Bacteriën en archaea reproduceren zich voornamelijk door binaire deling. Dat houdt in dat ze zich simpelweg delen in twee identieke cellen. Als de omstandigheden precies goed zijn, delen sommige bacteriën zich in slechts twintig minuten. Na tien uur heeft één bacterie zich dan gedeeld in een miljard bacteriën.
Bacteriën planten zich voort door middel van deling en hebben hun eigen stofwisseling. Deze delingen gaan erg snel, waardoor een bacterie zich dus ook erg snel kan voortplanten. Tijdens de deling verdubbelt de bacterie zijn genetisch materiaal en splitst hij zich in tweeën.
Wat doen bacteriën? Ze groeien en vermeerderen zichzelf door middel van deling. Hoe beter de milieuomstandigheden voor de bacterie zijn, des te sneller ze groeien en delen. Iedere deling betekent dat er uit één bacterie twee nieuwe ontstaan, die zich ieder ook weer in tweeën delen.
Om zich voort te planten moet er een zaadcel bij een eicel komen, net als bij dieren. De meeste planten hebben in de bloem een stamper (het vrouwelijke deel) en daaromheen meeldraden (het mannelijke deel). Deze meeldraden produceren stuifmeel (pollen).
Een bacterie kan zijn genetisch materiaal verdubbelen en vervolgens zichzelf in tweeën splitsen (binaire deling). Als de omstandigheden precies goed zijn, delen sommige bacteriën zich in slechts 20 minuten. Na 10 uur heeft deze ene bacterie zich dan gedeeld in een miljard bacteriën.
Wat is nodig voor groei van micro-organismen? Micro-organismen hebben meestal de volgende drie factoren nodig om zich te kunnen vermenigvuldigen: vocht, voedsel en een goede temperatuur. Wanneer die drie condities aanwezig zijn (en dat is bij veel arbeidsprocessen het geval) kunnen de micro-organismen welig tieren.
De bacteriën verplaatsen zich door direct contact of via voorwerpen. Alleen als bepaalde resistente bacteriën bij u in de luchtwegen zitten, kunt u deze door de lucht (hoesten) verspreiden. Bij een ziekenhuisopname wordt u in isolatie verpleegd om verspreiding van deze bacteriën naar andere patiënten te voorkomen.
Bacteriën kunnen zich dan niet seksueel voortplanten, maar ze kunnen onderling wel genetische informatie uitwisselen. Door middel van een pilus maken twee bacteriën contact met elkaar en wisselen genetisch materiaal uit. Dit heet conjugatie. Sommige bacterieën nemen ook simpelweg DNA op dat in hun omgeving ronddrijft.
Geslachtelijke voortplanting kan voorkomen na zelfbestuiving en na kruisbestuiving. In het geval van zelfbestuiving wordt de eicel bevrucht met een stuifmeelkorrel van dezelfde plant. In het geval van kruisbestuiving komen de eicel en de zaadcel van verschillende planten.
Om zich voort te planten maken schimmels sporen, kleine zaadjes. Bij een ongeslachtelijke voortplanting vormen de sporen zich aan de hyfen en laten vervolgens los. De sporen verspreiden zich en als de omstandigheden goed zijn, kan een nieuwe schimmel ontstaan uit de spore.
Bacteriën kunnen zich op verschillende manieren voortbewegen. Om in beweging te komen zijn hulpstukken nodig, zoals haarvormige structuren op het celoppervlak van de bacterie. Korte, dunne 'haartjes' die over het gehele oppervlakte van sommige bacteriesoorten aanwezig zijn, worden ook wel pili genoemd.
Bacteriën eten eigenlijk alles. Denk aan dode dieren en planten. Ze nemen daarvan kleine deeltjes op in hun eigen cel. Sommige bacteriën leven als parasieten op levende wezens, zoals teken.
Micro-organismen zoals bacteriën vermenigvuldigen zich het beste tussen de 18 °C en 40 °C. Bij de ideale temperatuur en voedingsbodem kan in acht uur tijd één bacterie uitgroeien tot 128.000.000 bacteriën. Micro-organismen zoals bacteriën vermenigvuldigen zich het beste tussen de 18 °C en 40 °C.
Hoewel ze tot de bacteriën behoren doen ze net als planten aan fotosynthese. Hiervoor gebruiken ze chlorofyl (bladgroen), een erg complexe molecule die koolstofdioxide met behulp van zonlicht en water omzet in zuurstof en voedingsstoffen (vooral suikers).
Bacteriën zijn piepkleine organismen: ze bestaan uit 1 cel. Maar die cel kan zichzelf wel delen. Die cellen delen zich ook weer, dat gaat een tijdje zo door, en in een mum van tijdjes heb je een heel cellencomplex. Sommige bacteriën hebben ons lichaam nodig om te leven, maar zijn niet schadelijk.
Het grootste voordeel van bacteriën in de bodem is voor een teler de afbraak van organisch materiaal waaruit voor de plant opneembare nutriënten ontstaan. Daarnaast hebben sommige bacteriesoorten de mogelijkheid stikstof te binden en dragen ze bij aan het vormen van stabiele aggregaten die de bodemstructuur verbeteren.
De meeste dieren planten zich voort door middel van geslachtelijke voortplanting. De kern van een zaadcel (mannelijke geslachtscel) versmelt zich met de kern van een eicel (vrouwelijke geslachtscel). Ook bij dieren ontstaan de geslachtscellen door middel van meiose.
Voortplanting of reproductie is het proces waarbij organismen zorgen voor nageslacht, met als gevolg het voortbestaan van de populatie en de soort. Bij meercellige organismen hebben een levenscyclus, waarin voortplanting wordt afgewisseld met fasen van groei en ontwikkeling.
De aller primitiefste organismen, waarmee het leven op aarde begon, plantte zich allemaal ongeslachtelijk voort. Ergens in de evolutie is de geslachtelijke voortplanting ontstaan. Bij geslachtelijke voortplanting ontstaat het nageslacht na versmelting van speciale voortplantingscellen. Ook wel gameten genoemd.
Bacteriën hebben een enkele chromosoom. Maar daarnaast hebben ze nog veel meer DNA in de vorm van plasmiden. Een plasmide is een cirkelvormige stukje DNA. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen er wel duizenden plasmiden in een cel zitten.
Bij de generatieve of geslachtelijke voortplanting gebeurt de vorming van nakomelingen door middel van zaad (bijv. bloemen) of door middel van sporen (bijv. varens). Men noemt deze manier van voortplanting geslachtelijk omdat bij de vorming van het zaad of sporen de beide geslachten een rol hebben gespeeld.
- In de bacteriële wereld komt echter wel degelijk uitwisseling van erfelijke eigenschappen (DNA) voor. Dit wordt ook wel horizontale genoverdracht genoemd. - Er zijn 3 basisvormen van uitwisseling van DNA tussen bacteriën: conjugatie, transductie en natuurlijke transformatie.
leven zonder kern
Bacteriën zijn levende wezens. Dat betekent onder andere dat ze bewegen, eten, groeien, zich voortplanten en afvalstoffen afscheiden. Ze behoren tot de prokaryoten (uit het Griekse 'pro' (voor) en 'karyon' (kern)). Dit betekent dat ze geen celkern hebben.
Bacteriën planten zich voort door binaire deling. De bacterie deelt zich in twee cellen zodanig dat de celinhoud van elke nieuwe cel of dochtercel dezelfde is als de moedercel. Er zijn bacteriesoorten die zich onder gunstige omstandigheden elke 20 minuten kunnen delen.
Infecties die worden veroorzaakt door bacteriën, kunnen worden bestreden met antibiotica. Ze doden de bacteriën of remmen hun groei. Als een antibioticum regelmatig tegen een bacterie wordt gebruikt, kan die bacterie resistent worden. Dat wil zeggen dat de bacterie dan niet meer gevoelig is voor het antibioticum.