Bij broddelen horen veel kenmerken, zoals: snel spreken (en onregelmatige spurts in de spraak), over woorden struikelen, woorden in elkaar schuiven, veel "uh's", herhalingen, onduidelijk spreken, veel stopwoordjes, weinig pauzes, enzovoort. Met een juiste diagnose kunnen veel mensen die broddelen worden geholpen.
Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
Als je afasie hebt, dan heb je vaak moeite met lezen, schrijven, spreken, en begrijpen wat iemand zegt. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld te begrijpen wat ze op tv zeggen, of wat er in de krant staat. Ook kun je regelmatig moeite hebben met het vinden van het juiste woord. Of met het maken van zinnen die kloppen.
Bijvoorbeeld, een bank als meubel of een bank als geldinstelling zijn twee verschillende betekenisconcepten in ons hoofd. Woordvindingsproblemen kunnen daardoor twee oorzaken hebben: of je hebt een probleem om op de juiste woordvorm te komen, of je hebt een probleem om het juiste betekenisconcept te vinden.
Als u onduidelijk spreekt of bepaalde klanken niet goed uit kunt spreken, noemen we dit een spraakprobleem. Afhankelijk van de oorzaak is behandeling mogelijk door een neuroloog of KNO-arts. Hierbij wordt vaak een beroep gedaan op een logopedist voor aanvullende tests en behandeling.
Een rustige ademhaling zorgt er namelijk voor dat jouw brein een seintje ontvangt dat alles oké is. Neem daarom even de tijd wanneer je merkt dat je moeilijk uit je woorden komt en adem diep in – één, twee, drie – en weer – aaah – uit. Hierbij kun je de '4-7-8'-ademhaling gebruiken.
De oorzaken van slechte articulatie
Dit wordt ook wel dysartrie genoemd. Hierbij is het zenuwstelsel beschadigd waardoor de spieren die nodig zijn voor de spraak niet goed meer werken. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een beroerte, hersentumor of spierziekte.
Bij een spraakstoornis is er een probleem in de productie van de gesproken taal. Voorbeelden daarvan zijn stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...
Brain fog is het gevoel dat het denken, begrijpen en onthouden niet goed lukt. Je voelt je niet helder, suffig, vergeetachtig, verstrooid of wat verward en kan moeite hebben met je te concentreren of met het oplossen van problemen. Het lukt misschien niet (of moeizaam) om op woorden te komen en wat je wil zeggen.
Door de taalproblemen lijkt het geheugen minder goed te werken. Iemand kan moeilijker de gedachten bij een bepaald onderwerp houden of een gesprek blijven volgen. Het concentratievermogen kan minder zijn. Gedachten ordenen, even de zaken “op een rijtje zetten” heeft veel met taal te maken.
Afasie ontstaat door hersenletsel. De oorzaak van hersenletsel is meestal een bloedvataandoening. Zo'n aandoening wordt ook wel beroerte, hersenbloeding, herseninfarct of hersenattaque genoemd. In medische termen heet het een CVA.
Afasie wordt veroorzaakt door een hersenletsel, meestal een beroerte (CVA). Soms kan ook een infectie, gezwel of ongeval de oorzaak zijn.
Bijna altijd is er in de eerste 3 maanden na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te verkrijgen. Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist.
Gewone geheugenproblemen zijn vaak tijdelijk en kunnen worden veroorzaakt door spanningen, drukte, depressie, somberheid, narcose of ouderdom. Maar geheugenproblemen kunnen ook het gevolg zijn van een hersenaandoening.
Bij spanningen en heftige gebeurtenissen kan het erger worden. Ook bij een depressie, sommige medicijnen of ziekten werkt het geheugen soms minder goed. U kunt ook andere klachten hebben, zoals problemen met aandacht of dingen begrijpen.
Direct merkbare symptomen na hersenletsel
Verwardheid. Geheugenverlies (posttraumatische amnesie: PTA) Hoofdpijn. Misselijkheid of braken.
Vitamine B11 heeft mogelijk een gunstig effect op het denkvermogen bij ouderen. Ook is bekend dat een tekort aan vitamine B12 kan leiden tot problemen met het denkvermogen, zoals vergeetachtigheid.
Wanneer we langdurig veel stress ervaren (vaak op verschillende levensgebieden), kunnen we overspannen raken. Overspannen mensen kunnen vaak niet meer helder denken en nemen geen informatie meer op. Ze voelen zich niet meer in staat problemen het hoofd te bieden.
Wordt u duizelig, ga dan zitten en doe uw hoofd tussen uw knieën. Of ga bewegen, bijvoorbeeld een paar keer op uw tenen staan. Bespreek met uw huisarts wat u kunt doen aan stress en angst. En of er iets aan uw medicijnen kan veranderen.
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de hersenen taal minder goed verwerken. Een kind met TOS heeft daardoor bijvoorbeeld veel moeite met praten of het begrijpen van taal. De gevolgen van een taalontwikkelingsstoornis zijn voor ieder kind anders.
Bij het Thoracic Outlet Syndroom (TOS) is er te weinig ruimte in de schouder- en halsregio (thoracic outlet) voor de vaatzenuwbundel. Met name bij het heffen van de arm. Deze vaatzenuwbundel bestaat uit een ader, slagader en zenuwbundel. Hierdoor ontstaat er een beknelling en daardoor schade aan de vaatzenuwbundel.
Kenmerken van TOS
Het kind lijkt niet te luisteren. Het kind praat (nog) niet of weinig. Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen. Het kind wordt boos als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt.
Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen.
Taal-, spraak- en slikproblemen
Dit noemen we afasie. Iemand met afasie begrijpt soms niet wat er tegen hem gezegd wordt. Soms zegt een afasiepatiënt een ander woord dan hij bedoelt. Ook kan hij moeite hebben met het vinden van woorden en het maken van zinnen.
Bij een dysartrie kan je de woorden en zinnen wel formuleren, maar worden ze niet goed en duidelijk uitgesproken. Ook het ademhalen kan bij een dysartrie moeilijker zijn. Daarnaast kan je stem ook anders klinken. Het kan hierdoor lastig zijn om met anderen te communiceren, omdat je mogelijk lastig te verstaan bent.