Onze voorouders zijn allemaal uitgestorven. Ooit waren er veel verschillende mensachtigen, zoals de Homo erectus, de Homo naledi en de Homo neanderthalensis. Nu is de moderne mens, de Homo sapiens, de enige nog levende mensensoort. Onze oervoorvader van al het leven op aarde was een eencellige en wordt LUCA genoemd.
Sommige historici hanteren het moment waarop mensen gereedschap begonnen te gebruiken als beginpunt. Volgens die definitie zou de prehistorie duren van 2,5 miljoen jaar geleden tot 100 voor Christus. Oude Steentijd (Paleolithicum - 2,5 mln tot 10.500 v.C.) Middensteentijd (Mesolithicum - 10.500 tot 5.300 v.C.)
Homo habilis is een uitgestorven mensensoort die 2,3 tot 1,5 miljoen jaar (Ma) geleden in Oost-Afrika leefde. De eerste fossielen van Homo habilis werden in 1959 in de Olduvaikloof van Tanzania gevonden. In 1964 werd de soort benoemd. De naam betekent "de handige mens".
Ze leefden van de jacht en verzamelden voedsel in de bossen. Ze hadden geen vaste woonplaats, maar trokken achter de kuddes rendieren aan.
Een enkeling haalde de veertig, maar dat waren uitzonderingen. In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam.
Compleet. Lucy was 110 centimeter lang en woog ongeveer 27 kilo. Haar botten werden in 1974 in Ethiopië gevonden. De naam Lucy kreeg ze omdat het onderzoeksteam tijdens de vondst het bekende Beatle-nummer Lucy in the sky with diamonds draaide.
De allervroegste voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten. Net als de planteneters die er vandaag de dag rondlopen hadden ze grote, brede kaken. Dat begon te veranderen toen de eerste oermens met het predikaat homo – homo habilis – ten tonele verscheen.
De huidige Noordzee was voor een groot deel land. Op de kaart 9.000 voor Christus zien we dat Nederland een zandgebied was met een aantal stuwwallen uit het Pleistoceen. Dankzij vondsten als harpoenenwerktuigen weten we dat jagers en verzamelaars dit gebied bewoonden. Maar hun invloed op de natuur was beperkt.
Nu blijkt dus echter dat de gemiddelde lengte van mannen in ieder geval in Noordwest-Europa in de eerste helft van de Middeleeuwen maar liefst 173,4 centimeter was - met een record van 176 centimeter in Zweden.
Wetenschappers zijn er vrijwel zeker van dat die menselijke eigenschap zich veel later ontwikkelde. Hoogstwaarschijnlijk is wel dat de oermens communiceerde met stemgeluiden, net zoals andere primaten, alleen dan óók met de hoge tonen die een uiteindelijke ontwikkeling van taal mogelijk hebben gemaakt.
Gorilla's, chimpansees, orang-oetans, bonobo's en gibbons lijken het meest op mensen. Daarom worden deze soorten mensapen genoemd. Mensapen hebben geen staart. Ook hebben ze een kortere rug en een breder lijf dan andere apensoorten.
Van alle apen lijken bonobo's het meest op mensen. Onze genen zijn voor ruim 98,6% hetzelfde!
De mens is aan beide aapsoorten dan ook evenzeer verwant: onze genen komen voor ongeveer 98% overeen met zowel de bonobo als de chimpansee.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Dat blijkt uit een studie van de Universiteit van Tel Aviv. Mensen waren vroeger dus 'hypercarnivoren', waardoor hun dieet uit minstens 70 procent vlees bestond.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
De resten van 'Lucy' (Australopithecus afarensis) werden in 1974 in Ethiopië teruggevonden. Lucy leefde zo'n 3,18 miljoen jaar geleden en is één van de oudste, meest complete skeletten van een volwassen rechtop lopende voorouder van de mens.
Lucy de Australopithecus veranderde dit beeld. Deze mensaap liep immers ook al rechtop. Na bestudering van het middenvoetsbeen van Lucy concludeerden onderzoekers dat de Australopithecus afarensis waarschijnlijk vooral op de grond leefde. Later zijn er ook nog resten gevonden in Tanzania en Kenia.
Een van de oudste en meest complete menselijke voorouders, Lucy, stierf waarschijnlijk door een val uit een boom. De rechtop lopende mensachtige is volgens de onderzoekers van zo'n 15 meter hoogte naar beneden gevallen.
Okinawa in Japan, Ikaria in Griekenland, Ogliastra in Sardinië, Loma Linda in Californië en het Nicoya-schiereiland in Costa Rica zijn de vijf plekken op aarde waar de meeste inwoners van 100 jaar of ouder gezond en wel door het leven gaan.
De levensverwachting bij geboorte bedraagt op dit moment 80 jaar voor mannen en 83 jaar voor vrouwen. Het bereiken van een leeftijd van rond de tachtig is tegenwoordig dus heel normaal. En een op de vier mensen wordt ouder dan 90.