Diverse ziekten kunnen dementie veroorzaken. De ziekte van Alzheimer is er één van en de meest voorkomende en bekendste oorzaak van dementie. Andere vormen van dementie zijn onder andere vasculaire dementie, Lewy body dementie, en frontotemporale dementie.
Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. Door dementie worden de hersenen aangetast en gaat iemands geestelijke gezondheid geleidelijk achteruit. De meest voorkomende soorten dementie zijn de ziekte van Alzheimer, frontotemporale dementie (FTD), vasculaire dementie en Lewy body dementie.
Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig hersenziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Daarnaast komen vasculaire dementie, frontotemporale dementie (FTD) en Lewy body dementie veel voor. Dementie is een ingewikkelde en ingrijpende hersenziekte die veel vragen oproept.
Leeftijd is de belangrijkste risicofactor voor dementie. Hoe ouder, hoe groter de kans op dementie. Minder dan 1 procent van de mensen tussen de 60 en 65 heeft dementie. Meer dan 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.
Dementie ontstaat door hersenziekten die de hersencellen beschadigen. Ouderdom is de grootste risicofactor van dementie. Zeven andere belangrijke risicofactoren zijn: lage mentale activiteit, roken, weinig bewegen, depressie, sterk overgewicht, hoge bloeddruk en suikerziekte.
Bij vasculaire dementie kan het verloop geleidelijk of juist plotseling gaan. Personen met vasculaire dementie kunnen plotseling achteruitgaan door een beroerte of een reeks kleine beroertes (TIA's). Zolang er zich geen nieuwe beroertes voordoen, kan iemand daarna weer een tijd stabiel blijven.
Diverse ziekten kunnen dementie veroorzaken. De ziekte van Alzheimer is er één van en de meest voorkomende en bekendste oorzaak van dementie. Andere vormen van dementie zijn onder andere vasculaire dementie, Lewy body dementie, en frontotemporale dementie.
Veel onderzoek laat zien dat mensen die voldoende bewegen minder vaak dementie krijgen. Dat is niet vreemd, aangezien bewegen ontzettend gezond is voor de hersenen. Bewegen is dus erg belangrijk.
De specialist doet neurologisch en neuropsychologisch onderzoek om de diagnose dementie te bevestigen. Eventueel wordt aanvullend onderzoek gedaan, bijvoorbeeld met een MRI-scan. Ook zal de specialist de ziekte vaststellen die de dementie veroorzaakt, zoals de ziekte van Alzheimer.
Er zijn veel verschillende vormen van dementie, met elk een andere levensverwachting. Gemiddeld is de verwachting tussen de één en de twintig jaar na de diagnose. Voor de ziekte van Alzheimer is de gemiddelde levensverwachting 6,5 jaar. Lees meer over de levensverwachting bij de verschillende vormen van dementie.
In Nederland hebben ongeveer 15.000 mensen die jonger zijn dan 65 jaar dementie. Dementie op jonge leeftijd begint meestal tussen de 40 en 65 jaar. Bij het woord dementie denk je vaak meteen aan geheugenproblemen, maar op jonge leeftijd leidt dementie vooral tot aanpassingen in het gedrag.
Dementie kan het gedrag en het karakter aantasten. Daardoor krijg je te maken met onverwachte stemmingswisselingen, verward, achterdochtig, depressief of angstig gedrag. Je naaste kan ineens boos of verdrietig zijn, of ongeremd dingen doen die ze anders nooit deed.
Mensen met dementie hebben moeite met het verwerken van informatie. Ze weten niet meer wat voor dag het is, halen namen door elkaar en raken spullen kwijt. Ook kan het gedrag veranderen. Iemand wordt bijvoorbeeld snel boos.
Symptomen van delier en dementie kunnen op elkaar lijken. Het grote verschil met dementie is dat dementie langzaam verergert, terwijl delier een acute situatie is die enkele uren tot dagen duurt.
Leeftijd en kans op dementie
De kans op dementie neemt sterk toe met de leeftijd: Ruim 8 procent van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie. Ruim 25 procent van de mensen boven de 80 jaar heeft dementie. Ruim 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.
Stress tijdens de vroege levensfase, bijvoorbeeld door mishandeling, misbruik of verwaarlozing, kan leiden tot een hoger risico op hersenaandoeningen in het latere leven. Het verhoogt mogelijk ook het risico op dementie.
Volgens de auteur lopen ouderen die weinig omega-3-vetzuren consumeren 70% meer kans op dementie. Verzadigde vetzuren en transvetten aanwezig in melk(producten), vlees(waren), gebak en fast food zijn schadelijk voor de hersenen.
Bij dementie gaan steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen kapot. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Bij sommige mensen met dementie kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief gewoon leven kunnen leiden.
Dementie is (nog) niet te genezen. Met de juiste behandeling kunnen de achteruitgang en symptomen wel worden geremd. Dit kan soms met medicatie. Daarnaast is er nog veel dat gedaan kan worden om zo goed mogelijk met de ziekte om te gaan.