Er is niet één speciale oorzaak voor het ontstaan van een depressie. Het is bijna altijd het gevolg van een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Erfelijkheid is de belangrijkste natuurlijke (biologische) factor. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere.
Bijvoorbeeld relatieproblemen of een echtscheiding, ziekte of dood van de partner, spanningen op het werk. Ook positieve gebeurtenissen kunnen soms heel ingrijpend zijn, zoals de geboorte van een kind. Deze drie oorzaken kunnen allen een rol spelen bij het ontstaan van een depressie.
Naast gevoelens van somberheid kunnen ook gevoelens en gedachten van leegte, onmacht en minderwaardigheid een signaal zijn. U voelt zich bijvoorbeeld onzekerder dan voorheen en er is een toename van twijfels en besluiteloosheid. Emotionele onevenwichtigheid wordt ook wel gezien als een voorteken.
Bij het ontstaan van een depressie zijn vooral serotonine, noradrenaline en dopamine van belang. In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters.
Goede of slechte ervaringen of gebeurtenissen die je leven opeens erg veranderen, kunnen ervoor zorgen dat je depressief wordt. Voorbeelden daarvan zijn het verlies van je partner, ontslag of een verhuizing. Maar denk ook aan schokkende gebeurtenissen die je somber en angstig maken, zoals een beroving of een ongeluk.
Een depressie hoeft niet noodzakelijkerwijs een directe externe oorzaak te hebben. Vaak gaat het om een combinatie van factoren als aanleg, persoonlijkheidsfactoren en gedrag, zoals bijvoorbeeld de neiging om onaangename gedachten en gevoelens te vermijden.
Het is volkomen normaal dat je daar allerlei gevoel bij hebt: verdriet, angst, woede, somberheid. Als je die dingen ervaart, weet je vaak waar ze mee te maken hebben en het gevoel komt en gaat. Je kunt erover praten, je kunt erom huilen soms misschien een beetje lachen, er zit beweging in.
Uit observationeel onderzoek is al langer bekend dat voeding een risicofactor is voor de ontwikkeling van depressie. Voedingsmiddelen die geassocieerd zijn met een verhoogde kans op depressie zijn onder andere industrieel bewerkte en suikerrijke producten.
De bevindingen laten een sterk verband zien tussen vitamine D en depressie. Een vitamine D tekort en een depressie zouden beiden uitingsvormen kunnen zijn van een onderliggende biologische kwetsbaarheid voor depressie. Het kan ook zijn dat vitamine D betrokken is bij de totstandkoming van een depressie.
U vindt het moeilijk om zich te concentreren, u merkt dat het denken langzamer gaat. U vindt met moeilijk om beslissingen te nemen. U bent onrustig (of anderen zien aan u dat u onrustig bent), of juist heel traag in uw beweging.
vermoeidheid en verlies van energie; overmatige schuldgevoelens of het gevoel waardeloos te zijn; moeite met concentreren, traag denken en geen beslissingen kunnen nemen; regelmatig denken aan de dood of zelfdoding.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel. Depressiviteit worden niet altijd tijdig herkend.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI's genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor vermindert de depressie en verbetert de stemming. Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
Vaak hebben mensen met depressieve klachten nergens zin in of energie voor, hebben ze moeite met hun werk doen en zien ze overal tegenop. Ook verzorgen ze zichzelf minder goed en besteden ze weinig tot geen tijd aan vrienden of familie. Iemand met een depressie, draagt meestal de hele dag een zwaar gevoel met zich mee.
Alcohol en drugs kunnen een depressie veroorzaken en verergeren. Vaak zijn er ook zorgen over praktische problemen, zoals geld, werk, het gezin of woonruimte. Probeer het niet allemaal alleen op te lossen.
Alcohol als uitlokker van depressie
Hoe langer overmatig drinken voorkomt, hoe meer kans op ontregeling en depressie. Hoe jonger je begint met veel drinken, hoe hoger de kans op verslaving en depressieve klachten. Door het veelvuldige drinken zelf ontstaan lusteloosheid en sombere gevoelens.
Stel regelmatig voor om samen iets actiefs te doen, zoals een stuk wandelen, fietsen of hardlopen. Ontmoedig alcohol of drugsgebruik. Alcohol en drugs kunnen een depressie verergeren. Help zo nodig bij praktische dingen zoals koken of de administratie doen.
Eet evenwichtig.
Geef wel de voorrang aan gezonde voedingsmiddelen (fruit, groenten, zetmeelrijke producten en vis) en beperk je consumptie van snoep, chips en vleeswaren. De ideale verhouding voor de aanvoer van energie is 10-15 % uit eiwitten, 30-35 % uit vetten, 50-55 % uit koolhydraten.
Bij een depressie hebben mensen vaak de neiging om veel thuis te blijven en stil te blijven. Regelmatige beweging is belangrijk en kan helpen bij het voorkomen of verminderen van een milde of lichte depressie. Denk bijvoorbeeld aan zwemmen, hardlopen of fietsen. Eigenlijk zijn alle sporten geschikt.
Magnesium en depressie
Magnesium speelt een vitale modulerende rol in de biochemie van de hersenen. Zo beïnvloedt het anti-stressmineraal verschillende neurotransmissie routes die verband houden met het ontwikkelen van depressies.
Een zware depressie leidt in 1 op 15 gevallen tot zelfmoord. Hoe sneller men ingrijpt, hoe makkelijker een depressie te verhelpen valt. Een depressie leidt bovendien ook vaak tot middelenmisbruik (drugs, alcohol, benzo's…). Meer dan 50% van de depressieve personen vertoont een bijkomende angststoornis.
Het kan voorkomen dat je een aantal dagen last hebt van somberheid of dat je minder goed in je vel zit. Meestal gaan deze depressieve gevoelens vanzelf weer over. Mensen die depressief zijn hebben langer dan twee weken last van stemmingsklachten. Hoe lang een depressie duurt kan enorm verschillen per persoon.
Toch zijn er wel verschillen tussen een burn-out en een depressie. Bij een burn-out staat de vermoeidheid op de voorgrond en bij depressie een somber gevoel. Je bent dus bij een burn-out vooral heel moe. Bij een depressie heb je vooral nergens zin in.