De eerste duidelijke omschrijving van ADHD wordt toegedicht aan de Britse kinderarts George Still, in 1902.
De eerste beschrijving van ADHD werd al in 1902 gedaan door de Engelse kinderarts George Still. De term ADD werd in 1980 voor het eerst opgenomen in het handboek dat gebruikt wordt voor de diagnose van psychische stoornissen (de DSM).
Rapportage door ouders
In 2021 zegt 3,4 procent van ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar dat hun kind ADHD of ADD heeft. Bij jongens komt het volgens deze gegevens vaker voor dan bij meisjes (jongens: 3,9 procent, meisjes: 2,9 procent).
Onderzoekers gaan ervan uit dat erfelijkheid de grootste rol speelt bij ADHD. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het lijkt erop dat meerdere genen er samen voor zorgen dat je aanleg hebt voor ADHD. Dit houdt in dat ADHD kan ontstaan wanneer verschillende genen en omgevingsfactoren op elkaar reageren.
De hersenen functioneren iets anders bij ADHD. Er lijkt een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline), want de medicijnen die voor ADHD effectief zijn die verhogen deze stoffen in de hersenen.
dingen doen zonder na te denken (impulsief) problemen in uw leven, bijvoorbeeld thuis, op het werk en met andere mensen.
Mensen met ADHD ervaren vooral last van organisatie-, planning- en concentratieproblemen. Daarnaast vertonen mensen met ADHD vaak hyperactief en impulsief gedrag. Voordat de behandeling start is het belangrijk te onderzoeken of er meer met je aan de hand is.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.
Uit onderzoek van Woo et. Al (2015) blijkt dat met name suiker, kunstmatige kleurstoffen en conserveermiddelen de kans op ADHD vergroten. Ook is het deze onderzoekers opgevallen dat kinderen met ADHD vaak tekorten hebben aan zink, magnesium, ijzer, koper en omega-3 vetten.
ADHD is een ontwikkelingsstoornis en als dusdanig niet te genezen. Je wordt ermee geboren en voor veel personen gaat het ook niet over tijdens de puberteit. Er bestaat tot op heden geen enkele behandeling die ADHD volledig en voor altijd kan 'genezen'.
Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig. De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn.
ADHD is niet een aandoening die alleen kinderen kan treffen, het kan ook op latere leeftijd nog voorkomen. Één ding is zeker: ADHD kan leiden tot aanzienlijke belemmeringen en problemen in het dagelijks leven, op het werk en ook in het privéleven van volwassenen.
ADHD op vijf plekken in de hersenen zichtbaar Groot internationaal onderzoek bevestigt hersenverschillen bij ADHD. Bij mensen met ADHD zijn vijf hersengebieden kleiner dan bij mensen zonder ADHD. De verschillen zijn het duidelijkst bij kinderen en minder groot bij volwassenen.
Methylfenidaat en dexamfetamine zijn de middelen van eerste keuze in de medicamenteuze behandeling van volwassenen met ADHD (EB).
Ingrid Balkenende, senior behandelaar bij NK: “We zien bij mensen met ADHD vaak dat ze middelen gaan gebruiken als een soort 'zelfmedicatie'. Ze gaan bijvoorbeeld blowen of drinken om wat rustiger te worden. Dat hoeven niet altijd dempende middelen te zijn.
Niet iedereen met ADHD is altijd druk, ongeconcentreerd of impulsief. Sommigen zijn juist erg dromerig en vallen minder op. Deze diagnose krijg je niet zomaar. Er zijn namelijk verschillende kenmerken waaraan je moet voldoen.
Alcohol kan de bijwerkingen van methylfenidaat namelijk versterken. Bovendien kunnen mensen met ADHD verslavingsgevoeliger zijn, waardoor zij gemakkelijker een middel gebruiken en blijven gebruiken. Tenslotte kan alcohol zorgen voor een extra hoge concentratie methylfenidaat in het bloed.
ADHD-ers hebben heel veel energie en ervaren dat ze daar dagelijks iets mee moeten. Het lichaam van iemand 'die continu aanstaat'- zoals ADHD-ers zichzelf herkennen- komt niet makkelijk tot rust en zo herstelt hun zenuwsysteem niet of moeilijker.
Iemand met ADHD heeft last van een overvol hoofd. Alle prikkels komen even hard binnen, waardoor je snel afgeleid bent. Vooral bij zaken die je niet maximaal interesseren. Je handelt vaak (te) impulsief en hebt moeite met planning en dingen afmaken.
Afwisseling, beweging, deadlines en creativiteit zijn vaak belangrijke aspecten die goed werken als je ADHD / ADD hebt. Denk aan een functie als verkoop buitendienst, kapper, schoonheidsspecialist, (eerste) hulpverleners, ambulant begeleider, postbezorger, onderhoudsmonteur of stagemanager.
Het gecombineerde beeld ADHD komt het meest voor. Hier is dan ook het meest over gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur. ADHD – Beeld Overwegend Onoplettendheid komt wat minder voor. De minst voorkomende variant is het ADHD – Beeld Overwegend Hyperactief/Impulsief.
Er wordt van hen meer verwacht. Vrouwen proberen het vaak juist heel erg goed te doen, waardoor ze zichzelf uitputten en overspannen of burn-out raken. Nog andere symptomen zijn: overprikkeling en overgevoeligheid voor licht en geluid, hypermobiliteit, overgevoeligheid voor afwijzing en woedebuien.