Koud water is beter, aldus Paul Zonnenberg, eigenaar van restaurant Jacketz tegen AD. “Als je aardappelen meteen in kokend water legt heb je de kans dat de buitenkant te snel gaar wordt, terwijl de kern nog niet mee opgewarmd is. Met koud water voorkom je dus dat de ze oneven gaar worden.”
Opzetten in koud of kokend water? Je hebt fervente aanhangers van 'koud opzetten', maar eigenlijk moet je het water eerst aan de kook laten komen voor je de aardappelen toevoegt. Op deze manier blijven alle vitamines en mineralen het beste bewaard. Nog beter is om aardappelen te stomen of in de schil te koken.
Ongekookte, geschilde aardappelen kan je, ondergedompeld in water, tot 2 dagen bewaren in de koelkast. Opgelet, de kwaliteit van de aardappelen gaat op deze manier wel snel achteruit. Beter is dus om ook de te veel geschilde aardappelen te koken en als restje te bewaren in de koelkast.
Als zout in water oplost ontstaan kleine en beweeglijke atomen die gemakkelijk in het voedsel kunnen binnendringen. Zout toevoegen bij aardappelen bevordert dan wel weer de snelle garing van het delicate buitenste.
Je kunt ze na het afgieten nog even droog koken. Doe de aardappelen dan weer in de pan en zet ze nog een paar minuten op een laag vuur. Schud ze af en toe even om om te voorkomen dat ze aanbranden.
Soms lees je wel eens dat je nieuwe aardappelen twee keer moet koken om eventuele giftige stoffen te doden, maar dat is totaal overbodig. Het klopt wel dat primeuraardappelen meer solanine – een natuurlijke en licht giftige stof – bevatten, maar die is in normale hoeveelheden niet schadelijk voor volwassenen.
Wanneer je kruimige aardappelen te lang laat koken, vallen ze steeds meer uit elkaar en worden ze papperig.
Aardappels wassen
Het wassen van geschilde aardappelen is om er zeker van te zijn dat er geen modder, zand of overige vuil op de aardappelen zitten. Ze komen uit de grond, maar het verwijdert ook gelijk een laag zetmeel. Hierdoor zal je water waarin je de aardappelen kookt niet meer zo troebel zijn.
Gekookte aardappelen maak je door ze te schillen, in stukken te snijden en te wassen. Doe ze vervolgens in een pan (warm) water en laat dat koken. Na ongeveer 15 tot 20 minuten controleer je of de aardappelen gaar zijn door er met een vork in te prikken. Als ze zacht geworden zijn, zijn ze gaar.
De gemiddelde wereldwijde 'waterfootprint' van aardappelen is 290 liter per kilo. In Nederland met hoge opbrengsten en veel bewolking is dat slechts 100 liter per kilo. Een aardappel heeft zo'n 10 mm water per ton opbrengst nodig.
Met koud water voorkom je dus dat de ze oneven gaar worden.” Snijd de aardappels in gelijke stukken en kook ze in 15 tot 20 minuten gaar, afhankelijk van de grootte. Prik er af en toe in om te kijken of ze gaar zijn.
Schil je de aardappelen alvast voor een andere dag? Bewaar de geschilde (en gesneden) aardappelen in een afsluitbaar bakje en vul deze verder met flink water zodat ze helemaal onder staan. Deksel erop en klaar!
Wil je grotere aardappels, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: bij vroege aardappels is dat rond eind juni, bij latere in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kun je ze niet meer bewaren.
Bewaar aardappelen op een donkere, koele en droge plaats. Dit voorkomt de vorming van uitlopers en groene plekken met een hoog solanine-gehalte. Snijd groene plekken, uitlopers en beschadigde plekjes van aardappelen ruim weg. Snijd plekjes ook goed weg wanneer de aardappelen in de schil worden gegeten.
De vitaminen in aardappelen zijn gevoelig voor warmte, lucht, licht en water. Aardappelen bewaren doe je daarom best op een koele (tussen 2 en 10 °C), donkere, droge en goed verluchte plaats (bv. kelder (kast)) in een geperforeerde papieren zak, een net of een open mand.
Deze ontstaan door verschillende oorzaken. De twee grootsten zijn het opslaan op een te warme plek en het te lang bewaren van de aardappel. Om te voorkomen dat uw aardappel scheuten krijgt luidt ons advies om de aardappelen altijd op een koele en donkere plek te bewaren, zoals een schuur of kelder.
Schilt u de aardappelen, spoel ze dan goed af voor u ze in een laagje water zet. Zo spoelt u het overtollige zetmeel weg. Een bloemige of kruimige aardappel heeft niet zoveel water nodig, die stoomt gaar.
Als je aardappelen in (kleine) stukken snijdt voor je ze kookt/stoomt, zullen ze ook veel sneller garen. Die techniek is bijvoorbeeld handig als je ovenschotels, gratin of gebakken aardappelen maakt en er zeker van wil zijn dat de aardappelen volledig gaar zijn.
Plant de aardappelen in rijen.
Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten. Leg vervolgens in elk plantgat een knolletje. Let erop dat de knolletjes met de mooiste scheut naar boven liggen. Vul de plantgaten verder aan met grond, druk zachtjes aan en geef water.
Ze voorkomen dat er “wondjes” ontstaan in het plantenweefsel, waar ziektekiemen kunnen binnendringen of die tot uitdroging leiden. Vergelijk het met de korstjes die bij ons op wondjes ontstaan.
Eet aardappelen alleen in de schil als ze vers en onbeschadigd zijn. Gebruik eventueel een scrubhandschoen om de schil van de aardappelen schoon te maken. Of kook de aardappelen in de schil, laat ze dan even 'schrikken' in ijskoud water als ze gekookt zijn. De schil gaat er dan gemakkelijker af.
Ze ontstaan als gevolg van een onvoorzichtige behandeling tijdens het rooien, vervoeren of verwerken van de knollen. Blauwe plekken zijn niet schadelijk voor de gezondheid, en beïnvloeden de smaak niet.
Onze eerste tip voor het koken van aardappelen: kook ze gewoon in de schil! Dat is niet alleen lekker omdat het een beetje een bite geeft, maar vlak onder de schil zitten ook de meeste vitaminen. Bovendien: is er iemand die aardappelen schillen géén rotwerkje vindt?
Aardappels die gebruikt worden om te koken, kunnen wel in de koelkast worden bewaard. Als je aardappels gekookt hebt, zijn ze nog 2 dagen houdbaar in de koelkast en zo'n 3 maanden in de diepvries. Het aardappelras, kooktype en de kwaliteit bepalen waarvoor de aardappel geschikt is.