Kinderen met een afgeplat hoofdje hebben geen min of meer rond hoofd, maar aan een kant van het hoofd een afplatting. Vaak zit deze afplatting meer aan een kant van het hoofd, soms zit de afplatting in het midden. Vaak bolt het voorhoofd schuin tegenover de kant waar het achterhoofd platter is, meer naar voren toe.
Leg je baby vanaf het begin afwisselend met het hoofdje naar links en naar rechts wanneer je je baby in bedje ligt. Ook als je baby een voorkeurshouding heeft, is het belangrijk het hoofdje regelmatig naar de andere kant te draaien. Het beste is om je baby met ieder slaapje op een andere kant te leggen.
Wanneer moet je stoppen met het ondersteunen van baby's hoofd? Vanaf 4 maanden, wanneer baby in staat is zijn hoofd op te tillen, houdt het omhoog en tilt zijn borst op wanneer hij op zijn buik ligt.
Meteen na de geboorte draaien baby's hun hoofd vaak naar dezelfde kant. Meestal gaat dit binnen enkele weken vanzelf over. Sommige baby's blijven hun hoofd telkens naar één kant draaien of houden hun hoofd stil in het midden. Dit wordt een voorkeurshouding genoemd.
In sommige gevallen schuiven de botten van de schedel enkele millimeters over elkaar. Het is ook mogelijk dat de nek in één richting overbelast is. Als de schedelbotten zeer sterk verschuiven en op de kraakbeenverbinding drukken (synchondrose), kan dit leiden tot een vervormde schedelvorm die niet vanzelf terugvalt.
Tijdens de geboorte kunnen de delen wat over elkaar heen schuiven, zodat het hoofdje beter door je bekken past. Na de geboorte schuiven de delen weer wat terug waardoor de vorm van het hoofdje iets kan veranderen. Als je met je vingers over het hoofdje van je baby strijkt, kun je de schedelnaden voelen.
De grote fontanel is dichtgegroeid als je kind tussen de 6 maanden en 1,5 jaar oud is; de kleine na ongeveer 8 weken. Als je denkt dat de grote fontanel gesloten is voor de leeftijd van 6 maanden of nog niet na 1,5 jaar, is het verstandig om dit te bespreken met de jeugdarts.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
Als je baby voortdurend de rugspieren aanspant en het hoofdje achterover drukt, overstrekt de baby zich. Het lijfje is dan voortdurend strak en gespannen, wat een naar gevoel geeft. Daardoor huilt een baby die zich overstrekt vaak meer dan normaal.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Kinderen kunnen allerlei symptomen krijgen als gevolg van het hersenletsel, bijvoorbeeld verminderde eetlust, overgeven, moeite met ademhalen of slikken, verminderd bewustzijn of zelfs een coma, epileptische aanvallen, verlaagde spierspanning of slapheid.
Het is daarom heel belangrijk het hoofdje steeds goed te ondersteunen. Doe je dat niet of schud je de baby hard door elkaar, dan kunnen kleine bloedvaatjes in de hersenen scheuren door de beweging met alle gevolgen vandien zoals blindheid, doofheid, stuipen, leermoeilijkeheden, hersenbeschadiging of zelfs de dood.
Uw baby wacht af wat er komen gaat; Een geopende hand met ontspannen vingers betekent dat de baby zich lekker voelt; Een half open hand met de wijsvinger eruit kan betekenen dat uw baby nieuwsgierig is naar wat er gaat gebeuren; Een vuistje tegen het afgewende hoofdje betekent dat uw baby moe is.
Dit zijn openingen tussen de botplaten van de schedel. In de eerste levensjaren kan de schedel snel groeien. De hersenen groeien dan ook snel. Als de hersenen stoppen met groeien, gaan de schedelnaden dicht.
Bij craniosynostose zijn een of meer schedelnaden te vroeg gesloten. Hierdoor kunnen de schedel en hersenen niet normaal groeien. Aan de vormafwijking is meestal goed te herkennen welke schedelnaad of schedelnaden te vroeg zijn gesloten: Lange en smalle schedel: gesloten pijlnaad.
Een baby die zich overstrekt, spant bij stress of als hij overstuur is zijn strekspieren aan zijn rugkant krachtig aan. Hij gooit zijn hoofd in zijn nek, strekt zijn benen, balt zijn vuisten en ligt als een plank op je arm. Zijn strekspieren zijn sterker dan zijn buigspieren.
De gevolgen van overstrekken kunnen vervelend zijn voor zowel de baby als voor de ouders. Een kindje die zich af en toe overstrekt tijdens het huilen, hoeft geen reden tot zorgen te zijn. Als het je kindje echter erg vaak overkomt, kan hij gaan achterlopen in zijn motorische ontwikkeling.
Oververmoeidheid herkennen
Wrijft je baby veel in de ogen? Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap.
Beweging is goed voor de ontwikkeling van je baby, dus speels zwiepen met armen en benen is niets om je zorgen over te maken. De baby beweegt veel met armen en benen om te ontdekken wat er allemaal mogelijk is met het lichaam. Beweging is niets om je druk over te maken.
Waarom slapen ze in deze houding? Kinderarts Corrie Jacobs zegt dat kinderen deze houding erg fijn vinden omdat ze ook zo in de baarmoeder lagen: “Kinderen kruipen graag terug in de foetushouding.” Dus daar voelt je baby zich gewoon fijn bij, alsof hij weer even terug is in je buik is.
Aangeboren scheefstand van het hoofd
De scheefstand wordt veroorzaakt door een verkorting van een van de nekspieren die van achter het oor naar het sleutelbeen loopt. Aangeboren torticollis uit zich binnen enkele weken na de geboorte.
Wees altijd voorzichtig met de fontanel
Het stevige vlies dat tussen de schedelplaten zit, is sterk genoeg om kleine stootjes op te vangen. Maar als je te hard drukt of wrijft op de fontanel, kan het de hersenen beschadigen. Blijf dus voorzichtig met deze broze plekjes. Was het hoofdje van je kindje voorzichtig.
Wat is deze aandoening? Bij kinderen waarbij de voorhoofdsnaad te vroeg sluit kan het voorhoofd niet in de breedte groeien, maar groeit het achterste deel van de schedel nog wel. Het voorhoofd is daarom puntvormig, de ogen liggen dicht bij elkaar en de buitenste ooghoeken staan hoger dan de binnenste ooghoeken.
Als er een bult op de hoofdhuid of het voorhoofd zit, leg er dan gedurende 20 minuten ijs op door een ijszak, een zak met bevroren erwten of ijsblokjes in een washand te gebruiken. Ga in de eerste nacht na het ongeval twee keer, of om de drie tot vier uur bij je kind kijken.