Het antwoord is ja, de bijlagen horen ook in de inhoudsopgave. Deze krijgen echter geen hoofdstuknummer, maar een eigen nummer. Mocht je te veel bijlagen hebben, dan kun je ervoor kiezen om niet alle bijlagen te benoemen. Je kunt dan enkel een kopje met 'Bijlagen' in de inhoudsopgave plaatsen.
Hoe verwijs je naar de bijlagen? Het is belangrijk dat je in de hoofdtekst minimaal één keer verwijst naar elke bijlage. Dit kan op twee manieren: door de bijlage tussen haakjes te noemen of door naar de bijlage te verwijzen in de lopende tekst. Verwijzen naar een specifiek onderdeel van een bijlage kan ook.
Als je meer dan één bijlage toevoegt aan een tekst in APA-stijl, dien je je bijlagen “Bijlage A,” “Bijlage B,” (enzovoorts) te noemen. Als je maar één bijlage toevoegt, wordt deze simpelweg “Bijlage” genoemd en dan verwijs je er ook op die manier naar in de tekst.
De bronnenlijst komt voor de bijlagen. Zet je bronnen op alfabetische volgorde en noteer deze precies zoals de APA-richtlijnen voorschrijven. Gebruik bijvoorbeeld de APA-handleiding van de Universiteit Tilburg die je via Google kunt vinden.
Via de knop Opmaak kun je een gewenste opmaak instellen en ook een nummering. De standaard instelling is goed. Dan zet je de cursor in het vak Nummering voor het nummer en typ daar 'Bijlage ' (zonder aanhalingstekens) en klik op OK.
Verwijzen naar een scriptie of dissertatie in pdf-vorm
Vermeld de auteur, datum en titel, het type document (bijvoorbeeld “Masterscriptie”) en de naam van de universiteit tussen blokhaken, de naam van de website, en de raadpleegdatum en URL.
Om in een brief te verwijzen naar een bijgaande bijlage, zegt men in de standaardtaal als bijlage of in de bijlage. (1) De foto's van de receptie heb ik alvast als bijlage toegevoegd. (2) In de bijlage vindt u een beschrijving van de woning. Standaardtaal in België is in die context ook in bijlage, zonder lidwoord de.
Plaats de cursor aan het einde van de tekst die u wilt citeren. Ga naar Verwijzingen > Stijl en kies een bronvermeldingsstijl. Selecteer Bronvermelding invoegen. Kies Nieuwe bron toevoegen en vul de informatie over de bron in.
Als je naar persoonlijke communicatie verwijst in je tekst, zet je de initialen en achternaam van je bron tussen haakjes, samen met de woorden “persoonlijke communicatie”, en de datum waarop je de informatie hebt verkregen.
Het meervoud van bijlage is 'bijlagen'. Eén bijlage, twee bijlagen.
De kopjes voorwoord, samenvatting en inhoudsopgave hoeven niet in de inhoudsopgave.
De inleiding of introductie is het eerste hoofdstuk van je scriptie. Je plaatst de inleiding direct na de inhoudsopgave.
In de inhoudsopgave neem je naast alle hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen in de basistekst, ook het voorwoord, de samenvatting, referentie- of literatuurlijst en bijlagen op. In de inhoudsopgave geef je bij alle bovengenoemde onderdelen ook de paginanummers weer, behalve bij het voorwoord en de samenvatting.
In de bijlagen van jouw scriptie zet je documenten die niet volledig in jouw scriptie thuishoren. Bijvoorbeeld volledige interviews of bepaalde figuren en tabellen. Je hoofdtekst blijft zo overzichtelijk. In je hoofdtekst verwijs je naar de bijlage, zodat de lezer de bijlage eventueel kan opzoeken.
De samenvatting staat na het voorwoord en voor de inhoudsopgave. In de samenvatting zijn de juiste werkwoordstijden consistent gebruikt. De doelstelling staat in de samenvatting. De probleemstelling staat in de samenvatting.
Genereer nu automatisch een inhoudsopgave: via menu Invoegen >> Verwijzing >> Index en inhoudsopgave >> tabblad Inhoudsopgave (in Office 2007 via tab Verwijzingen >> groep Inhoudsopgave); Vink in het venster aan dat u hyperlinks wilt gebruiken in de inhoudsopgave.
Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website. Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiedatum).
Je schrijft bij een verwijzing in de tekst altijd de auteur en het jaartal van publicatie van de bron op. Als je een citaat gebruikt, dan vermeld je daarnaast ook altijd het paginanummer van het desbetreffende citaat. Dus: Parafrase/samenvatting: Auteur en jaartal publicatie.
Klik op het tabblad Invoegen op Kruisverwijzing. Klik in het vak Verwijzingstype op de vervolgkeuzelijst om het item te kiezen waarnaar u een koppeling wilt maken. De lijst met beschikbare items is afhankelijk van het type item (kop, paginanummer enzovoort) waarnaar u een koppeling maakt.
Schrijf als bijlage of in de bijlage. Ook al leest u in België dikwijls "in bijlage vindt u de...", betekent het niet dat dat correct is. In juist Nederlands verwijst u als volgt naar een bijlage: In de bijlage vindt u de nieuwe kalender.
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Je begint altijd met de achternaam van de auteur gevolgd door een komma en hierna de voorletters van de voornamen van de auteur. Als een bron meerdere auteurs heeft, gebruik je een komma tussen de auteurs. Voor de laatste auteur gebruik je een ampersand (&).
Refereren - verwijzen naar bronnen - is vereist als je de woorden van een ander letterlijk overneemt, als je een passage parafraseert (herschrijft in je eigen woorden), en als je ideeën uit een bron samenvat. Je verwijst altijd op twee plaatsen: In de tekst, op de plaats waar je de informatie bespreekt.
Ga naar verwijzingen > inhoudsopgave. en kies een automatische stijl. Als u wijzigingen in uw document aanbrengt die de inhoudsopgave beïnvloeden, werkt u de inhoudsopgave bij door met de rechtermuisknop op de inhoudsopgave te klikken en Veld bijwerken te kiezen.