Over het algemeen is het zo dat een baby zich overstrekt als reactie op negatieve prikkels, zoals pijn en stress. Bekend is dat baby's onrustig worden als ze: Te veel prikkels tegelijk krijgen, zoals lawaai, hard gepraat, fel licht, een te koude of te warme omgeving. Te veel speelgoed om zich heen hebben.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
Een baby die zich overstrekt, spant bij stress of als hij overstuur is zijn strekspieren aan zijn rugkant krachtig aan. Hij gooit zijn hoofd in zijn nek, strekt zijn benen, balt zijn vuisten en ligt als een plank op je arm. Zijn strekspieren zijn sterker dan zijn buigspieren.
Goed vasthouden helpt je kindje als het onrustig of gespannen is. Stevig vastpakken geeft steun en vermindert het (over)strekken van je baby en daarmee spanning in zijn/haar lijfje. Te voorzichtig oppakken kan je baby laten schrikken, net als onverwachte en lichte aanrakingen.
Het is belangrijk voor de ontwikkeling van je baby dat een strekkende en gebogen houding afgewisseld wordt. Meestal gaat dat vanzelf, maar sommige baby's strekken steeds hun benen en leggen hun hoofd in de nek. De strekspieren in de rug spannen zich daardoor sterk aan. Overstrekken noemen we dat.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Baby's gooien vaak hun benen in de lucht tijdens het slapen omdat ze hun spieren ontwikkelen. Dit kan worden gezien als een manier voor baby's om hun spieren te strekken en te versterken terwijl ze slapen. Het kan ook helpen om de bloedsomloop te verbeteren en de spijsvertering te stimuleren.
Stress bij de baby is te herkennen aan een hoge hartslag en een snelle ademhaling op de monitor. Verder kunt u stress bij uw kindje herkennen aan ongecontroleerde, schrikachtige bewegingen, het afwenden van het hoofdje, gestrekte en gespreide vingers, overstrekken en hoog huilen.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
Oververmoeidheid herkennen
Wrijft je baby veel in de ogen? Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap.
Maar als je baby regelmatig overdag weigert te slapen, of juist steeds 's nachts wakker wordt, dan kan dit leiden tot een verstoord slaappatroon. Signalen van zo'n verstoord slaappatroon uiten zich in veel huilen waarbij de baby niet neergelegd wil worden en het alleen in jouw armen slaapt.
Alerte baby's worden vaak van een kleine prikkeling al wakker, zoals van het laten van een windje. Dit maakt het doorslapen voor deze groep baby's moeizamer. Een baby die te lang wakker is of te weinig slaap krijgt, kan de prikkels tussendoor niet verwerken en bouwt deze prikkels op.
Uw baby wacht af wat er komen gaat; Een geopende hand met ontspannen vingers betekent dat de baby zich lekker voelt; Een half open hand met de wijsvinger eruit kan betekenen dat uw baby nieuwsgierig is naar wat er gaat gebeuren; Een vuistje tegen het afgewende hoofdje betekent dat uw baby moe is.
Over het algemeen is het zo dat een baby zich overstrekt als reactie op negatieve prikkels, zoals pijn en stress. Bekend is dat baby's onrustig worden als ze: Te veel prikkels tegelijk krijgen, zoals lawaai, hard gepraat, fel licht, een te koude of te warme omgeving.
Beweging is goed voor de ontwikkeling van je baby, dus speels zwiepen met armen en benen is niets om je zorgen over te maken. De baby beweegt veel met armen en benen om te ontdekken wat er allemaal mogelijk is met het lichaam. Beweging is niets om je druk over te maken.
Op de buik- of zij slapen zorgt bij baby's voor een vergroot risico op wiegendood. Dat komt omdat jonge baby's niet zelfstandig om kunnen draaien. Het is dus heel gevaarlijk als je baby met het gezichtje naar beneden in het matras komt te liggen, omdat deze dan geen adem meer kan halen.
Een drukke baby:
heeft vaak geen duidelijk slaap- en eetritme. slaapt vaak moeilijker in en wordt 's nachts vaker wakker. is onrustig: huilen, spartelen … is snel geprikkeld.
Uw baby kan zichzelf troosten en rustig worden. Dit noemen we zelfregulering. Hierdoor voorkomt of vermindert uw baby stress. Als het stressniveau toch teveel toeneemt, is het lastig voor uw baby om zichzelf te troosten.
De gevolgen van een trauma tijdens de zwangerschap of geboorte lopen uiteen. Soms zijn gevolgen al direct zichtbaar bij het pasgeboren kindje. Voorbeelden hiervan zijn veel en lang huilen, erg aanhankelijk zijn, eet- of slaapproblemen, problemen met slikken, darmkrampen, overstrekken, onrust en een voorkeurshouding.
Je baby voelt het als jij ontspannen bent. Hij voelt zich dan ook beter. Als je moe bent of verdrietig, reageert je kind daar ook op. Zo leert je baby om te gaan met gevoelens.
Kinderarts Ernst Moro was ervan overtuigd dat de reflex een instinctieve reactie is: baby's willen zich aan iemand vastklampen omdat dat, ook tijdens het slapen, veiligheid biedt. Op het moment dat je je baby dus probeert 'weg' te leggen zou je baby schrikken omdat het veilige, geborgen gevoel dan wegvalt.
Baby's die op hun rug liggen, zullen spartelen met hun armen en benen. Zo krijgen ze controle over de bewegingen van armen en benen en oefenen ze de balans van hoofd en romp. Pas wanneer deze balans goed is ontwikkelt zal je kindje naar de volgende stap in zijn bewegingsontwikkeling gaan, het rollen van rug naar buik.
Leren kruipen
Andere kindjes beginnen dan weer wel eerst met kruipen. Op deze manier verloopt de ontwikkeling van elke baby anders. Gemiddeld gezien gaat een baby kruipen als hij ongeveer tussen de 7 en 9 maanden oud is. Je kunt je baby ook helpen met leren kruipen.
Sommige baby's zijn al op jonge leeftijd erg onrustig. Dit kan allerlei oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld komen door lichamelijke ongemakken, zoals darmkrampen, reflux of een vastzittend boertje. De meest voorkomende oorzaak is een onregelmatig slaap- en drinkpatroon.