U bent in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof, maar bent het ook niet eens met die uitspraak. Dan kunt u in cassatie na hoger beroep bij de Hoge Raad. Deze hoogste rechter oordeelt of het recht en de procesregels correct zijn toegepast door het gerechtshof.
Rechters van het gerechtshof behandelen de strafzaak opnieuw. De rechters van het gerechtshof heten raadsheren. De raadsheren bekijken nog eens wat er precies is gebeurd en luisteren opnieuw naar de verhalen van het Openbaar Ministerie en de verdachte. Uiteindelijk doet het gerechtshof een nieuwe uitspraak.
De uitspraak van het gerechtshof heet een arrest. Omdat rechtbanken en gerechtshoven met grote achterstanden te kampen hebben, wil dit arrest nog wel eens op zich laten wachten. Als de rechter in hoger beroep het eens is met de rechter in eerste aanleg, dan zal het gerechtshof het vonnis bekrachtigen.
Als u het ook niet eens bent met de uitspraak in hoger beroep, kunt u in cassatie gaan. Cassatie moet worden ingesteld bij de Hoge Raad in Den Haag, dat is het hoogste Nederlandse rechtsorgaan. Cassatie is dus eigenlijk een trapje hoger dan hoger beroep.
In hoger beroep kunnen jij en je advocaat je zaak veel gerichter voorbereiden. Je weet precies wat je extra moet benadrukken om voor eventuele strafvermindering te kunnen zorgen. Je kunt die punten verder beargumenteren en uitvechten door bijvoorbeeld getuigen of experts in te schakelen (bron: AD, 2017).
U kunt maar één keer in hoger beroep. Hebt u dat al gedaan, dan kunt u in sommige gevallen nog in cassatie.
Bij een zaak binnen het bestuursrecht betaalt de partij die de procedure start griffierecht. In civiele zaken bij het gerechtshof betaalt zowel de partij die hoger beroep instelt (eiser of verzoeker) als de partij die zich verdedigt (gedaagde of verweerder die een verweerschrift indient) griffierecht.
Het hangt van de feiten en omstandigheden van de zaak af, en de omvang van het procesdossier, of de proceskansen makkelijk in te schatten zijn of dat het juist lastig is. De advocaat die in hoger beroep de zaak doet zal sowieso het procesdossier in eerste instantie moeten bestuderen.
Aan het indienen van hoger beroep zijn zeker risico's verbonden. In het strafrecht kunt u bijvoorbeeld een hogere straf opgelegd krijgen. Tevens zit u een zekere tijd in onzekerheid. De hele zaak moet opnieuw worden behandeld.
Dit kan in het Nederlandse recht maar één keer. Wel staat de mogelijkheid voor cassatie bij de Hoge Raad open. Bij de behandeling van de zaak wordt dan enkel gekeken of de wet correct is toegepast. Het opnieuw vaststellen van feiten wordt niet gedaan.
Hoe lang duurt de uitspraak in hoger beroep? De termijn voor het doen van uitspraak in hoger beroep (ook wel het wijzen van arrest genoemd) bedraagt 10 weken in reguliere hoger beroepszaken en 6 weken in kort geding (zie artikel 5.6 van het bovenvermelde Procesreglement voor civiele dagvaardingszaken).
In beroep gaan bij de rechtbank is niet gratis. De griffierechten voor particulieren zijn ongeveer € 44. Deze kunt u terugkrijgen als de rechter u gedeeltelijk of geheel gelijk geeft.
Bestuursrechtelijke procedure: advocaat niet verplicht
Bij bestuursrechtelijke zaken is een advocaat niet verplicht. Gaat u in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep of de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State? Ook dan hoeft u geen advocaat in te schakelen.
Van het instellen van hoger beroep in strafzaken tot uitspraak moet u rekenen op een doorlooptijd van ongeveer 3 maand. Dat is sneller dan bijvoorbeeld in het civiel recht. Daar kan een procedure zomaar 1 jaar of langer duren! Bent u het niet eens met de uitspraak van het gerechtshof?
Gemiddeld duurt het ongeveer 9 – 15 maanden voordat uw strafzaak in hoger beroep wordt behandeld. U ontvangt hiervoor vanzelf een oproeping. Omdat het hoger beroep bij het gerechtshof de laatste feitelijke instantie is om uw feitelijke verweren naar voren te brengen, is het belangrijk dat dit goed gebeurt.
De schuldenaar (de geëxecuteerde) mag geen inhoudelijke bezwaren tegen de uitspraak meer aanvoeren. Daarvoor dient het verzet, het hoger beroep of de cassatie.
Volgens cijfers van de rechtspraak wordt in 35% van de handelszaken hoger beroep ingesteld. Bij het kort geding bedraagt het percentage 17%, terwijl in de handelszaken die door de kantonrechter worden behandeld slechts in 11% van de gevallen hoger beroep wordt ingesteld.
Op grond van het bepaalde in artikel 453 Sv mag degene die hoger beroep heeft ingesteld, dit hoger beroep uiterlijk tot de aanvang van de behandeling ter zitting intrekken. In de jurisprudentie is deze regel versoepeld.
Familiezaken gaan over familiekwesties zoals echtscheiding, alimentatie, omgangsregelingen en adoptie. Ook ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing van kinderen zijn familiezaken. Bent u het niet eens met een uitspraak van de rechter? Dan kunt u in hoger beroep gaan bij het gerechtshof.
Iedereen is voor de wet gelijk. Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
Rechters hebben het laatste woord bij conflicten, overtreding van regels of een misdaad. Ze beslissen of iemand de wet heeft overtreden of schuldig is aan een misdrijf. In hun vonnis leggen ze een passende maatregel of straf op. Het oordeel van de rechter is bindend.
Rechtszaak gewonnen: mogelijk kosten voor tegenpartij
Wint u een civiele of bestuursrechtelijke zaak? Dan kan de rechter uw tegenpartij veroordelen tot het betalen van uw kosten. Dit heet kostenveroordeling. U moet deze kosten dan zelf van de tegenpartij terugeisen.
Zittingen voor eenvoudige zaken kunnen een paar minuten duren, terwijl zittingen voor ingewikkeldere zaken enkele uren tot dagen kunnen duren. In sommige gevallen kan een zitting zelfs weken of maanden in beslag nemen.