Een suprapubische katheter wordt meestal om de 8 weken vervangen. Soms zijn er redenen om de katheter eerder te vervangen. De eerste keer wordt de katheter in het ziekenhuis vervangen. Daarna kan de huisarts of de wijkverpleegkundige van de thuiszorg dit doen.
Een verblijfskatheter kan maximaal 10 tot 12 weken blijven zitten, afhankelijk van het materiaal. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak. Zo kan de urine goed afgevoerd worden.
Het verwisselen van de katheter moet om de zes à of 3 maanden gebeuren. Dit hangt echter af welke soort katheter u heeft. Het verwisselen van de katheter gebeurt onder steriele omstandigheden. Meteen nadat de oude katheter is verwijderd, moet de nieuwe worden ingebracht.
Meestal wordt een suprapubische katheter om de 6 tot 12 weken vervangen. De eerste keer wordt de katheter altijd in het ziekenhuis vervangen. Daarna kan uw huisarts of wijkverpleegkundige dit doen.
Een suprapubische katheter is een flexibel slangetje, dat via een incisie via de buikwand, in de blaas wordt of is ingebracht. Om te voorkomen dat de katheter uit de blaas glijdt, bevindt zich aan het uiteinde een ballonnetje dat gevuld wordt met water. Door de katheter kan de urine aflopen in een opvangzak.
De meest voorkomende reden om een suprapubische katheter te plaatsen, is dat u uw urine niet op natuurlijke wijze kwijt kunt raken. Dit noemen we retentie. Een andere reden om een suprapubische katheter te plaatsen is een vernauwing (obstructie) in de plasbuis of ongewild urineverlies (incontinentie).
Nadelen van een suprapubische katheter
Zorgvragers kunnen bijvoorbeeld continu aandrang hebben om te plassen, terwijl de katheter goed afloopt en de blaas dus in feite leeg is. Deze aandrang kan komen door blaaskrampen. Urine kan lekken. Er ontstaat een litteken op de buik van de zorgvrager.
De katheter wordt meestal de eerste keer op de polikliniek Urologie vervangen. Later kan in overleg met de uroloog afgesproken worden dat de katheter door uw huisarts of door een verpleegkundige wordt vervangen. De ballon die de katheter op zijn plaats houdt, wordt leeggezogen via het ventiel.
U moet dan direct contact opnemen met uw huisarts of dokterswacht. Na ongeveer zes weken komt u terug op de polikliniek Urologie. De eerste keer na het inbrengen van de katheter, verwisselen we deze zelf. Daarna kunnen de huisarts of de thuiszorg de katheter wisselen.
Er zijn twee soorten: een urethrale verblijfskatheter is een katheter die via de plasbuis in de blaas wordt ingebracht, terwijl een suprapubische verblijfskatheter via de maag rechtstreeks in de blaas wordt ingebracht.
Bij een suprapubische katheter: trek voorzichtig aan de katheter terwijl je tegendruk geeft op de buik rond de fistelopening. Er zal door het verwijderen, bijna altijd weefselbeschadiging en bloedverlies optreden. Bij twijfel is het advies om te stoppen met de handeling en contact opnemen met de polikliniek Urologie.
Als de katheter verstopt zit en er dus geen praktische oorzaak is, kan de katheter gespoeld worden met blaasspoelvloeistof NaCL 0,9 % om te kijken of de katheter nog wel doorgankelijk is. Door te spoelen kunnen stolsels, gruis of andere verstoppingen loskomen uit de katheter waardoor deze weer goed doorgankelijk is.
Een verblijfskatheter met een ballon wordt ook wel 'Foley katheter' genoemd naar de uitvinder van de ballon aan de katheter, Dr. Foley. Het is een 2-weg ballonkatheter die via de plasbuis in de blaas wordt ingebracht, deze katheter kan ook suprapubisch gebruikt worden.
Seksualiteit. Mannen en vrouwen met een katheter kunnen seks hebben. Bij een suprapubische katheter geeft dit geen problemen. Vrouwen met een transurethrale katheter kunnen de katheter op de buik vastplakken.
De katheter moet regelmatig gewisseld worden. De eerste katheterwissel vindt plaats op de polikliniek Urologie, 6 weken na het inbrengen. Dit combineren we met u uw bezoek aan de uroloog. Vervolgens dient de katheter elke 8 tot 10 weken te worden gewisseld door de thuiszorg of uw huisarts.
De Richtlijn V&VN1 geeft aan dat verblijfskatheters 's avonds verwijderd kunnen worden (voor 12 uur 's nachts) met als gevolg een korter verblijf in het ziekenhuis. Daarentegen geven ze aan dat katheters toch veelal 's ochtends verwijderd worden, zodat eventuele retenties overdag behandeld kunnen worden.
Blaaskramp is vaak een gevolg van irritatie door de katheter. Behandeling bestaat uit spasme-remmende medicijnen (zoals Solifenacine). In bepaalde situaties kan besloten worden tot botoxinjecties in de blaasspier teneinde de krampen te verminderen. Iedere patiënt met een verblijfskatheter heeft bacteriën in de urine.
Om beweging van en druk op een verblijfskatheter te voorkomen is het van belang de katheter te fixeren. Zonder gebruik van een (fixatie)pleister kan een katheter een laesie van de meatus geven of een onaangename prikkeling in de blaas (blaaskramp/regelmatig aandranggevoel).
Het voordeel van de suprapubische katheter is dat deze afgeklemd kan worden zodat de blaas zijn reservoir functie behoudt.
Een blaaskatheter via de buik wordt ook wel een suprapubische katheter of sp-katheter genoemd. De arts brengt deze katheter via een klein gaatje in de buik naar de blaas. U kunt meteen na de ingreep naar huis.
Een suprapubische katheter (SPK) is een dun hard slangetje, dat via een snede in de huid (incisie) via de buikwand in de blaas wordt ingebracht. Om te voorkomen dat de katheter uit de blaas glijdt, bevindt zich aan het uiteinde een ballonnetje, dat gevuld is met steriel water.
Als er lekkage optreedt, verwissel de katheter en snij de oude katheter open om te zien of hij verstopt zit. Na het verwisselen van de katheter, zou het lekken moeten stoppen.
Een te volle ballon geeft blaaskrampen, maar door te weinig vulling kan de katheter uit de blaas glijden. Het inbrengen van de spuit in het ventiel van ballonvulkanaal kan enige krachtsinspanning vragen. De katheter wordt per ongeluk uit de blaas verwijderd.
'Siliconenkatheters verdienen over het algemeen de voorkeur, omdat die de minste kans op aanslag geven.