De nieuwe rekeneisen gaan uit van functionele en realistische situaties. Dat zijn situaties die herkenbaar zijn in het dagelijks leven van de student of voor het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid. De eisen zijn zo opgesteld dat ze gedrag beschrijven: de eisen kennen de vorm van descriptoren.
Niveaus van het rekenexamen
Dan doe je het rekenexamen op niveau 3F. Volg je een mbo-opleiding op niveau 3? Dan doe je het rekenexamen op niveau 2F. Je mag het examen ook op een hoger niveau doen (3F).
Waarom nieuwe rekeneisen? Voor mbo-studenten is het belangrijk om rekenvaardig te zijn in hun studie én dagelijks leven. Daarom wil de mbo-sector rekeneisen die passen bij elk niveau en die aansluiten bij de leefwereld van de student.
Rekenen is een verplicht onderdeel van elke opleiding in het mbo en dus om je mbo-diploma te halen. Alle studenten moeten het rekenexamen maken. Het resultaat van het rekenexamen telt nog niet mee voor het diploma.
Resultaten rekenen
De resultaten van de rekenexamens op niveau 2F en 3F waren de afgelopen jaren redelijk stabiel. Dat klinkt natuurlijk mooi, maar rekendocenten geven aan dat dat inhield in dat meer dan de helft onvoldoende scoorde.
Het uiteindelijke niveau dat je bij de rekentoets dient te behalen is het 3F niveau en dit staat gelijk aan een MBO-HAVO niveau. Als je dit vertaalt naar een aantal vragen, betekent dit dat je minimaal 103 vragen goed moet beantwoorden om een 5,5 te halen.
Studenten moeten dan voor rekenen minimaal een 5 halen, op voorwaarde dat zij voor Nederlands (en voor niveau 4 ook voor Engels) een 6 halen.
Vanaf 1 augustus telt rekenen mee voor het diploma en kunnen studenten erop zakken. Zo vrezen docenten dat studenten die veel moeite hebben met rekenen gaan stranden op dit vak. Zij kunnen dan geen diploma halen op hun gewenste mbo-niveau.
Een leerling zonder vmbo-diploma is wettelijk niet toelaatbaar op mbo 2, 3 of 4. Bij hoge uitzondering kan echter besloten worden dat een leerling van het vmbo toch toelaatbaar is.
Je kan pas herkansen nadat je een examen hebt gemaakt dat met een onvoldoende is beoordeeld (lager dan het cijfer 5,5). Bij de centrale examens is het nodig om minimaal een (afgerond) 6 of hoger te halen. Onder dat cijfer voor Centrale Examens betekent een herkansing (Artikel 23. Herkansing, verlengde stage).
Het resultaat telt nog niet mee voor je diploma. Het resultaat staat wel op je resultatenlijst. Start je vanaf 1 augustus 2022 met je mbo-opleiding, dan telt het resultaat wel mee voor je diploma.
Deze vrijstellingen voor Nederlands, Engels en rekenen zijn 2 jaar geldig.
In referentieniveau 3F staat het functioneel gebruik van rekenen in praktische voorstelbare situaties centraal. Niveau 3F is een verbreding en toespitsing van het algemeen maatschappelijk niveau 2F. Niveau 3F omvat niveau 2F, hetgeen betekent dat er ook vaardigheden uit 2F kunnen worden getoetst.
Voor een toets rekenen 2F is de cesuur gesteld op 65%. Een student die deze vaardigheid beheerst op minimaal niveau (met een score van 65%), scoort een 6,0.
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Examineren van rekenen is verplicht. Met ingang van 1 augustus 2019 mag rekenen ook geëxamineerd worden met een instellingsexamen in plaats van een centraal examen.
In het studiejaar 2021-2022 stopten ruim 30.000 jongeren - bijna allemaal mbo'ers - zonder een zogenoemde startkwalificatie te halen, schrijft onderwijsminister Dijkgraaf aan de Tweede Kamer. Dat zijn er ruim 5000 meer dan het jaar ervoor en het is het hoogste aantal in tien jaar.
Mbo onderwijs
Het eindniveau van mbo-niveau 4 is gelijk aan de havo.
Tijdens een mbo-opleiding ben je vooral praktisch bezig, een hbo-studie is veel theoretischer. Je doet daar ook vaardigheden op, maar leert daarnaast veel over de theorieën achter de praktijk. Ook is de lesstof van een hbo-opleiding moeilijker dan die van een mbo-opleiding op hetzelfde vakgebied.
Je mag twee keer een 5 hebben of één 5 en één 4, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn. Let op dat geen enkel eindcijfer (afgerond) lager mag zijn dan een 4.
Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor een van de kernvakken. Daarnaast mag je voor maximaal 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben. En moet je een voldoende of goed hebben voor lichamelijke opvoeding.
Om te slagen voor je mbo-4 diploma, moet je voor Nederlands en Engels tenminste een 5 en een 6 als eindcijfer hebben gehaald (in willekeurige volgorde). Daarnaast moet er een resultaat voor rekenen zijn.
Minimaal 2 kansen taalexamen
Voor het centraal examen heb je recht op minimaal 2 kansen binnen de duur van je opleiding. Je herkansing mag je binnen dezelfde afnameperiode maken. Heb je bij je eerste kans een voldoende gehaald, maar wil je toch een beter cijfer halen? Dan heb je recht op 1 herkansing.
De schaal die hoort bij de referentieset Nederlandse taal 2F heeft dus ook een lengte van 85. De daarbij behorende referentiecesuur is 54, dat betekent dat een student aangetoond heeft te beschikken over de vaardigheid behorend bij Nederlandse taal 2F als hij/zij 54 van deze 85 opgaven goed beantwoord heeft.
– Je mag voor Nederlands óf rekenen (afgerond) een 5 als eindcijfer hebben, maar dan moet het andere eindcijfer (afgerond) een 6 zijn. Voor niveau 3 opleidingen geldt: – Je mag voor Nederlands óf rekenen (afgerond) een 5 als eindcijfer hebben, maar dan moet het andere eindcijfer (afgerond) een 6 zijn.