Een diepte van 50cm is goed. Ze kunnen dan lekker holen graven. Maar niet diep genoeg om in te wonen. En als ze instorten dan raken de konijnen niet bedolven onder het zand.
Konijnen leven in holen en hebben daarom een voorkeur voor zandige bodems waarin het makkelijk graven is. Ze prefereren halfopen landschappen zoals perken, tuinen en bosranden en mijden vochtige terreinen zoals moeras en veen of zware klei, omdat ze daarin geen holen kunnen graven.
Bij een kleine konijnenheuvel kan het nodig zijn wat dieper in de grond (op zo'50 cm diepte) een laag gaas aan te brengen om ontsnappen te voorkomen. Daarvoor moet dus eerst een kuil worden gegraven.
Ook kunnen de konijnen goed de nagels slijten wanneer ze op tegels lopen, waardoor je ze niet of bijna nooit hoeft te knippen. Wanneer het hok op de tegels staat kunnen de konijnen zich ook geen weg uitgraven waardoor ze niet zomaar kunnen ontsnappen. Konijnen houden echter wel van graven wat een natuurlijk gedrag is.
Door een konijn lekker zijn gang te laten gaan zal je niet alleen zijn natuurlijke gedrag stimuleren, maar zul je ook meehelpen om verveling tegen te gaan. Het is belangrijk om een konijn zowel fysiek als mentaal te blijven stimuleren en uitdagen. Je kunt hier op inspelen door verschillende speeltjes aan te bieden.
Als bodem van het konijnenhok of in een konijnenren wordt vaak gekozen voor stoeptegels of andere bestrating. Dit is een prima ondergrond voor in een hok of ren. Zorg er wel voor dat er naast tegels ook een zachtere bodembedekking is, zoals zand en/of zachte bodembedekking in het nachthok.
In hun natuurlijke leefomgeving graven konijnen holen en graven ze zelfs voor voedsel. Graven is een instinct en kan niet volledig worden weggenomen. Graven kan uit de hand lopen en destructief worden. Als uw konijn niet ontmoedigd wordt, kan het in uw tapijt, dekens of bank gaan graven en schade aanrichten.
Waarom konijnen – soms uit het niets – stampen heeft meerdere redenen. Het konijn is boos, ziet gevaar aankomen of is het ergens niet mee eens. Ook kan het een soort stamp om aandacht zijn om zich aan andere konijnen te laten zien. Je konijn stampt niet wanneer hij bang is.
Territorium verdedigen
Sommige konijnen hebben de drang om hun territorium te verdedigen. Dat gedrag ontstaat vaak wanneer het hok te klein is voor het konijn. Wanneer je dan je hand in het hok steekt, kan je konijn er (grommend) op af vliegen en gaan bijten.
Konijnen hebben een heel goed geheugen. Ze onthouden waar ze zijn geweest, wat er is gebeurd en je kunt ze daarom ook makkelijk kunstjes leren. Konijnen onthouden waar ze al eerder zijn geweest en nare ervaringen of emoties vergeten ze niet snel.
Regen, zon en tocht
Regen en tocht moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Het is dus belangrijk om het hok op een plaats te zetten waar het niet inregent. Ook moet de wind niet vol op het hok staan. Het hok moet dus op een beschutte locatie komen te staan.
Dat kan stro, hennep, zaagsel, beukensnipper of iets anders zijn. Je kunt ook combineren om zo jouw favoriete bodembedekking te creëren. Pas wel om met bodembedekkers waar veel stof vanaf komt. Die kunnen namelijk de luchtwegen van jou en je konijnen irriteren.
Een konijn doet dat uitsluitend bij de persoon waar hij veel van houdt. Dus als je konijn je hand likt dan vindt hij je lief en laat dat blijken door likken, net zoals een hond of een poes doet. Sommige konijnen vleien zich in je hals en likken je gezicht. Allemaal konijnenliefde.
Heel zeker! Je konijn houdt ervan vrij en ongehinderd rond te huppelen. In de tuin kan hij de pootjes losgooien en zijn nieuwsgierigheid de vrije loop laten. Toch mag je niets aan het toeval overlaten.
Dus, als je overdag's werkt, vindt hij het niet erg om in de kooi te blijven, als dat beslist noodzakelijk is. Maar hij moet er een paar uur per dag uit, zowel om zijn pootjes te strekken als om het sociale contact met jou. Hoe langer de tijd is dat een konijn in de kooi moet doorbrengen, hoe groter de kooi moet zijn.
Het blijft een kwestie van aanvoelen. Wel kunnen we als vuistregel geven dat u eens per twee weken het gehele verblijf schoon moet maken, als u twee tot drie keer in de week de 'wc-hoek' schoonmaakt. Daarbij merken we op dat u het hok beter een keer te veel dan te weinig kunt verschonen.
Doordat de oren een groot oppervlak hebben, kunnen ze geluidsgolven goed opvangen, wat nog wordt versterkt door de trechtervorm. Wetenschappelijk onderzoek heeft bewezen dat konijnen zowel zeer hoge als zeer lage tonen horen.
In de eerste plaats denken we dan vooral aan angst en blijdschap, maar een konijn kan ook boosheid, verdriet (zoals bij het verlies van een maatje) en zelfs jaloezie voelen.
De meeste konijnen worden het liefst geaaid op hun kop en rug of in de nek. Op de buik of aan de staart vinden de meeste konijnen minder prettig. Geef het konijn altijd de mogelijkheid om bij je weg te lopen.
Konijnen zijn over het algemeen crepusculair/schemeractief - wat inhoudt dat ze het actiefst zijn rond zonsondergang en zonsopgang. Als u uw konijnen vaak slapend aantreft terwijl u met ze wilt spelen, dan is het beter om dit vroeger op de dag te doen of juist 's avonds.
Likken en aaien
Konijnen likken elkaar. Als een konijn de mens likt, is dat een teken dat het konijn hem/haar aardig vindt. Als het konijn zijn kop onder de hand legt wil het konijn daar geaaid worden zoals konijnen dat bij elkaar doen. Met één vinger over het kopje en vooral de oren voldoet uitstekend.
' Een konijn kan ook (zacht) bijten om aandacht te trekken, bijvoorbeeld als je ophoudt met aaien. Door even kort te bijten vraagt hij of je door wilt gaan. Toch kun je dan beter stoppen met aaien en weglopen, want anders zal je konijn steeds blijven bijten om ervoor te zorgen dat jij door gaat met aaien!
Vooral konijnen kunnen, net zoals wij mensen, rouwen – en ze kunnen in die tijd vaak stiller zijn dan normaal. Zij moeten – net als wij – het verlies van hun maatje verwerken.
Konijnen communiceren niet alleen met elkaar door middel van gebaren, zoals het opzetten van hun oren of het stampen met hun achterpootjes. Ze communiceren ook via geuren die wij niet kunnen ruiken. De dieren hebben een uitzonderlijk goede neus, die elk klein geurspoortje waarneemt.
Grommen en aanvallen ontstaat door hormonen en territoriaal gedrag. Belangrijke oorzaken zijn eenzaamheid, verveling, angst, opwinding (bijv als er word gevoerd) en zoals eerder genoemd de hormonen. Bij plotselinge gedragsveranderingen kan het ook zijn dat er medisch gezien iets mis is met het konijn.