Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Zogenoemde 'compensatiepunten' kunnen er namelijk voor zorgen dat je gemiddelde toch minstens een 6,0 is, waarmee je voldoet aan de slagingseisen. Elke extra voldoende punt die je hebt is er één, die compenseert dus een onvoldoende punt: Eén 5 compenseer je dus met minimaal één 7.
Slagingspercentages en cijfers
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 94,0%. En daar wil jij natuurlijk bij horen! Er zijn 4 profielen op het VWO: natuur & gezondheid, natuur & techniek, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij. De slagingspercentages verschillen per profiel.
Vanaf de 4e wodt er van je verwacht dat je school serieuzer gaat nemen en er wordt niet meer achter je aangezeten of je je huiswerk nou wel of niet doet. Dat heb je in eigen handen en daar moet je de motivatie voor hebben. In dat jaar (of 5VWO, dat is het lastigste jaar) blijven de meeste mensen zitten.
Kort door de bocht: hoe moeilijker je examen, hoe hoger de N-term en hoe minder vragen je goed hoeft te hebben voor een voldoende. In het geval van de vwo-examens Nederlands lag de N-term de afgelopen vijf jaar gemiddeld rond de 1. De N-term voor vmbo-kb en -bb was een stuk lager, gemiddeld 0,5.
Toegestane uitzonderingen eindcijfers
Je mag twee keer een 5 hebben of één 5 en één 4, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn. Let op dat geen enkel eindcijfer (afgerond) lager mag zijn dan een 4.
Eindcijfers alle examenvakkenJe bent geslaagd als:
je één 5 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn; je een 4 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; je 2 keer een 5 hebt, of een 5 en een 4, en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn.
De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Geen regels studieduur vmbo, havo, vwo
Er zijn geen wettelijke regels die zeggen hoe lang iemand over vmbo, havo of vwo mag doen. Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger.
In schoolrapporten wordt de beoordeling '6−' in het bijzonder gebruikt om aan te geven dat er getwijfeld wordt tussen wel of niet voldoende.
Voor leerlingen die op een ander moment vanuit 6 Vwo instromen in 5 Havo zal een programma op maat moeten worden vastgesteld. De volgende al gemaakte onderdelen worden meegenomen uit eerdere leerjaren. Daarbij wordt het cijfer overgenomen, of de toets wordt opnieuw gewaardeerd.
Versneld examen doen in het vwo kan vanaf het vierde leerjaar. Scholen die meedoen aan de – in dit project onderzochte – regeling Versneld en/of verrijkt vwo krijgen ruimte om lesstof uit de bovenbouw aan te bieden in de onderbouw en daarmee het vwo-programma voor die groep leerlingen te comprimeren tot vijf jaar.
Je mag één centrale examen herkansen, als je denkt dat je het beter kunt. Ook als je een voldoende hebt gehaald voor dat vak.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
U bent geslaagd als u 50% hebt behaald op het examen of de indicator geslaagd hebt gekregen..
Gezakte leerlingen kunnen ook door de vo-school uitbesteed worden aan het vavo. De leerlingen hoeven dan in principe alleen hun onvoldoende vakken over te doen. Hierbij moeten de school en de leerling rekening houden met de exameneis van ten minste een 5,5 voor het gemiddelde centraal examencijfer.
Er mogen niet meer dan drie vijven (555) of één vijf en één vier (54) of één drie (3) voorkomen. Bij dit aantal onvoldoendes met compensatie wordt een leerling altijd besproken. Voor de vakken onder 2.) moet de procesgang voldoende zijn.
Vwo: Je bent cum laude geslaagd als je aan de volgende eisen voldoet: Het gemiddelde voor de vakken in het gemeenschappelijk deel, het profieldeel, het combinatiecijfer en het hoogste cijfer uit het vrije deel moet minimaal een 8,0 zijn. Bij een 7,99 gemiddeld is er geen sprake van cum laude.
Gemiddeld moeten alle resultaten van je centraal examen minimaal een 5,5 (voldoende) zijn. Dit wordt de 5,5–regel genoemd. Zijn al je eindcijfers dus hoger dan een 6, dan ben je sowieso geslaagd.
Over het algemeen is het trouwens waar wat hier gezegd wordt over overgaan van vwo 5 naar vwo 6. Het vijfde jaar wordt door veel meer leerlingen gezien als een moeilijker en zwaarder jaar.
Op nummer 1 staat het vwo-examen Nederlands, met zo'n 25.000 klachten. Op nummer 2 volgt het havo-examen wiskunde A (15.000 klachten). Op nummer 3 vinden we het vmbo-examen biologie (14.000 klachten) en op nummer 4 het havo-examen aardrijkskunde (13.500 klachten).
De meeste leerlingen die gezakt zijn, doen het examenjaar opnieuw. Dat betekent dat je kind alle vakken uit het schooljaar opnieuw doet. Dus ook de vakken die je kind wel gehaald had. Kijk altijd in de schoolgids voor de schoolregels over zittenblijven in het examenjaar.