Ze kunnen zich met hun klauwtjes langs haren klimmend voortbewegen en nog behoorlijk snel ook, maar ze kunnen niet springen en ook niet over gladde oppervlakten lopen. Je hoeft dus niet bang te zijn dat een luis vanaf een kraag van een jas aan de kapstok op jouw jas springt.
Hoofdluis begint vaak met jeuk, maar niet altijd. Als je controleert, kijk dan goed tussen de haren, vooral achter de oren en in de nek. Je ziet de hoofdluizen dan bewegen. Ook als je geen luizen ziet maar wel grijswitte puntjes, is er waarschijnlijk sprake van hoofdluis.
Als je goed kijkt, kan je de luizen zelf zien. De eitjes of 'neten' van de luizen zitten stevig vastgekleefd aan de zijkant van de haren. Die kan je ook gewoon zien, en zelfs voelen als je het haartje tussen je vingers laat glijden.
Luizen die per ongeluk op de grond te terechtkomen, zullen snel dood gaan door gebrek aan warmte, uitdroging of uithongering. Ze zijn niet in staat op omhoog te kruipen via meubels gordijnen of kleren e.d. Ook kunnen hoofdluizen niet springen. Luizen kunnen eigenlijk alleen goed bewegen op haar.
Waar kunnen luizen niet tegen? Malathion, permetrine en dimeticon. In de praktijk blijkt dat luizen steeds ongevoeliger worden voor malathion en permetrine. Aanbevolen door het RIVM: middelen met dimeticon.
- Twee weken lang elke dag kammen met een netenkam (daarmee vang je zowel luizen als neten). Het dagelijks uitkammen van de luizen en neten (dood of levend) voorkomt dat tussentijds uitgekomen nimfen uitgroeien tot volwassen luizen en voorkomt daarmee dat nieuwe eitjes worden gelegd.
Luizen gaan niet vanzelf weg. Als je ze niet bestrijdt, zullen ze alsmaar vervelender worden. Luizen vermenigvuldigen zich namelijk erg snel: een volwassen hoofdluis legt tot 6 eitjes (neten) per dag die ongeveer een week later uitkomen.
Gescheiden van het menselijk lichaam, dus zonder bloed, kan een volwassen luis bij kamertemperatuur (20°C) maximaal 2 dagen overleven.
Dat komt omdat luizen van hoofd naar hoofd kruipen wanneer er direct hoofdcontact is. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, vliegen of springen luizen niet van het ene hoofd naar het andere. Ze kruipen met een snelheid van 6 tot 30 cm/minuut.
Probeer eens haarlak of haargel! Uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat kinderen die haarlak of gel gebruiken, veel minder last hebben van hoofdluis dan jongeren die dit soort middelen niet gebruiken.
En controleer het haar met een luizenkam.
Dit helpt tegen klitten. Kam vanaf de huid tot aan de punten van het haar. Doe dit boven een wit papier of een witte wasbak. Luizen die bij het kammen in de wasbak of op het papier vallen, ziet u als kleine grijze of bruine spikkels bewegen.
Bepaalde criteria, die niet altijd kenmerkend genoeg zijn, helpen om ze te onderscheiden: Neten kleven meer aan het haar en blijven aan de hoofdhuid vastzitten, zelfs als het haar wordt bewogen; Schilfertjes glijden gemakkelijker langs het haar en kunnen zelfs op de kleren terechtkomen.
De jeuk lijkt erg op dat van een insect dat over de huid loopt en zo blijft iemand vaak overtuigd van het feit dat er nog luizen zijn.
Schipper: 'Iemand zonder jeuk heeft pas door dat-ie luizen heeft op het moment dat het er zoveel zijn dat er dode luizen in de wastafel of op het kussen vallen. Dan zitten er al duizenden neten op het hoofd en moet er stevig worden behandeld om van de luizen af te komen.
LET OP: met een föhn is het niet mogelijk om neten effectief en veilig dood te drogen! Een föhn is gemaakt om haren te drogen. Neten daarentegen zitten bij de huid.
Besmetting met de hoofdluis is niet het gevolg van een onhygiënisch milieu. De hoofdluis heeft geen voorkeur voor schoon of niet-gewassen haar. Hoofdluizen kunnen niet springen, vliegen of zwemmen. Alleen door direct contact kan de hoofdluis zich verspreiden naar een andere gastheer.
Hoofdluizen zijn kleine insectjes van ongeveer drie tot vier millimeter groot, die zich verstoppen in de haren. Hier voeden ze zich aan de hoofdhuid.
Een stijltang tegen luizen gebruiken is echter niet zonder gevaar en bovendien is het absoluut niet bewezen dat de luizen en neten doden met een stijltang effectief zou zijn. Het afscheren van de haren kan ook helpen om luizen te bestrijden.
Knuffels en beddengoed wassen niet meer nodig
Luizen worden hoofdzakelijk via haar-haarcontact overgebracht. Er zijn geen aanwijzingen voor verspreiding via de omgeving. Met deze aanpassing van de richtlijn sluit het Nederlandse advies aan op de internationale bestrijdingsadviezen.
Ze voeden zich om de 3 à 4 uur met bloed en hebben een vochtige omgeving van zo'n 30°C nodig. Op andere plekken overleven ze hoogstens 24 uur, of in het ergste geval 48 uur.
Jeuk treedt gewoonlijk 1-2 weken na besmetting op. Secundaire infecties met bacteriën (impetigo) door krabben en algehele malaise komen voor, maar zijn zeldzaam. In enkele gevallen is er sprake van een lichte lymfeklierzwelling in de nek 1. Na behandeling kan de jeuk nog 2 weken aanhouden.
Een larve heeft 7 tot 10 dagen nodig om zich te ontwikkelen tot nimf (onvolwassen luis) en uit te breken uit de neet. De ontwikkeling van nimf tot volwassen luis duurt nog eens 1 tot 2 weken. Enkel een volwassen luis kan zich voortplanten (en heeft hiervoor minstens 24u nodig).
Witte azijn tegen luizen
Was uw haren en laat 15 tot 30 minuten inwerken. Spoel nadien overvloedig uit. Gebruik vervolgens een luizenkam om te controleren of de luizen dood zijn. Een andere techniek is om verdunde azijn op te warmen en gedurende 30 minuten met een warme handdoek op het hoofd te laten intrekken.
Tip 2. Was het haar met natuurazijn en laat het een nacht intrekken. Volgens dit recept zijn de luizen en de neten (de eitjes van de luis) daarna dood. Het is in elk geval een goedkopere oplossing dan behandelingen in luizenklinieken (ja, ze bestaan echt) of met dure shampoo's.