwerkingen optreden, beperken deze zich gewoonlijk tot klachten van de blaas zoals frequente aandrang om te plassen, pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en plasbuis, moeite met ophouden van de urine, bloed of weefseldeeltjes bij de urine.
Thuis kunt u de blaas spoelen met kraanwater.
Als je de NACL 0,9% niet in de katheter kan krijgen of de vloeistof loopt niet terug, dan moet de katheter verwijderd worden en een nieuwe ingebracht worden. Knip de katheter eventueel los, om te kijken wat de reden is van de verstopping.
Solutio R is een spoelvloeistof met een hogere zuurgraad dan Solutio G/Suby G. Spoel hiermee niet langer dan twee weken1, omdat de hoge zuurgraad van Solutio R de blaaswand kan irriteren.
Omdat ik zoveel met deze groep patiënten werk, was ik direct enthousiast over het innovatieve product uit Hongarije, om een blaasspoeling te kunnen doen zonder katheter. Sinds twee jaar is dit alternatief beschikbaar en heet ialuadapter. Deze adapter is een mini katheter/adapter die 7 mm de urethra wordt ingebracht.
Continu blaasspoelen wordt vaak toegepast na een blaasoperatie. Meestal brengt de arts de katheter direct na de operatie in. Na een blaas- of prostaatoperatie wordt vaak gespoeld met een fysiologische zoutoplossing.
Actief of passief
Bij passieve blaasspoeling wordt meestal een gesloten systeem gebruikt om een volle blaas te voorkomen en omdat de hulpverlener die de spoeling toedient anders heel lang bij de patiënt moet gaan staan. Bij passief spoelen is er meestal een afgesproken inwerktijd.
De vloeistof dient 5 minuten in de blaas geïnstilleerd te blijven.
Blaasspoelen is een risicovolle handeling die je als verpleegkundige correct moet kunnen uitvoeren. Wanneer blaasspoelen onbekwaam en onzorgvuldig gebeurt, komt de veiligheid van de patiënt in het geding. Het is belangrijk om te weten in welke situaties je wel of juist niet mag blaasspoelen.
Na de blaasoperatie
Uw blaas wordt continu via een katheter gespoeld met een zoutoplossing om stolselvorming te voorkomen. Zodra uw urine helder is, kan de blaasspoeling met MMC plaatsvinden. Deze spoeling vindt binnen 24 uur na de operatie plaats.
Bijwerkingen van een blaasspoeling
Na de blaasspoeling kun je last hebben van bloed in je urine. Ook kan het plassen pijnlijk zijn en moet je misschien vaker plassen dan je gewend bent. Maar er zijn meer bijwerkingen mogelijk, zoals jeuk.
De meeste patiënten verdragen de blaasspoelingen probleemloos. Het inbrengen van de katheter kan gevoelig zijn en u kunt het gevoel hebben meer te moeten plassen dan normaal. De dag na de spoeling kunt u een wat branderig gevoel hebben bij het plassen. In principe zijn er geen bijwerkingen te verwachten.
Soms is spoelen dan een betere oplossing dan een nieuw katheter. Dit kun je doen met water met fysiologisch zout. Dit laat je kolken, waardoor de gruisjes in de blaas losgespoeld worden en mee naar buiten spoelen. Dit mechanisch spuiten doe je drie keer per week, en knijp je via het katheter naar binnen.
Na 15 tot 30 minuten opent u de slang (naar het spoelzakje toe) waardoor de vloeistof weer uit de blaas in het spoelzakje kan lopen. Is het zakje weer gevuld met de vloeistof dan schuift u de klem er weer op en koppelt u de katheter weer aan de katheterzak.
De duur van een spoeling (regeneratie) van een AquaCell is afhankelijk van de (voor)druk in de waterleidingen. Door de bank genomen duurt dit 15 minuten maar het kan zo snel gaan als 11 minuten bij een hoge voordruk en zo langzaam als 20 bij een vrij minieme voordruk in de waterleidingen.
Een verblijfskatheter kan maximaal 10 tot 12 weken blijven zitten, afhankelijk van het materiaal. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak. Zo kan de urine goed afgevoerd worden.