Werpen, de vis kan vanaf het strand best ver weg zitten, waardoor je dus een aardig eindje moet kunnen werpen, denk dan aan een meter of 100. Vanaf een dijk heb je sneller de kans om in diep water te werpen omdat het water meteen al dieper is vanaf de plaats gezien waar je werpt.
De bekendste manier van zeevissen is vanaf het strand, een dijk of een havenhoofd met een strandhengel, een lijn met beaasde haken en een werplood. Je kunt echter ook zeevissen met kunstaas en zelfs met een dobber. Je vind hier alle informatie die je nodig hebt om aan de slag te gaan met het zeevissen vanaf de kant.
Veel vissers zoeken rond het laagste tij het strand op; het moment dat je het dichtst bij de diepere (vaar)geulen kunt komen. Je kunt bijvoorbeeld van twee uur voor, tot twee uur na laagwater vissen. Vreemd genoeg zijn er ook strandstekken die meer richting hoogwater de beste vangsten noteren.
Met hoeveel gram lood vis je vanaf het strand? Je kan vanaf het strand vissen vanaf 150 tot 225 gram lood.
Een goede werphengel: een strandhengel vanaf land, een boothengel vanaf de boot. De perfecte werpmolen: een zeemolen die bestand is tegen zout water. Het juiste aas voor de vis die je wilt vangen: leer waar een vis op jaagt. Handige accessoires: een visstand om vissen te onthaken en een fileermes om later te genieten.
Gevlochten draad zijn sterke lijnen voor de boot- en strandvisserij. Gevlochten draad wordt in verschillende visserijen gebruikt. Bij de zeevisserij is deze lijn goed inzetbaar voor het vissen op de boot of op het strand. Door zijn hoge trekkrachten en schuurbestendigheid wordt dit de lijn bij uitstek genoemd.
ALLES OVER WORMEN, hoe er mee te vissen en… zelf te kweken. Worm en mestpier, aas bij uitstek. Met een worm of mestpier als aas kun je eigenlijk heel veel vissoorten vangen. Er zijn zelfs vissoorten bij zoals zalm, zeeforel en forel waarbij het verboden is om een worm als aas te gebruiken.
Hoe zwaar moet je lood zijn dat je meeneemt naar de waterkant? Met wat verschillende ankerloodjes tussen de 150 gram en de 200 gram zit je meestal wel goed. De meeste strandhengels kunnen dit wel aan. Ga je zwaarder vissen, check dan of je hengel dit wel aan kan.
Talloze stranden, dammen, strekdammen, pieren en havens kan je gebruiken om te zeevissen. De vissoorten die je met deze manier van hengelsport vangt zijn wijting, gul, paling, zeebaars, bot, schol, tong, makreel en haring. Op de meeste plaatsen waar je gaat zeevissen zal je wel een eindje in moeten gooien.
Hotspots waar je altijd zeevissers treft zijn pieren en havenhoofden die ver in zee steken zoals die van Scheveningen en IJmuiden. Ook golfbrekers en paalhoofden op het strand zijn goede visstekken. Ga je gericht op zeebaars vissen, kies dan de plekken waar veel stenen zijn gestort.
Strandvissen, of vissen in kanalen en waterwegen doe je met een lange strandhengel van minimaal 390 cm, maar beter is 420 cm, of 450 cm om ver te kunnen werpen. De strandhengel moet een flink stuk lood kunnen wegzetten, tot 200 gram.
Voor het vissen op zeevissen raden we vrij dikke en sterke haken aan, tussen de 2/0 en 5/0. Vergis je niet in het belang van sterke haken, zowel kabeljauw als makreel zijn vrij stevige vissen die van een te dunne haak snel weten te ontsnappen.
De herfstmaanden oktober en november markeren de overgang van zomervis naar wintervis. Je kunt nu nog zomergasten zoals zeebaars en tong vangen, maar inmiddels melden zich ook winterklanten als schar en wijting. Wij zetten de verschillende zeevissen op een rijtje die je in deze periode kunt vangen.
Lichte regen in combinatie met een hoge temperatuur is de beste combinatie. Door de lichte regen vertroebelt het water waardoor vissen je minder goed kunnen zien. Ook zorgt lichte regen ervoor dat insecten in het water terecht komen. Harde regen heeft een negatief effect op de vissen.
Februari: heek, leng, makreel, pijlinktvis (calamar), poon, rog, schar, schelvis, tarbot, zeebaars, zeeduivel. Maart: leng, pijlinktvis (calamar), poon, rog, scharretong, tarbot, zeebaars, zeeduivel. April: pijlinktvis (calamar), poon, roodbaars, zeebaars. Mei: roodbaars.
In de visserijzonde, de kustwateren en het zeegebied heeft u voor het vissen met hengels geen toestemming van de visrechthebbende of een vergunning nodig.
Grofweg van mei tot november kun je langs de Nederlandse kust achter de zeebaars aan – augustus, september en oktober zijn overigens wel de absolute topmaanden. Zeebaarzen kan met een zager onder de dobber, maar veel gaver is natuurlijk actief met kunstaas.
Het vissen op zeebaars begint daarom altijd met de getijdentabel. Het belangrijkste is natuurlijk wanneer het hoog of laag water is. Maar even belangrijk is het hoogte verschil tussen de twee waterstanden. Hoe groter het verschil, hoe feller de stroming en hoe beter voor het vangen van zeebaars.
Lijndikte advies
Kust/Strandvissen: onder normale omstandigheden is 0.30 t/m 0.40mm voldoende. In combinatie met een voorslag van ongeveer 0.50mm kan je ook plekken met obstakels aan.
Bootmolens koop je gemiddeld in maat 5000 of 6000, met een sterke as en een lagere inhaalsnelheid. Strandmolens zijn vaak het beste met een grote ondiepe longcast spoel in maat 8000.
Wat betreft de keuze voor het lood om mee te zeevissen is het goed om lood te kiezen waar je ver mee kan werpen en dat niet snel wegstroomt. Ankerloden worden daarom best veel gebruikt. Een ankerlood van een gram of 125 of 150 kan je ver werpen en de haken zorgen dat het lood niet snel afdrijft.
Het RIVM heeft berekend hoeveel vis (wijting, bot, spiering en zeebaars), garnalen, oesters, mosselen uit de Westerschelde je kan eten. Vanwege de hoeveelheid PFAS die producten uit de Westerschelde bevatten is het advies om van deze vissoorten zo min mogelijk te eten. Een enkele keer kan geen kwaad.
Zagers hebben flinke kaken waar- mee ze venijnig kunnen bijten. Voor platvis rijg je de zager in zijn geheel over de haak, maar voor de zeebaars prik je hem alleen door zijn kop heen.
Wil je meer kans op visvangst? Ga dan 2 á 3 uur voor het hoogwater vissen tot ongeveer 2 uur na hoogwater. Natuurlijk kun je ook op elk ander getij gaan vissen. Dat is aan jezelf: het is absoluut geen regel.
