Het kommagetal dat bij het percentage 37,5% hoort is dus 0,375. Het percentage dat bij het kommagetal 0,375 hoort is dus 37,5%.
In een kommagetal staan achter de komma eerst de tienden, dan de honderdsten dan de duizendsten enzovoort. 8,6 betekent dus 8 helen en 6 tienden. We zeggen: acht komma zes of acht zes tienden. 4,28 betekent dus 4 helen, 2 tienden, en 8 honderdsten.
Elk stukje van 0,1 is een tiende en staan op de eerste plek achter de komma. Een tiende kun je ook weer in tien stukjes verdelen. Elk stukje van 0,01 is een honderdste en staan op de tweede plek achter de komma.
Er is geen harde regel voor het schrijven van getallen in cijfers of letters. De vuistregel is dat we in lopende tekst de getallen onder de twintig, de tientallen en de ronde getallen daarboven in letters schrijven. De andere getallen schrijven we doorgaans in cijfers.
Voor elk cijfer dat de deler (0,2) achter de komma heeft, schuift de komma in de uitkomst een plaats naar naar rechts. In het getal 12 staat geen komma, maar 12 is hetzelfde als 12,0 en daarin staat wel een komma.
Kies op het tabblad Start in de groep Lettertype het startpictogram voor het dialoogvenster Lettertype. Ga naar het tabblad Lettertype en schakel onder Effecten het selectievakje Superscript of Subscript in.
Bedragen worden gewoonlijk met twee decimalen uitgedrukt: € 5,95, € 34,50. Een bedrag afgerond op hele euro's eindigt op twee nullen, maar die worden in Nederland meestal vervangen door een koppelteken of een iets langere liggende streep. (1a) Eén lot kost € 5,00.
Laten we eens kijken of we 0,15 kunnen schrijven als een breuk. Het belangrijkste is dat je bekijkt op welke plek de getallen staan. De 1 staat op de plek van de tienden. Dus je kunt dat ook zien als 1 keer 1/10.
9/10 = 0,9.
Omrekenen van breuk naar kommagetal
= 3 : 4 = 0,75.
2/5 deel is 40% en is ook 0,40. (De nullen achteraan een kommagetal mag je weglaten. Je kunt de 0,10 en 0,40 dus ook veranderen in 0,1 en 0,4.
2½: tweeënhalf, twee en een half. 5½: vijfenhalf, vijf en een half.
Als je de breuk hebt vereenvoudigd, dan heb je de uitkomst van de som. In dit geval is 0,60 gelijk aan de breuk 3⁄5 . Bepaal het kommagetal.
Eén euro schrijf je als €1,00. Eén eurocent is één honderdste deel van €1,00, dus €1,00 : 100 = €0,01. Twee euro schrijf je als €2,00.
Antwoord. Voor negatieve bedragen is het aan te bevelen € -12 te schrijven. Gaat het niet om een negatief bedrag maar om een korting, dan is – € 12 aan te raden.
Het is gebruikelijk om getallen tot twintig, tientallen en honderdtallen in letters te schrijven: zeven, dertien, twintig, dertig, tachtig, honderd, vierhonderd. Andere getallen en bijvoorbeeld data, jaartallen, temperaturen en percentages zijn vaak in cijfers: 42, 134, 50 procent, sinds 2005, 14 ºC.
Geen sneltoets hiervoor. Selecteer de ³ uit het `Speciale tekens` venster. (alt⌥ + cmd⌘ + T) Bij MS-Word kan het via `Insert → Symbol → Advanced Symbol` of `Invoegen → Symbolen → Meer symbolen`.
Als u een sneltoets wilt gebruiken om te schakelen tussen kleine letters, HOOFDLETTERS en Hoofdlettergebruik van elk Woord, selecteert u de tekst en drukt u op Shift + F3 totdat het juiste hoofdlettergebruik is toegepast.
Het percentage dat bij het kommagetal 0,375 hoort is dus 37,5%. . Je kunt deze breuk eenvoudiger opschrijven. Je kunt de teller en de noemer namelijk allebei delen door 4.
36 : 4 = 9 100 : 4 = 25 9/25 kun je niet verder vereenvoudigen, dus 0.36 is hetzelfde als 9/25.
⁄4 is een veelvoorkomende breuk, die gelijk is aan het kommagetal 0,25. Als je dit weet kun je ook uitrekenen welk kommagetal gelijk is aan 3⁄4 . Tip!