Ook kinderen jonger dan 18 jaar mag je uit huis zetten. De wet zegt dat je – als gezaghebbende ouder – onderdak moet geven aan je minderjarige kind (of kinderen), maar niet dat dit per se in je eigen huis hoeft te gebeuren. Op grond daarvan kun je een minderjarig kind de deur wijzen.
Ouders kunnen zowel hun minderjarige als meerderjarige kind uit huis zetten. Al zijn daar bij minderjarige kinderen wel voorwaarden aan verbonden en zijn de ouder in geval van meerderjarige kinderen die jonger zijn dan 21 niet automatisch van hun onderhoudsplicht af.
Kinderen die nog thuis wonen, zijn meestal gedomicilieerd bij hun ouders, zodat je de toegang tot dat adres niet zomaar mag ontzeggen. Ze kunnen in principe naar de politie stappen om toegang af te dwingen.
Een hoofdbewoner kan iedereen die op zijn of haar adres staat ingeschreven, en die hoofdbewoner wil dat niet, aan de gemeente vragen om die persoon van het adres uit te schrijven. Dus ook een ouder kan zijn meerderjarig kind laten uitschrijven.
Het CJG helpt u bij vragen over opvoeden en ontwikkeling van uw kind. Bijvoorbeeld over slaap- en eetproblemen of moeilijk gedrag. Bij het CJG werken professionals van verschillende jeugdhulpinstellingen samen. Zij weten wanneer uw kind meer hulp nodig heeft.
Als je je zorgen maakt of je kind ongelukkig is, moedig hem of haar dan aan om te spreken over waar ze mee bezig zijn. Soms zal een kind het makkelijker vinden om met iemand anders te praten dan een ouder, dus misschien kan je de hulp van een grootouder, leerkracht, oom of tante inschakelen om je kind te helpen.
Meerderjarige kinderen uit huis zetten
Een meerderjarig kind mag zonder meer uit huis worden gezet, omdat je als ouder dan niet meer het gezag over je kind hebt. Je onderhoudsplicht blijft echter wel bestaan (uitzonderingen daargelaten) tot je kind 21 jaar wordt.
Einde ouderlijk gezag bij gevaar voor ontwikkeling kind
De raad onderzoekt of de ontwikkeling van uw kind in ernstig gevaar is. En of er geen andere mogelijkheden zijn om dat gevaar te stoppen. Is dat het geval, dan kan de raad de kinderrechter vragen om uw gezag over uw kind te stoppen.
Nee, dat is niet mogelijk. Het is wel mogelijk om de gemeente te verzoeken om een adresonderzoek te starten. De gemeente kan controleren waar de persoon daadwerkelijk woont of ingeschreven is. Wanneer dat niet het geval is zal de gemeente de gegevens wijzigen of uit uitschrijven uit de Basisregistratie Personen.
Om je gedwongen uit huis te kunnen zetten moet je partner een uitvoerbare titel hebben, bijvoorbeeld: een vonnis van de vrederechter. Het feit dat je gedomicilieerd bent in de woning, beschermt je niet tegen uithuiszetting. Je inschrijving in een gemeente (je domicilie) zorgt dat de gemeente weet waar je woont.
Echtgenoten en geregistreerde partners moeten elkaar onderhouden. Ook na de scheiding. Ouders hebben die plicht voor hun kinderen tot 21 jaar.
In 2012 waren jongeren nog gemiddeld 22,8 jaar toen ze zelfstandig gingen wonen. In 2017 was dat 23,5 jaar. Een stuk later dan volgens opvoedkundige Marina van der Wal ideaal is, namelijk 18 jaar. "Door je hele leven heen heb je gevoelige perioden waarin je dingen makkelijker leert dan later.
Wanneer je als meerderjarige niet meer welkom bent thuis en je in een crisissituatie bevindt dan kan je terecht bij het CAW en/of bij het JAC (tot 25 jaar). Je kan langsgaan bij een onthaal in je buurt of telefonisch contact opnemen.
Waarom wordt een kind uithuisgeplaatst? Tot een uithuisplaatsing wordt besloten als het niet goed is voor een kind om thuis te blijven wonen. Dat kan komen door problemen in het gedrag of de ontwikkeling van een kind zelf. In dat geval stemmen ouders dan soms zelf in met de uithuisplaatsing.
Ja zeker wel, alleen bestaat dan de mogelijkheid dat je erfbelasting moet betalen over het bedrag dat je ouders “te weinig “ aan huur hebben betaald. Laat je altijd goed informeren over wat het huis van je ouders kopen en weer verhuren fiscaal voor jou en je ouders betekent.
Voogd aanwijzen via gezagsregister
U kunt een voogd aanwijzen door een aantekening in het gezagsregister. U kunt hiervoor het webformulier voor aantekening gezag na overlijden invullen op de website Rechtspraak.nl. Het aanwijzen van een voogd in het register is gratis.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
Afstand doen van ouders kan in principe niet. Wel zijn er mogelijkheden om in de buurt te komen. Allereerst is het mogelijk om aan de rechter te verzoeken om als 16-/17-jarige als volwassene te worden behandeld (handlichting).
Tot in de jaren '90 was het populair om je woning alvast op naam van de kinderen te zetten. Dankzij een paar fiscale wijzigingen is het nu niet meer aantrekkelijk om mede eigenaar te worden van de woning van je ouders. En na 1 januari 2023 wordt het nog nadeliger dan het nu al is.
Als u merkt dat uw kind psychische klachten heeft, is het goed om daar over te praten. Toon begrip voor uw kind. De huisarts of een andere hulpverlener kan samen met u en uw kind bekijken of er hulp nodig is. Neem direct contact op als uw kind een gevaar is voor zichzelf of anderen.
De wet zegt dat je tot je 21e in jouw gezinshuis mag blijven wonen.
Gebruik de term 'ernstige gedragsproblemen' wanneer er sprake is van dwars en opstandig gedrag, prikkelbaar en driftig gedrag, anderen ergeren, antisociaal gedrag en/of agressief gedrag en wanneer dit gedrag nadelige gevolgen heeft voor het kind, de jongere en/of de omgeving en gedurende minstens enkele maanden ...
Gedragsstoornis, wat is dat? Als een kind of een jongere minimaal 6 maanden lang opstandig, negatief, vijandig en zelfs gewelddadig gedrag vertoont wordt dit gedefinieerd als een gedragsstoornis. De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder).
De belangrijkste verklaring voor het ontstaan van gedragsproblemen is een negatieve spiraal tussen kenmerken of gedrag van een kind en de reactie van de omgeving daarop. Probleemgedrag roept een negatieve reactie van de omgeving op, die het probleemgedrag versterkt en zo opnieuw tot negatieve feedback leidt.