In mei of juni wordt na een draagtijd van 210 tot 240 dagen één kalf geboren.
Ganzenkuikens worden geboren uit bevruchte ganzeneieren die worden uitgebroed. Dit uitbroeden duurt ongeveer vier weken. De vrouwtjesganzen maken eerst een nestje op de grond, dat ze bekleden met dons. Dit dons plukken ze uit hun eigen borst.
Na een draagtijd van drie maanden worden er gemiddeld twee tot drie welpen geboren. De welpen wegen bij de geboorte minder dan één kilo en hebben hun oogjes nog dicht. De moeder verstopt de welpen als ze gaat jagen.
Het rendier behoort tot de hertachtigen. Meestal dragen alleen de mannetjes, de bokken, een gewei. Dat is bij het rendier anders, daar heeft ook het vrouwtje, de hinde, een gewei. Het gewei van de bok is wel een stuk groter.
Je noemt een baby-nijlpaard een kalf en ze wegen ongeveer 40 kilo bij de geboorte. Echte nachtdieren worden ze niet genoemd, maar nijlpaarden zijn 's nachts toch wel flink actief. Op zoek naar voedsel trekken ze erop uit als de zon ondergaat. Als het ochtend is, keren ze weer terug naar hun stekkie in het water.
Een jonge giraffe heet een kalf. Na een draagtijd van veertien tot vijftien maanden wordt een giraffekalf geboren. Een jong wordt geboren terwijl de moeder rechtop staat of soms loopt. Zodra het jong geboren is, valt het wel twee meter naar beneden!
Mannelijke ezels heten ezelhengsten. Vrouwelijke ezels ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.
Rendieren zijn de enige herten waarbij zowel de mannetjes als de vrouwtjes een gewei dragen. Het is geen toeval dat het mannetje zijn gewei nu al heeft afgeworpen, terwijl de vrouwtjes dit pas een tijdje later doen. In het wild leven bosrendieren in Finland en delen van Rusland.
En hoe zit het dan met Rudolph? We hebben het nog niet gehad over het beroemdste rendier van allemaal: Rudolph the red nosed reindeer!
Bij vrouwtjes (koeien) loopt deze kleur over tot bij de staart. Volwassen mannetjes (stieren) hebben een baard en een gewei.
De baby van een tijger noem je een welp. Per keer krijgt een moedertijger tussen de 2 - 7 welpen.
De paartijd valt bij de lynx in het begin van de lente. Mama lynx is ongeveer 70 dagen zwanger van haar jonkies. Eind mei worden ze geboren, 1 tot 4 per worp. De welpjes wegen bij hun geboorte maar 300 gram en zullen bijna een heel jaar lang bij mama blijven.
Het wijfje verdedigt haar welpen zeer fel tegen iedere indringer, inclusief de vader. Na twee weken openen de jongen hun ogen en zes maanden later gaan ze voor het eerst met de moeder mee op jacht. Wanneer de welpen ongeveer twee jaar oud zijn verlaten ze hun moeder, en gaan dan op zoek naar een eigen jachtgebied.
Bekende welpen zijn de jongen van wolven, tijgers en leeuwen, maar ook het jong van bijvoorbeeld een beer en een otter wordt welp genoemd.
Het kalfje (zo heet een baby-walvis) van een blauwe vinvis is 7 meter lang en weegt al bijna 1.000 kilo als 'ie geboren wordt. Aan de zijkanten van zijn lijf heeft de walvis een vin. Die twee vinnen zien eruit als een soort vleugels en daar sturen ze mee. Ze komen vooruit door hun grote staart op en neer te bewegen.
De kalkoen (Meleagris gallopavo)
De mannelijke kalkoen wordt haan genoemd, de vrouwelijke kalkoen hen en de jongen zijn de kuikens.
Engelse namen voor de rendieren
De Engelse namen van de andere 8 rendieren zijn: Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Donner(of Thunder), Blitzen (ook wel Lightning).
Rudolph the Red-Nosed Reindeer is een fictief rendier bedacht door Robert L. May. Hij introduceerde het personage in een verhaal geschreven in 1939, in opdracht van Montgomery Ward. In dit verhaal is Rudolph de aanvoerder van de negen rendieren van de Kerstman.
Het wereldberoemde rendier Rudolph heeft een rode neus.
Rendieren kunnen wel twee meter groot worden en wegen 200 kilo. Gemiddeld worden ze 12 jaar oud. Kuddes Mensen houden kuddes rendieren voor vlees, melk en kaas.
Het rendier is lang geleden in Eurazië gedomesticeerd en wordt nog altijd gehouden door de inheemse volkeren van de boreale en arctische zones, onder meer de Saami, Evenken, Nenetsen en Tsjoektsjen. Ze worden gehouden voor hun vlees, hun huid, als trekdier, als rijdier en soms ook voor hun melk.
In het Zweeds heet het rendier ren of rendjur, in het Noors rein of reinsdyr. Ren (of rein) heeft niks met rennen 'hardlopen' te maken: het woord gaat terug op een woord dat 'hoorn' betekende. Het rendier is dus genoemd naar zijn gewei. In juni 1596 deden Nederlandse schepen voor het eerst Spitsbergen aan.
De merrie is een jaar zwanger. Dan wordt de baby-zebra, het veulen, geboren. Zijn strepen zijn nog niet zwart, maar bruin. Na tien minuten kan het veulen staan en na een uur kan hij al lopen en rennen.
Wanneer een hond op de wereld komt dan noemen we hem of haar een puppy of wel een pup, “Meine kleine Poepie”. Puppy's blijven tot ze 6 of 7 weken oud zijn in het nest bij hun moeder en gaan dan op eigen benen staan. Op een leeftijd van 7 tot 9 weken zijn hun zintuigen volledig ontwikkeld.
Koeien leven in kuddes en krijgen een kalfje als ze ongeveer twee jaar oud zijn. Een koe is een vrouwtjesrund en een mannetjesrund noemen we een stier. Een rund heeft van nature horens om zich te verdedigen. Koeien kunnen wel 20 jaar oud worden, maar worden meestal al eerder geslacht voor het vlees en de vacht.