Wat kan je doen? Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel.
Het vogelhuisje is niet schoon of veilig.
Vogels zijn zeer waakzaam voor hun eigen veiligheid en zullen niet in een huisje gaan wonen dat niet schoon of veilig is. Zorg er dus voor dat je je vogelhuisje stevig ophangt en jaarlijks (in het najaar) reinigt.
Veel vogels houden nu al een oogje open voor een goede nestplaats. Die vinden ze tussen dichte bladeren, in hoge bomen en in kieren en gaten in bomen of gebouwen. Maar ook in nestkasten. Het zijn de vogels die in holletjes broeden (holenbroeders) die graag zo'n kastje gebruiken.
Begin met wat bijvoeren op een bakje of plankje aan de reling. Dat valt goed op en daar komen ze van ver op af. Kies dingen die ze extra lekker vinden, zoals meelwormen of verkruimelde vetbollen met insecten. Strooi er een zadenmengsel bij of hang er een voedersilo met zaden in de buurt.
Een win-winsituatie creëer je met kleurige bloeiers als vlas (Linum usitatissimum), boekweit (Fagopyrum esculentum), grote kaardenbol (Dipsacus fullonum) of zonnebloem (Helianthus annuus). Insecten komen er graag op af, en zowel de insecten zelf als de zaden zijn razend populair bij vogels als de koolmees.
Een voederhuisje kan je ophangen in de boom of struik, bevestigen aan het raam maar er zijn ook voedertafels die je los neer kunt zetten. Wat je ook kiest het is belangrijk dat je in combinatie met het voederhuisje ook het juiste voedsel kiest aangezien verschillende soorten voer ook verschillende vogels aantrekt.
Wanneer hang je een vogelhuisje op? Zorg dat de nestkastjes in elk geval voor het broedseizoen hangen, in het vroege voorjaar dus. Voor de winter is eigenlijk nog beter, want in koude nachten schuilen vogels graag in zo'n kastje. En als de plek ze bevalt, heb je kans dat ze er ook gaan broeden.
Beschut tegen de wind. De invliegopening kan het beste op het noordoosten zijn gericht, want de wind komt in Nederland vaak uit het zuidwesten. Een vrije en veilige aanvliegroute is belangrijk. Geen takken direct voor de opening.
Daarbij weten vogels meer dan alleen richting (sterren en kompas) want ze navigeren naar een bepaalde plek waarbij de oost-west positie ook van belang is. Overigens kunnen ook veel vissen heel goed navigeren.
Het vogelhuisje moet op de juiste plaats hangen zodat het een aantrekkelijk plekje is voor de vogels. Hang het huisje minimaal 1,5 meter boven de grond. Ook de afstand tussen huisjes is van belang. Lees hier meer tips over waar je vogelhuisje de meeste kans van slagen heeft!
Beplanting rondom de kast helpt jonge vogels bij hun eerste vlucht en geeft ze fysieke ondersteuning en goede beschutting. Let er wel op dat er geen takken of andere obstakels recht voor de invliegopening hangen. De ideale ophanghoogte is 1,5 tot 2 meter van de grond.
Het heeft twee redenen. Eén: het broedseizoen is grotendeels voorbij en er is eten genoeg, dus waarom zou je als vogel opvallen? Twee: veel vogels ruien nu en zijn dan kwetsbaarder. Vogels laten zich nu niet zien, want dat is nergens voor nodig en een stuk veiliger als je in de rui bent.
's Morgens vroeg zijn vogels het meest actief en valt er dus het meest te tellen. U hoeft geen onderscheid te maken tussen vrouwtjes- en mannetjesvogels. Op de pagina Tuinvogels vindt u een overzicht van de 25 meest voorkomende tuinvogels.
Vogels houden van een gevarieerde tuin met inheemse planten en struiken, bessen, insecten, een lapje gras en liefst niet al te netjes. Daar vinden ze volop voedsel. U kunt daarnaast het gehele jaar bijvoeren.
Vogels als rans- en bosuilen, vinken, houtduiven, merels, zanglijsters, roodborsten, gaaien en mezensoorten vinden in klimop in de winter de perfecte plek om te schuilen bij slecht weer en om er veilig te slapen.
De beste periode om een nestkast op te hangen is in het najaar tot en met maart. Dit is de maand waarin de meeste vogels beginnen met broeden. Het broedseizoen duurt doorgaans tot en met de maand juli.
Bied het nestkastje leeg aan, maar voorzie in je tuin nestmateriaal waarmee de vogels aan de slag kunnen om zelf hun nestje te bouwen. Dat doen ze met dood hout (takjes en twijgjes) en bladafval, maar ze gebruiken ook katten- en hondenhaar, pluisjes, wol, stro, veren … Experimenteer zeker met het aanbod.
Felle kleuren lijken leuk voor een hip vogelhuisje, maar deze kleuren gaan met een flink nadeel gepaard. Felle kleuren vallen namelijk erg op bij roofdieren. Een neutralere kleur is meer geschikt voor een veilig vogelhuisje. Naast de houtkleur zelf zijn ook groen en bruin uitstekende vogelhuis kleuren.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
De broedduur kan variëren van circa 10 dagen tot drie maanden, afhankelijk van de soort. Bij zangvogels bebroedt het vrouwtje doorgaans vijf tot acht eieren, maar er zijn ook vogelsoorten waarbij het nest wel uit 20 eieren kan bestaan. De hoeveelheid hangt af van het aantal eieren dat het dier kan warm houden.
Zorg dat de nestkast op 2 à 3 meter hoog hangt. Koolmezenkasten moeten minimaal 10 m. uit elkaar hangen.
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting.
Strooi het uit voor de merels en de roodborst of hang het op in een voedersilo zodat het droog blijft en de vogels er de hele dag bij kunnen. Ook broodkruimels en kaas zonder korst worden met smaak gegeten. Een paar appeltjes geven extra vitamines en vocht. Vetbolletjes leveren veel energie.
In brood zit veel zout en dat is hartstikke slecht voor de gevleugelde dieren. Daarnaast zorgt het voeren van brood aan vogels voor nog meer problemen. Zo zitten er onvoldoende voedingsstoffen in brood en dat kan de gezondheid van de vogels in gevaar brengen.