De competentie overtuigingskracht zorgt ervoor dat jij je makkelijk kunt verplaatsen in de doelgroep en hun behoefte kunt omzetten in argumenten om je eigen mening te ondersteunen. Je bent ambitieus, inspirerend en kunt moeiteloos de focus op de voordelen leggen.
Overtuigen (of overreden) is een manier van beïnvloeden. Je zorgt ervoor dat de ander iets van je overneemt: een inzicht, mening, idee of voorstel. Overtuigen is een soft skill die je kunt aanleren. Maar alleen als je zelf overtuigd bent van je boodschap, kun je ook overtuigend zijn.
De competentie Overtuigingskracht beschrijft in hoeverre u anderen weet te overtuigen door middel van goede argumenten en of u uw methode/tactiek aan de persoon en situatie aanpast. Een voorbeeld van een vraag die hoort bij deze competentie is: "Ik weet op welk moment ik een bepaald argument het beste kan inbrengen".
“Overtuigingskracht is het in staat zijn om anderen te overtuigen van een bepaald standpunt gericht op het verkrijgen van instemming met bepaalde plannen, ideeën of producten.”
Wat is het verschil tussen overhalen en overtuigen?
Een tekst heeft als doel overtuigen als de schrijver wil dat de lezer de mening van de schrijver overneemt. Als het doel overhalen is, probeert de schrijver de lezers wel of niet iets te laten doen.
Personen die goed zijn in overtuigen begrijpen dat ze hun invloed spaarzaam en bewust moeten gebruiken. Ze begrijpen dat het in de meeste gesprekken niet nodig is om iemand proberen te overtuigen. Als mensen zich aangevallen voelen zullen de meeste mensen in de verdediging schieten.
Je brengt de boodschap op een positieve wijze over en je ontvangt de boodschap van de ander positief. Je beheerst de invloedvaardigheden: overreden, stellen, inspireren en overbruggen. Je komt geloofwaardig over en je bent echt en oprecht! Je stemt jouw communicatie af op de behoeften van de ander.
Iemand overhalen betekent 'iemand overtuigen, overreden (om iets te doen)'. Overhalen kan in de standaardtaal in het hele taalgebied gebruikt worden als scheidbaar samengesteld werkwoord.
Betoog. In een betoog staat altijd duidelijk de mening van de schrijver. De schrijver wil jou als lezer immers overtuigen van die mening. Je zal in een betoog dan ook regelmatig het woord 'ik' zien staan ('ik vind', 'ik ben van mening dat…').
Een overtuiging bestaat uit wat iemand gelooft en waar hij van uitgaat. Onze overtuigingen bepalen wat we als mogelijk en onmogelijk ervaren, wat we als oorzaken van ervaringen en feiten zien en welke betekenis we geven aan ervaringen.
Grijp je kans en geef aan dat jij wel bereid bent om de taak op je te nemen. Benadruk dat je erg druk bent maar graag tijd vrij maakt om collega X te helpen. Door dit te benadrukken creëer je nog net iets meer goodwill bij je collega's dan wanneer je dit niet zou doen.
We schrijven het met een d, omdat de verledentijdsvorm overtuigde op -de eindigt. In bijvoorbeeld Hij overtuigt mij is overtuigt een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: we schrijven de stam overtuig + -t. Meer over deze regel in de Woordenlijst.
Mensen zullen pas goed aan jouw verzoek voldoen als ze daartoe zelf de bereidheid voelen. Bereidheid dwing je niet af. Je kunt een beroep doen op iemands bereidheid door hem of haar een vraag te stellen. Maar let wel goed op hoe je die vraag stelt.