Welke zouten zijn goed oplosbaar? In het algemeen zijn alle Natrium (Na+) en Kalium (K+) zouten goed oplosbaar in water, ook zouten met als NO3- zijn goed oplosbaar. Bij de andere zouten ligt het aan de samenstelling en de concentratie of het zout oplosbaar is.
3 slecht oplosbaar zijn zouten van: F-, SO32-, CO32-, S2-, PO43-, CN-, SiO32-, OH-.
Een goed oplosbaar zout zal van een vaste vorm opsplitsen in losse ionen. Dat komt doordat de waterdeeltjes dus om de losse ionen heen gaan zitten. De afkorting aq (Latijns: aqua = water) betekent dat het zout is opgelost in water. Een zout kan dus ook slecht oplossen in water.
Voorbeeld: als je het slecht oplosbare zout AB wilt maken, zoek je twee goed oplosbare zouten AC en BD, daar maak je 2 oplossingen van, die je samenvoegt. Vergelijking: A+(aq) + B-(aq) –> AB(s) Een neerslag van AB en een oplossing van BD.
Een zout dat niet in water oplost zal in waterige oplossing neerslaan. Voor niet-zouten hangt de oplosbaarheid vaak af van de aanwezigheid van voldoende polaire groepen in de structuur.
In het algemeen zijn alle Natrium (Na+) en Kalium (K+) zouten goed oplosbaar in water, ook zouten met als NO3- zijn goed oplosbaar. Bij de andere zouten ligt het aan de samenstelling en de concentratie of het zout oplosbaar is.
Sommige stoffen lossen heel makkelijk op in water, deze stoffen worden hydrofiel genoemd. Anders stoffen lossen heel moeilijk op in water, deze stoffen worden hydrofoob genoemd. Vetten lossen niet goed op in water.
In het geval van keukenzout vermengd met water worden de Na- en Cl-atomen, oorspronkelijk gebonden in de vorm van kristallen, opgelost door de watermoleculen. Water is een oplosmiddel. De oorzaken zijn elektrostatisch van aard.
Als je keukenzout in water doet, dan lost het op. In warm water kan het zout beter oplossen dan in koud water. Als je het zoute water op een bord doet, dan zal het water langzaam verdampen, zodat alleen het zout overblijft.
De naam van een zout bestaat uit twee delen: het deel met het positieve ion en het deel met het negatieve ion. Je kunt de naam van een zout vinden door de namen van het positieve en het negatieve ion achter elkaar te plaatsen. Voor de positieve ionen kun je de naam uit het periodiek systeem (BiNaS tabel 99) halen.
Zuur maskeert
Een andere manier om zout te neutraliseren of beter te maskeren is om er een zuur aan toe te voegen. De zure smaak van citroensap of azijn bijvoorbeeld zal de zoute smaak verbergen. Voeg het zuur wel beetje bij beetje toe want een te zuur gerecht is niet beter dan een te zout.
Stoffen die goed oplosbaar zijn in water heten ook wel polaire of hydrofiele stoffen.
Wat is er slechter? Bij beiden geldt: als je het met mate consumeert is er niet zo veel aan de hand. Als je echt een 'bad guy' wilt kiezen heeft suiker een negatiever effect op je gehele gezondheid dan zout. Zout is namelijk essentieel voor je lichaam om goed te kunnen functioneren.
Stoffen die oplossen in water zijn bijvoorbeeld suiker en zout. Zand of krijt daarentegen lossen niet op in water. Voor vloeistoffen is het ook zo, sommige lossen goed op in water (azijnzuur, ethanol), andere niet (olie, benzine). En ook gassen kunnen in water oplossen.
Zout lost goed op in waterhoudende vloeistoffen als azijn en citroensap, maar niet in olie.
Voordeel zout
Naast dat ons lichaam het nodig heeft, zorgt zout ervoor dat ons eten lekkerder smaakt. Het onttrekt vocht waardoor de celstructuur van een product verandert en aroma's vrijkomen. Hierdoor proef je veel meer met slechts een beperkte hoeveelheid zout.
Warm water en azijn.
Zijn de vlekken van strooizout al een tijdje in uw schoenen? Doe dan 1 deel azijn per 1 deel warm water. Al deppend kunt u de vlekken verwijderen. Als u zelf aan de slag gaat, vergeet dan niet dat u uw schoenen nooit bij een warmtebron moet laten drogen.
Vul een glazen pot of fles met 1/3e Keltisch zeezout en 2/3e water, doe de deksel of dop erop en schud de inhoud flink. Je zult merken dat er onopgeloste zoutkorrels op de bodem blijven liggen, een teken dat het water niet meer zout kan opnemen en dus volledig verzadigd is.
Zand is niet oplosbaar in water.
Vul een groot glas met koud water. Voeg een theelepel Sole toe en meng met een lepeltje. Eén glas per dag is voldoende.
Hydrofoob betekent letterlijk “bang voor water”. Een hydrofobe stof is dus bang voor water, oftewel watervrezend. Hydrofobe stoffen lossen niet of nauwelijks op in water. Voorbeelden van hydrofobe stoffen zijn vetten en oliën, deze zijn per definitie hydrofoob.
Een simpele kijk op de oplosbaarheid geeft het zinnetje 'like dissolves like' aan. Dit wil zeggen dat de stof graag oplost in een oplosmiddel met gelijke polariteit. Zo lossen polaire beter op in polaire, en apolaire beter in apolaire stoffen. Voorbeeld hiervan zijn zouten.
Glycerol lost ook niet op in water vanwege de drie OH-groepen die ervoor zorgen dat de stof hydrofiel is.