Het kind van een neef of nicht is een achterneef/achternicht. Hier is opnieuw onderscheid tussen een kozijnskind van een kozijn en een achterneef/achternicht van een
Een oom is de broer van iemands vader of moeder. De echtgenoot van een oom of tante wordt een aangetrouwde oom genoemd. Degene van wie iemand een oom is wordt een neef (man) of nicht (vrouw) genoemd.
neven en nichten (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Achteroom/-tante: hij of zij is een neef/nicht van je vader of moeder. Oudoom/-tante: hij of zij is een broer of zus van je grootouders.
De meeste mensen noemen het neef of nicht. Maar de officiële term is tantezegger of oomzegger. Jouw neef en nicht zijn de kinderen van de broer of zus van je eigen ouders. Het woord tantezegger/oomzegger wordt echter niet gebruikt in Nederland en voor het gemak zeg je dan dat het je neefje of nichtje is.
Tot ongeveer 1 jaar noemen we kinderen een baby. Een dreumes is een kind van ongeveer 1 tot 2,5 jaar en een kind tussen de 2,5 en de 4 jaar is een peuter. In de periode van 0 – 4 jaar ontwikkelen kinderen zich snel en deze ontwikkeling is een ononderbroken proces.
In het alledaagse spraakgebruik spreekt men tot een leeftijd van 12 à 14 jaar van 'kinderen' en daarna van 'jongere', 'tiener' of 'puber'. In de ontwikkelingspsychologie spreekt men niet meer van 'pubers' en 'puberteit' maar van 'adolescenten' en 'adolescentie'.
Antwoord: Achteroom, omdat zijn vader jouw oom is.
een volle van mij, zoon van mijn eigen broeder of zuster, Syn. germain neef; halve -, zoon van een neef of nicht; van Adamswege, zeer verre bloedverwant; verre -, achterneef.
[familie] een vader van een grootouder.
Het kind van een neef of nicht is een achterneef/achternicht.
de dochter van een neef, nicht, oudoom of oudtante
Voorbeeld: `Anna is mijn achternicht. `
Een kozijn is dan een zoon van iemands oom of tante, een neef is een zoon van iemands broer of zus. Hetzelfde onderscheid wordt gemaakt in het Frans (cousin, neveu ) en in het Engels (cousin, nephew ).
Een kind van een achterneef/-nicht van jou (drie graads verwijderd in de stamboom) is dan een achter-achternichtje/-neefje en ben jij dan de achter-achtertante van,enz. ok,groetjes.
de zoon van een neef, nicht, oudoom of oudtante
Voorbeeld: `Pieter is mijn achterneef.
De kinderen van die grootouders zijn ooms (mannelijk) en tantes (vrouwelijk). Dit is derdegraads familie, omdat er drie stappen tussen zitten: kind → ouder → grootouder → oom (nonkel) of tante. Degenen met wie ooms en tantes getrouwd zijn, vormen aangetrouwde familie.
oudooms (meerv.) [familie] een oom van een ouder. , oom van vader of moeder.
Een schoonzus, zwagerin of zwageres is een vrouwelijk aangetrouwd familielid, waarbij de verwantschap dus is ontstaan door een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
Aangetrouwde familie, of schoonfamilie is: Schoonvader en schoonmoeder (schoonouders) – ouders van de partner. Schoonbroer of zwager en schoonzus – partner van broer of zus.
Er zijn nog enkele andere termen voor bepaalde verwanten: Schoonouders/schoonvader/schoonmoeder: de ouders van man of vrouw (= aanverwant). Schoonzoon/schoondochter: de man of vrouw van zoon of dochter (= aanverwant). Zwager/schoonzus: de man of vrouw van broer of zus en de broer of zus van man of vrouw (= aanverwant).
In de standaardtaal gebruiken we neef zowel voor 'de zoon van iemands oom of tante' als voor 'de zoon van iemands broer of zus'. In veel dialecten wordt voor 'de zoon van iemands oom of tante' kozijn gebruikt. Dat gebruik is geen standaardtaal.
Oudtante definities
, tante van vader of moeder.
Een tiener is een persoon die, strikt genomen, een leeftijd heeft tussen de tien en negentien jaar. Doorgaans wordt hiermee een puber bedoeld.
Alle voornamen zijn toegestaan, behalve twee uitzonderingen. De ambtenaar van de burgerlijke stand mag een voornaam niet accepteren wanneer die ongepast is of wanneer die overeenkomt met een bestaande achternaam. Dus je kind De Vries, De Boer of Jansen noemen; dat mag dus niet.
Zodra een kind geen kleuter meer is, vanaf 6 jaar, noemen we het ook wel een schoolkind. Of basisschoolleerling. In Nederland zijn kinderen vanaf 5 jaar verplicht om onderwijs te volgen. Tot 11- of 12-jarige leeftijd krijgen ze les op de basisschool, waarna ze uitvliegen naar het voortgezet onderwijs.