Mensen met autisme kunnen onderling veel verschillen, maar één ding hebben zij met elkaar gemeen: moeite hebben met het communiceren met anderen. Mensen met autisme vinden het vaak lastig om non-verbale signalen (intonatie, gezichtsuitdrukkingen en gebaren) goed te interpreteren.
Daarnaast kunnen autistische volwassenen inderdaad een bijkomende narcistische persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, hoewel narcisme onder autisten een van de minst voorkomende persoonlijkheidsstoornissen lijkt te zijn.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Mensen met autisme voelen zich vaker eenzamer en zijn vaker sociaal geïsoleerd dan neurotypische mensen. Niet alleen actief zijn op sociale netwerk sites, maar ook het het hebben van een of meerdere vrienden heeft vaak nauwelijks effect op hun ervaren eenzaamheid.
Duidelijk en concreet communiceren
Mensen met autisme vinden het soms moeilijk om dingen als sarcasme, grapjes of beeldspraak te begrijpen. Ze nemen je woorden soms heel letterlijk. Het kan voor mensen met autisme ook moeilijk zijn om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden.
Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
De manier van contact maken met anderen is opvallend anders. Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht. Het niet goed kunnen aanvoelen van andere mensen. Weinig aandacht voor de ander.
Als je kind thuis woont en intensieve zorg nodig heeft, kun je recht hebben op dubbele kinderbijslag voor je kind met autisme. Op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) lees je hoe je deze kinderbijslag aanvraagt.
Autistische stoornis of klassiek autisme.
Klassiek autisme is de zwaarste vorm van autisme.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
11 januari 2019 – Een nieuw onderzoek van psychologen aan de universiteit van Kent toont voor het eerst aan dat volwassenen met autisme complexe emoties zoals spijt en opluchting bij anderen net zo makkelijk kunnen herkennen als mensen zonder de aandoening.
'Tot nu toe kijken wetenschappers die het geluk van mensen met autisme onderzoeken vaak naar criteria als werk en mate van zelfstandigheid. Maar zulke objectieve criteria zeggen weinig over de kwaliteit van het bestaan', zegt Vermeulen. 'Iemand kan zelfstandig zijn en een baan hebben, maar toch heel ongelukkig zijn.
Extra gevoelig voor emoties van anderen
Recent onderzoek wijst er ook op dat sommige mensen met autisme juist extreem gevoelig zijn voor andermans emoties. Daardoor hebben ze zich (van jongs af aan) afgesloten voor andermans lichaamstaal en emoties: de ervaringen zijn te heftig.
Een deel van de mensen met autisme heeft eigenlijk weinig behoefte aan vrienden. Maar dan is er vaak wel veel sociale druk om toch vriendschappelijk met mensen om te gaan.
Om met autisme toch zo zelfstandig mogelijk te kunnen wonen, is het belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen draaglast en draagkracht van de persoon in kwestie. Dat lukt meestal door de lat niet te hoog te leggen en oplossingen te zoeken die bij hem passen.
Mensen met autisme zijn ermee geholpen wanneer zij in kaart brengen wat goed en minder goed kunnen, en wat ze nodig hebben om goed te functioneren op het werk. Deze punten kunnen in regelmatige evaluerende gesprekken met collega's, begeleider en leidinggevende worden besproken.
Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 jaar inplaats van 70. Hartproblemen, gevold door zelfdoding blijkt in deze groep de belangrijkste doodsoorzaak.
Toch staat op de site van werving en selectie: 'autistische stoornis is een reden tot ongeschiktheid voor een militaire functie' (Defensie, z.d.).
Regelmaat, routine, voorspelbaarheid zijn een houvast voor iemand met autisme. Een partner en vrienden moeten zich daaraan aanpassen. Dat moet je kunnen. Het zich in een ander verplaatsen is voor iemand met autisme een haast onmogelijke opgave.
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen. Een overzicht van de scholen die type 9 aanbieden: type 9 in het buitengewoon basisonderwijs.
Straf het kind niet zonder aan te geven waarom. Geef uitleg bij de situatie. Vertel welk gedrag verkeerd is en zeg vooral ook welk gedrag hij in die situatie dan wel kan stellen. Bijvoorbeeld niet met het hoofd slaan, wel even in de tuin of op de speelplaats gaan wandelen om tot rust te komen.
Mensen met autisme die pas op latere leeftijd een diagnose autisme gekregen hebben en deels of geheel arbeidsongeschikt zijn, hebben alsnog de mogelijkheid om een WAJONG- uitkering aan te vragen.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Autisme kan ook 'spontaan' ontstaan in het DNA van een kind, zonder dat de genen van de ouders hierbij zijn betrokken. Dat heet een de novo-mutatie.
Iemand met autisme voelt onvoldoende aan wat een ander wil, tenzij hem of haar dat duidelijk wordt gemaakt. Daarnaast ervaren autisten aanrakingen vaak meer of minder intens. Zo kan het zijn dat iemand met autisme een veel sterkere of juist minder sterke aanraking of stimulans nodig heeft om opgewonden te raken.