Fietsers moeten andere fietsers links inhalen, maar mogen bestuurders van andere voertuigen rechts inhalen. Inhalen is verboden op, of vlak voor, een voetgangersoversteekplaats.
binnen bebouwde kom: minstens 1m zijdelingse afstand te bewaren bij het inhalen; buiten bebouwde kom: minstens 1,5m zijdelingse afstand te bewaren bij het inhalen; in een fietsstraat: achter de fietser blijven. Je mag deze dus niet inhalen.
(Tijdelijke) fietsstraat
In een fietsstraat wordt het gemotoriseerd verkeer beperkt tot 30 km per uur en mogen fietsers niet ingehaald worden. Deze maatregel vergroot de capaciteit en veiligheid voor fietsers, wat stimuleert om te fietsen. Voor deze maatregel is een tijdelijke politieverordening nodig.
Hij moet een zijdelingse afstand van ten minste één meter laten tussen zijn voertuig en de fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets. M.a.w. fietser zijn bij het inhalen niet verplicht 1 meter afstand te respecteren. Het is voor fietsers ook niet aangenaam om mee in autofiles te moeten staan.
Bescherming door de wet (artikel 185 Wegenverkeerswet)
Dit geldt niet wanneer je als fietser of voetganger wordt aangereden door een motorrijtuig (auto, motor, bromfiets, snorfiets etc.). De wet bepaalt dat de bestuurder van het motorrijtuig aansprakelijk is, tenzij hij overmacht kan bewijzen.
Als de autobestuurder in zijn recht is
Fietsers zijn namelijk burgerlijk aansprakelijk voor de schade die zij aan derden toebrengen. Daarom hebt u er als fietser alle belang bij een familiale verzekering af te sluiten om met een gerust hart de weg op te gaan.
De maximumsnelheid in een fietszone is 30 km/u voor alle weggebruikers. In een fietsstraat is het verboden om fietsers in te halen en moeten alle gemotoriseerde voertuigen dus altijd achter de fietsers blijven.
Eigenlijk kunnen we hierover kort zijn: de fietsstraat heeft geen juridische status in Nederland. De fietsstraat wordt niet genoemd in de Wegenverkeerswet 1994, noch in het Regle- ment Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990.
Verkeersregels voor fietsers
Fietsers moet zich aan de verkeersborden en verkeersregels houden. Zo moeten zij op het fietspad rijden. Als er geen fietspad is, moeten zij rechts op de rijbaan rijden. Voor een elektrische fiets (of e-bike) gelden dezelfde verkeersregels als voor een gewone fiets.
Het links inhalen van een fietser is verboden bij het naderen van de top van een helling en in bochten, wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is, behalve indien kan ingehaald worden zonder de doorlopende witte streep te overschrijden die het voor de tegenliggers bestemde deel van de rijbaan aflijnt.
Een inhaalverbod is eenvoudigweg een verbod om in te halen. Dit verbod geldt op snelwegen met 2 x 2 rijstroken en dit minstens tijdens de brede spitsuren. Bij drukke snelwegen kan dit ook gedurende de volledige dag gelden.
Verkeer dat op de rotonde rijdt, heeft in principe voorrang op verkeer dat de rotonde nadert of verlaat. Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Op rotondes buiten de bebouwde kom heeft de fietser geen voorrang. Een fietser die de rotonde volgt moet daar voorrang geven aan afslaand autoverkeer.
Sinds 2019 moeten autobestuurders buiten de bebouwde kom anderhalve meter afstand houden tot fietsers en voetgangers die ze passeren. Vroeger was dat één meter. Kun je als autobestuurder die afstand niet garanderen, dan moet je achter de fietser blijven rijden tot wanneer het wel kan.
Rijd je in een file op meerdere banen in dezelfde richting? Dan mag je de file rechts inhalen. Fietsers moeten elkaar links inhalen. Echter, als fietsers andere bestuurders, bijvoorbeeld een automobilist, willen inhalen, mag dat ook rechts gebeuren.
In fietsstraten geldt de voorrang van rechts. Een voertuig dat van rechts de fietsstraat inrijdt, heeft dus voorrang op de fietsers, tenzij daarop een uitzondering bestaat en dit aangekondigd wordt door een verkeersbord.
Het begin van de fietsstraat wordt aangeduid met een verkeersbord. De fietsstraat eindigt bij het eerstvolgende kruispunt, tenzij er een zonale geldigheid van kracht is (te herkennen aan een bord 'fietsstraat' op een zonebord). Je mag met de auto een fietsstraat inrijden, maar je mag er niet sneller rijden dan 30 km/u.
Motorvoertuigen hebben toegang tot fietsstraten maar moeten achter de fietsers blijven. De snelheid mag in een fietsstraat nooit hoger liggen dan 30 km/u. Dat geldt voor alle weggebruikers.
Aanrijding bij het inhalen: Inhalende bestuurders moeten voorrang verlenen. Bij een aanrijding bij het inhalen is de inhalende auto aansprakelijk voor de schade. Bij inhalen wissel je van rijbaan. Wisselen van rijbaan is een bijzondere manoeuvre in de zin van artikel 54 RVV.
Een voertuig links inhalen
Wanneer een voertuig trager rijdt dan de maximaal toegelaten snelheid, dan kan je dat voertuig links inhalen. Om over inhalen te kunnen spreken, moet het voertuig voor jou wel in beweging zijn.
De omgekeerde driehoek (bord B1) betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders die op de openbare weg rijden die jij wilt oprijden, en dat je, indien het nodig is moet stoppen.
Voor fietsers vanaf 14 jaar geldt dat de eigenaar van de auto altijd voor tenminste 50 % van de schade van de fietser aansprakelijk is. Alleen als er sprake is van 'overmacht' of 'aan opzet grenzende roekeloosheid', geldt dat 50 %-principe niet.
Bij een aanrijding tussen een motorrijtuig en een zwakke verkeersdeelnemer, zoals een fietser of een voetganger, is de bestuurder van het motorrijtuig standaard aansprakelijk. Er zijn uitzonderingsgevallen, maar de zwakke verkeersdeelnemer wordt wettelijk beschermd.
Tegenwoordig vallen fietser volgens de wet onder bestuurders, net als auto's, scooters en alle andere motorvoertuigen. Fietsers en motorvoertuigen zijn dus nu voor de wet gelijk. Dit betekent dat nu de hoofdregel bij voorrang geldt.