Een cirkelredenering, kringredenering of petitio principii (ook wel aangeduid als circulus in probando of het Engelse begging the question, ook wel afgekort tot BTQ) is een drogreden die volgt uit een manier van redeneren waarbij al als juist wordt aangenomen wat nog bewezen moet worden, of waarbij feiten gebruikt of ...
De cirkelredenering is een discussiefout waarbij iemand een argument opvoert dat gelijk is aan het standpunt. Bijvoorbeeld: Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.” of met iets meer uitgebreider. Je hebt geen goede literaire smaak, want je leest Kluun en niet Grunberg.
Een drogreden is een redenering die op het eerste gezicht correct lijkt, maar het niet is. Een drogreden wordt ook wel een schijnreden, sofisme of fout in de argumentatie genoemd.
Er bestaan maar liefst 12 verschillende soorten drogredenen.
Met argumenten ondersteun je een standpunt. We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende.
We noemen een redenering geldig als de premissen samen leiden naar de conclusie. Dus als je stelt dat alle mensen sterfelijk zijn en Socrates een mens, dan moet je concluderen dat ook Socrates sterfelijk is. Deze redenering is dus geldig.
Goede argumenten voldoen aan twee eisen: Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt. Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.
Wanneer je argumenteert, probeer je een ander te overtuigen van jouw gelijk. Je hoopt hiermee te bereiken dat de ander zijn mening over het onderwerp verandert. Voorbeeld: “Faalangst is iets waar je invloed op hebt (standpunt), want je kunt je gedachten om leren zetten met cognitieve gedragstherapie (argument),”.
Een vals dilemma, valse tweedeling of valse dichotomie (ook wel zwart-witdenken genoemd) is een drogreden of denkfout waarbij twee alternatieven voorgesteld worden als de enige mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid nog andere zijn. Als zodanig is het een foute toepassing van het principe van de uitgesloten derde.
een valse tegenstelling / dilemma: wanneer je als verdediging stelt dat er maar 1 extreem alternatief is; bv. Als we abortus legaliseren, dan staat de deur open voor kindermoord.
Autoriteitsargument of verkeerde autoriteit
Hierbij wordt een autoriteit gebruikt die het met het standpunt eens is, dus dan moet het ook wel waar zijn. Dit hoeft geen deskundige autoriteit te zijn. Er wordt dan ten onrechte beroep gedaan op deze autoriteit.
Nu je jouw argumenten mooi op een rijtje hebt gezet, is het belangrijk jouw betoog af te sluiten. Dit doe je door een slot te schrijven met een korte samenvatting van je verhaal, een sterke conclusie en een goede uitsmijter. In de korte samenvatting noem je nog één keer kort wat jouw argumenten ook alweer waren.
In het slot van je betoog noem je nogmaals kort je argumenten voor je standpunt. Je voegt in het slot nooit nieuwe informatie toe! Nadat je jouw argumenten hebt samengevat, herhaal je jouw standpunt. Je standpunt volgt vanzelfsprekend logisch uit je argumenten: [herhalen argumenten], daarom vind ik dat [standpunt].
Alle musea moeten gratis worden voor jongeren. Het rookverbod in de horeca moet worden opgeheven. Politici moeten hun eigen beveiliging betalen. Er moet in Nederland een limiet komen aan het aantal buitenlandse spelers per voetbalelftal.
Argumentatieschema opstellen
Kijk goed naar de signaalwoorden die horen bij het standpunt. Ga vervolgens op zoek naar de argumenten. Kijk goed naar de signaalwoorden die horen bij het argument. Kijk daarna of de argumenten die je hebt gevonden met elkaar in verband staan en probeer zo het juiste schema te maken.
Met een mening kun je het eens zijn of oneens. Een mening kun je onderbouwen met argumenten. Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt. In een tekst vind je argumenten door te zoeken naar signaalwoorden, zoals want, omdat, namelijk en immers.
Een goede introductie kan humor, een anekdote, een schokkende feitje of een beeldend beschreven probleem bevatten. Het is belangrijk dat mensen onmiddellijk willen luisteren naar de rest van je speech. Je wil de structuur van je speech weergeven met prikkelende maar bondige labels.