Het bitloos rijden van een paard kan om verschillende redenen gedaan worden. Bijvoorbeeld in geval van gebitsproblemen of pijn aan de tong, het tandvlees of de winkel heeft het bitloze hoofdstel zich bewezen als overgangshoofdstel.
Pas in 2009 en 2016 zijn de eerste studies gedaan om bit en bitloos rijden te vergelijken. Er werd gekeken naar prestatie van de paarden en gedrag van de paarden. In alle onderzoeken kwam naar voren dat paarden die bitloos werden gereden beter presteerde en minder negatief gedrag vertoonden.
Het bit wordt doorgaans gebruikt om de sturing van het paard met de teugel te verfijnen. Vanwege de gevoeligheid van de mond is het ongeschikt om uitsluitend daarmee te sturen of te remmen; hiervoor gebruikt men vooral gewichtsverdeling en benen.
Als je paard briest, is dat in de paardentaal een teken van ontspanning. Dit kan bijvoorbeeld na een lekkere maaltijd het geval zijn: het paard briest en geeft aan dat hij vol zit en tevreden is. Sommige dieren briesen als ze na een rit of training weer naar de wei kunnen.
Zowel een bit als een bitloze optoming geven een paard geen vervelend gevoel of doen een paard geen pijn als een paard dit object draagt. Er is maar één factor die een negatieve invloed kan hebben op het bit en de bitloze optoming en dat is de ruiterhand. Die trekt, voert er kracht op uit of zet druk.
Zorg ervoor dat deze niet te strak zit. Twee vingers ruimte is voldoende. Keelriem: De keelriem zit bij de luchtwegen van een paard. Zodra het paard het hoofd naar voren kantelt moet de keelriem nog los zitten.
Het is het beste om je paard eerst op het erf aan een zacht halster en lang touw te laten rondkijken, onderzoeken en snuffelen. Doe dit het liefst met een vertrouwde soortgenoot erbij en ga samen op pad, de meeste paarden voelen zich immers veiliger in een kudde.
Je paard stuurt duidelijke signalen uit
Als je paard in de paddock of in de weide staat, is het altijd een goed teken dat het naar je toe komt gewandeld. Let daarbij ook op de oren en de ogen, want daar kan je veel van aflezen.
Deze hinnik hoor je bijvoorbeeld wanneer alle paarden uit een kudde vertrekken, maar één paard achterblijft. Het paard laat dan via de waarschuwingsroep weten dat hij vergeten is.
Waarom rusten paarden staand uit? In het wild moeten paarden altijd alert zijn op roofdieren. Als ze dan gaan liggen om te slapen, komen ze nooit op tijd weg als er een roofdier aan komt gesprint. Daarom hebben paarden een mechanisme dat zorgt dat ze ook staand kunnen rusten.
Wanneer het paard spanning in de mond en kaak heeft kan dit leiden tot tandenknarsen. Een vervelend geluid voor de mens, en een onaangename, moeilijk gewoonte om te doorbreken bij het paard. Tandenknarsen kan ook voorkomen bij paarden die fijn in de aanleuning lopen, en verder geen ongemakken (lijken te) ervaren.
Als een paard onrustig is met het bit – door er bijvoorbeeld steeds op te bijten of te schudden met het hoofd – kan dat een teken zijn van gebitsproblemen. Proppen maken betekent dat een paard hooi kauwt, er een balletje van maakt en het daarna weer uitspuugt.
De Bustrens is een vriendelijk bit voor de paardenmond en is heel eenvoudig. Dit bit knijpt niet in de hoeken van de paardenmond tijdens gebruik. De D-trens is vergelijkbaar met de Bustrens. De D-trens heeft een ringverbinding die verder van de paardenlippen is dan andere startersbitten.
Behalve voor personen die al aan een rugletsel lijden, is paardrijden gunstig voor de rug. Deze sport kan zelfs rugpijn verhelpen als deze door spierverslapping wordt veroorzaakt. Doordat je goed recht op het paard moet zitten, worden de spieren van de ruggengraat en de buikwand sterker gemaakt.
Momenteel is het in alle takken van de sport, met uitzondering van de springsport en de endurance, nog niet toegestaan om bitloos te rijden op wedstrijden. Ook organiseert de KNHS dit jaar een testwedstrijd voor bitloos rijden.
Groente en fruit
Het nadeel is namelijk dat vooral fruit erg veel suiker kan bevatten. Als paarden te veel suiker binnen krijgen vergroot dit de kans op (gas)koliek of hoefbevangenheid. Als je het met mate voert kun je naast de gebruikelijke appels ook peren, bananen, perziken of pruimen voeren.
Het orenspel. Aan de stand van de oren kun je zien in wat voor stemming het paard is. Heeft het paard zijn oren naar voren, dan is hij meestal in een goede bui en oplettend. Worden de oren iets naar achter gespitst, dan hoort het paard een geluid achter zich.
Je laat het paard je hand targetten op hoofdhoogte. Als dat goed gaat breng je deze steeds dichter bij je wang, totdat je de hand tegen je wang aanduwt. Uiteindelijk haal je je hand weg, wijs je naar je wang en zeg je het signaalwoord "Kusje" of "Lik".
Stampen is een manier om irritatie aan te geven. Vaak is het een kleine irritatie zoals een vlieg. Maar in sommige gevallen zie en hoor je paarden meerdere keren per uur stampen. Wanneer de irritatie erger wordt zie je vaak ook dat het paard gaat bijten in de kootholte / sokken.
Paarden zijn sociale dieren en kunnen de aanwezigheid van andere paarden en mensen waarderen. Er is bewijs dat paarden emoties kunnen ervaren en herinneringen kunnen maken, daarom is het mogelijk dat een paard iemand of iets kan missen met wie of waarmee het een hechte band heeft.
Als je paard ontspannen is, loopt je training het lekkerst; dat herken je vast wel. Op dat moment reageert hij het beste op je hulpen en leert hij het makkelijkste een nieuwe oefening. En als het dan zo goed gaat, dan beloon je je paard natuurlijk.
Een hele goeie plek, is de plek vlak achter de schoft, daar waar het zadel zou liggen. Het is de plek waar paarden elkaar 'groomen' (=elkaar zachtjes kroelen en masseren met de voortanden en lippen), uiteraard alleen als ze elkaar leuk vinden.
Omdat de juiste houding van je handen zo belangrijk is, is het goed voor jezelf te herhalen hoe je je handen hoort te houden. De handen zijn gesloten. De iets gebogen duimen drukken de teugels licht op de wijsvinger en voorkomen dat de teugels door de hand glijden. De handen staan rechtop en de pols is lichtgebogen.
van de wegcode bepaalt dat buiten de bebouwde kom, de maximumsnelheid beperkt is tot 120 km/u op autosnelwegen en op openbare wegen verdeeld in vier of meer rijstroken waarvan er ten minste twee bestemd zijn voor iedere rijrichting, voor zover de rijrichtingen anders dan door wegmarkeringen gescheiden zijn. OPGELET !!