Heeft u een 1-fase hoofdaansluiting, dan dient deze minimaal 1 x 35A te zijn, of vergroot te worden van 1 x 25A naar 1 x 35A. U kunt gebruik maken van een 1-fase omvormer. Heeft u een 3-fase hoofdaansluiting, dan kan de zonnestroom met een 3-fase omvormer verdeeld worden over de verschillende fases.
Stel, je hebt 1 fase:
Stel je hebt een hoofdzekering van 40A, dan is de maximale groepenkastzekering 40/1,6A = 25A. Op die groep kan je dan een zonne-installatie plaatsen (lees, omvormer) van 25A * 230V = 5750 Watt. Let dus op het vermogen van de omvormer. Die bepaalt wat je maximaal kan aansluiten.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer.
Latere woningen hebben meestal een driefase 3x25A hoofdaansluiting. Een 1 fase omvormer is meestal goedkoper en wordt daarom meestal aanbevolen bij onze zonnepaneel installaties. Een 1 fase omvormer kan zonder problemen op een driefasige aansluiting worden aangesloten.
Bij woningen gaat het in de meeste gevallen om 3 keer 25A. Je kunt per fase in deze situatie dus 25/1,6A = 16A aansluiten. Hierbij gaat het om een omvormer die maximaal 16A*230V = 3680 Watt heeft per fase. Bij een 3-fase kun je 3 omvormers plaatsen, of je plaatst één driefase omvormer.
Omvormers vanaf 20A – Hoofdaansluiting 1 x 35A of 3 x 25A
Gaat u meer dan 4500 Wp aan zonnepanelen plaatsen, dan zal de omvormer meer dan 20A aan stroom kunnen leveren. Afhankelijk van de grootte van uw hoofdaansluiting dient u nu te kiezen voor een 1-fase of een 3-fase omvormer.
1-fase of 3-fase aansluiting
Nieuwbouwwoningen hebben meestal al een 3-fasen aansluiting. Dit betekent dat er in de meterkast over 3 kabels stroom binnenkomt. Als je deze aansluiting hebt, is jouw meterkast geschikt voor zonnepanelen. In oudere woningen is vaak een 1-fase aansluiting.
De prijs van een omvormer varieert ongeveer tussen de €300 en €3.000. Dit is dus de prijs van enkel de omvormer, overige kosten komen daar dan nog bij. De zonnepanelen worden bijvoorbeeld nog op de omvormer aangesloten.
Micro-omvormers worden steeds vaker toegepast bij zonnepanelen. Ze zijn kleiner dan normale omvormers en bieden in bepaalde situaties veel voordelen ten opzichte van de grote omvormers. Een micro-inverter is namelijk in staat om de maximale opbrengst uit een zonnesysteem te halen.
Voor een maximaal rendement kies je best een omvormer welke tussen 90% en 110% van de installatie aankan. Concreet betekent dit dat bij een zonnepanelen installatie van 3 kWp je een omvormer nodig hebt met een vermogen tussen de 2,7 kWp en 3,3 kWp.
Van 1-fase naar 3-fasen
We kookten en verwarmden op gas en gebruikten weinig apparaten die veel stroom nodig hadden. Tegenwoordig kiezen we liever voor elektrische alternatieven. En die vragen veel stroom. De laatste jaren worden nieuwbouwhuizen daarom standaard met een 3-fasen aansluiting opgeleverd.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Vermogen omvormer
U haalt de maximale opbrengst uit de zonnepanelen met een omvormer die qua vermogen 10% kleiner tot 10% groter is dan het vermogen van de zonnepanelen in Wattpiek. De zogenaamde nominale vermogensverhouding moet tussen de 90 en 110% liggen (vermogen omvormer/ Wp vermogen zonnepanelen).
Hoeveel zonnepanelen kan ik op een bestaande groep installeren? Op een bestaande groep mag u een omvormergroep tot maximaal 500 Watt AC vermogen installeren. Dit wordt normaal bereikt door bv 3 panelen van 190 Wattpiek op een 500W omvormer aan te sluiten zoals een Steca 500 of een Soladin 600.
Simpel gezegd betekent het dat een groep zonnepanelen aan dezelfde kabel worden aangesloten en aan 1 omvormer wordt gekoppeld. Dit heet een string. In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig.
Is het verstandig om voor een 1-fase omvormer te kiezen op een 3-fasen aansluiting? Je kunt rustig een 1-fase omvormer op een 3-fasen aansluiting aansluiten. De hoofdzekering moet hierbij wel het maximale output vermogen aankunnen van de omvormer. Daarnaast moet er ook voldaan worden aan de lokale wet- en regelgeving.
Afhankelijk van de specifieke dak situatie wordt er in de regel gekozen voor een omvormer die 20% kleiner en maximaal 10% groter is dan het vermogen van het aantal WP van de zonnepanelen.
De beste omvormers zijn van SMA volgens de meeste mensen en bedrijven die zonnepanelen monteren. Ze zijn betrouwbaar, makkelijk te installeren en te gebruiken en ze hebben een lange garantie.
Tot ca. 18 panelen wordt gebruik gemaakt van een 16 Ampere zekering. Dat is dezelfde zekering die in huishoudelijke installaties worden gebruikt. Het vermogen dat dan maximaal terug geleverd kan worden is dan 3600 W.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Als je de zonnepanelen bijplaatst moet je de omvormer bekijken. De omvormer is als het goed is perfect voor het huidige aantal panelen. Meer panelen op de huidige omvormer zal de totale opbrengst doen dalen. Om dat probleem te voorkomen kun je het beste een nieuwe omvormer kopen.
Mocht er sprake zijn van veel schaduwvorming door bijvoorbeeld bomen of meerdere dakoppervlakken met panelen, kies dan voor een serie geschakeld systeem met power optimizers. Indien het zonnestroomsysteem niet groter is dan 6 panelen is de keuze voor parallelschakeling met micro-omvormers de beste keuze.
Omvormers tot een stroom van 2,25A mogen direct op het lichtnet worden aangesloten, via een bestaande wandcontactdoos. Bij omvormers groter dan 2,25A heeft u twee mogelijkheden. Het uitbreiden van de installatiekast met extra groepen of het zonnepaneel aansluiten via de onderverdeler ZV16.
Voor een optimaal resultaat moeten de kabels van de zonnepanelen tot de omvormer niet langer zijn dan 15 tot 20 meter. Wanneer hier rekening mee wordt gehouden blijft het kabelverlies ruim onder de 1%. De kabel van de omvormer naar de meterkast moet bij voorkeur ook niet langer zijn dan 20 meter.