Als het linkerdeel van een samenstelling een versterkende betekenis heeft en het geheel is een bijvoeglijk naamwoord, schrijven we -e. Het gaat om deze woorden en andere die op dezelfde wijze worden gevormd: apetrots, apezat. beregoed, beresterk, beretrots.
Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van het woord alleen een meervoud heeft dat op 'en' eindigt. Voorbeelden: Krantenbericht (meervoud: kranten) Pannenkoek (meervoud: pannen)
Versteende samenstellingen krijgen volgens de officiële regels geen tussen-n. Andere voorbeelden zijn bruidegom, schattebout en ukkepuk.
'Huilebalk' is namelijk een samenstelling van de woorden 'huilen' en 'balken', met dat laatste woord in de betekende 'krijsen, huilen' (dus niet het balken wat een ezel doet... Ah, de beelden). Die twee woorden hadden als doel gewoon elkaar te versterken. De eerste vondst van dit woord komt uit 1612.
Schrijf ook geen tussen-n als het eerste deel van de samenstelling: geen meervoud heeft: rijstepap, roggebrood. een werkwoord is: spinnewiel, huilebalk. een bijvoeglijk naamwoord is: goedemorgen, blindedarm.
Het woord spinnewiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Seconde is een hoeveelheidsaanduidend zelfstandig naamwoord dat in het meervoud staat als het in een meervoudige betekenis wordt gebruikt. Als meervoud van seconde is zowel seconden als secondes correct. Ongeveer tien seconden later wordt het scherm uitgeschakeld.
de nachtegaal
Verbuigingen: nachtegalen (meerv.) Hoe kun je met nachtegaal een ander begrip versterken? zangvogel Jaar van herkomst: 1240 (Bern. )
Het woorddeel -gaal in nachtegaal is afgeleid van het oude Germaanse werkwoord *galan, dat 'schreeuwen; zingen' betekent. ¹ Het is verwant met galmen en gillen. Nachtegaal betekent dus 'nachtzanger'. De nachtegaal heet zo omdat hij ook, maar niet uitsluitend, in het donker zingt.
Als het linkerdeel van een samenstelling een versterkende betekenis heeft en het geheel is een bijvoeglijk naamwoord, schrijven we -e. Het gaat om deze woorden en andere die op dezelfde wijze worden gevormd: apetrots, apezat. beregoed, beresterk, beretrots.
Tussen-n: de officiële regel
De officiële regel voor de tussen-n is als volgt: Schrijf een tussen- n als het eerste deel van het woord ( pan) alleen een meervoud op -en heeft (pannen) en niet (ook) op –es (pannes is fout). Dus: pannenkoek.
Waarschijnlijk is iets soortgelijks gebeurd met 'ape-' in de samenstellingen 'apetrots' en 'apestoned'. Hier heeft 'ape-' nooit een letterlijke betekenis gehad, maar altijd als versterkend voorvoegsel gediend. Als voorbeeld diende 'apezat', dat reeds in de achttiende eeuw gemeengoed was.
Als het linkerdeel een versterkende betekenis heeft en het geheel een bijvoeglijk naamwoord is, schrijf je een –e-: beresterk, boordevol, reuzeleuk. Soms zijn de delen waaruit een woord is samengesteld niet meer te herkennen, of is een woord eigenlijk helemaal geen samenstelling.
Ruggespraak is een zogenoemde 'versteende samenstelling'. Daarin schrijf je geen tussen-n. Ruggespraak is geen 'gewone' samenstelling die bestaat uit rug en spraak. Het is een leenvertaling van het Duitse Rücksprache, dat 'het naar achteren spreken' betekent.
de context
(m.) Verbuigingen: contexten (meerv.)
Het woord angstaanjagend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
De seconde, met symbool s, is de eenheid van tijd in het Internationaal Systeem van de eenheden (SI). Ze wordt gedefinieerd als de vaste numerieke waarde van de frequentie van cesium ΔνCs.
In gewone, niet-wetenschappelijke teksten wordt minuut afgekort als min., met een afkortingspunt. Voeg de bouillon en de citroenblaadjes toe en laat de saus 30 min. sudderen.
Eventuele notatie van fracties van seconden schrijft men decimaal achter de seconden, dus gescheiden door een komma. Bijvoorbeeld "0,75 sec." om driekwart seconde weer te geven of "11:05,75 min." om (een duur van) 11 minuten, 5 seconden en 75 honderdste seconde aan te geven.
Soms schrijven we niet -en maar -e, bijvoorbeeld in ziektekiem, secondewijzer, zonneschijn. Dat hangt af van de kenmerken van het linkerdeel van de samenstelling, in de voorbeelden dus de kenmerken van de woorden ziekte, seconde en zon.
Wanneer het linkerdeel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat wel eindigt op een toonloze /ə /, schrijven we in sommige gevallen ook -en. Als een zieke zorg krijgt is dat ziekenzorg. Soms schrijven we niet -en maar -e, bijvoorbeeld in ziektekiem, secondewijzer, zonneschijn.
Aspergesoep maak je door asperges te koken in een bouillon. Vaak gebruik je zowel de schillen als de hele asperges, alleen de schillen laat je wat langer koken dan de asperges. De soep giet je vervolgens af waardoor je de schillen kunt opvangen en een bouillon overhoudt. Dan heb je een heldere aspergesoep.