Ridderspoor laat de zon op zijn hoofd schijnen als de voeten koel blijven. Zonnige standplaatsen zijn aan te raden, want alleen daar komt het ridderspoor tot volle bloei. Halfschaduw wordt ook getolereerd, maar met beperkt bloeiplezier. Aan de basis houden de vaste planten van koeler en schaduw.
Zaden zijn als het ware in slaap en om ze wakker te maken hebben ze soms koude nodig. Dit speelt bijvoorbeeld een rol bij het doorbreken van de kiemrust bij ridderspoor. Deze soort zaden worden ook wel koudekiemers genoemd. Ik zet ze vaak even buiten neer of zaai in de herfst en laat de winter erover komen.
Veel water heeft je ridderspoor ook nodig, maar gebruik geen sproeier. Dat vergroot namelijk de kans dat de stelen omvallen. Tip: pas in het vroege voorjaar op voor slakken, want die knabbelen graag aan de jonge blaadjes.
De plant sterft in het najaar (ruim na de bloei) bovengronds af, maar is op zich goed winterhard.
Sommige planten, zoals hosta, ridderspoor en sla zijn extra gevoelig voor slakken.
De giftigheid van de ridderspoor is te danken aan het alkaloïdengehalte, waaronder delphineidine, delphinine, methyllycaconitine en nog veel meer.
Ridderspoor verzorgen
De beste standplaats is voedzame, goed gedraineerde grond, iets kalkhoudend. Vooral 's winters niet te nat, maar 's zomers ook niet te droog. De planten hebben elk jaar een flinke mestgift nodig. Het is ook mogelijk de pollen naar voedzamer grond te verplanten.
Zonnige standplaatsen zijn aan te raden, want alleen daar komt het ridderspoor tot volle bloei. Halfschaduw wordt ook getolereerd, maar met beperkt bloeiplezier. Aan de basis houden de vaste planten van koeler en schaduw.
Alle monnikskappen groeien prima in de zon, halfschaduw en schaduw. Zorg voor humusrijke, niet te droge grond en u zult beloond worden met een rijke bloei.
De zaden kunnen gezaaid worden vanaf eind maart tot eind mei. Kies een zonnige plek voor het zaaien van ridderspoor. Strooi de zaadjes uit over de grond, zorg dat je maar heel weinig zaadjes per keer zaait want (bijna) elk zaadje wordt een prachtige bloeiende plant!
Hoe moet ik ridderspoor snoeien? Uitgebloeide bloemstengels moet je wegknippen en na de bloei moet de plant flink teruggeknipt worden. Als je de bloemen onmiddellijk na de bloei verwijdert, heb je kans op een tweede bloei.
Consolida regalis wordt wilde ridderspoor genoemd en komt als akker onkruid in Nederland en België sporadisch in het wild voor. Voor de tuin zijn de Exquisit en Regal mengsels verkrijgbaar. De planten groeien vol en rijk vertakt en bloeien op 80-110 cm hoge stengels.
Omdat ridderspoor een eenjarige plant is moet deze elk jaar opnieuw gezaaid worden, alhoewel met wat inspanning van een tweede bloei genoten kan worden.
Donkerkiemers zijn zaden die in het donker, bedekt door een laagje aarde, zullen kiemen. Dat laagje is twee tot driemaal de dikte van het zaad, dus vaak maar een paar millimeter dik. Licht remt het kiemproces af bij donkerkiemers, bij lichtkiemers geeft licht de prikkel om te gaan kiemen.
RIDDERSPOOR
Alkaloïden die in deze plant zijn gevonden kunnen spiertrillingen, ademverlamming, hartfalen en de dood veroorzaken bij zowel katten en honden.
Verpot de zaailingen zodra 5 cm hoog zijn. Buiten afharden en half mei uitplanten met een afstand van 30 cm. Zaai van april tot mei direct in de grond. Bedek de zaden met een dun laagje grond.
Plant de lupinus op een mooi plekje in de zon of halfschaduw. In de winter sterft deze vaste plant af. Knip in het voorjaar de lupine helemaal terug, zodat u die zomer weer een mooie bloeiende plant heeft.
Vereisten. Deze papavers groeien op de meeste grondsoorten, in de zon of half schaduw.
Akelei is winterhard en stelt weinig eisen. Een standplaats in de volle zon of halfschaduw verdient de voorkeur, net als humusrijke grond. Bedek de bodem rondom de plant met takjes en bladeren. Goed doorlatende grond helpt ook, zeker op een plek in de volle zon moet de grond licht vochtig zijn.
Een ridderspoor of textielpin is een plastic haakje waarmee een prijskaartje of label aan kleding wordt bevestigd. Een ridderspoor bestaat uit een dun langwerpig plastic draadje met twee stompe uiteinden. Aan het ene uiteinde hangt het prijskaartje, het andere wordt met een textieltang door het kledingstuk geschoten.
Alternatieven voor riddersporen
Denk bijvoorbeeld aan: prachtkaars (Cimicifuga), stokroos (Alcea), toorts (Verbascum) en vingerhoedskruid (Digitalis). Cimicifuga heeft vochtige grond nodig. Die zal het dus niet redden op onze droge zandgrond.