Water als blusmiddel is goedkoop, goed verkrijgbaar en effectief. Vloeibaar water verdampt bij 100 graden Celsius, dat is veel lager dan het vlampunt van veel materialen. Voor de verdamping van water is veel warmte nodig, wat aan het vuur wordt onttrokken, terwijl waterdamp de toevoer van zuurstof verhindert.
Nadeel: water is niet geschikt voor het blussen van olie, vet en metalen. En water kent een grote nevenschade!
Er zijn twee belangrijke redenen waarom vuur niet op het water brandt. Ten eerste is water koud, en iets brandt pas als het heet is. Ten tweede sluit water een brandend voorwerp af van de lucht. Dan dooft de brand ook, want brand heeft zuurstof nodig uit de lucht.
Als je blust met een brandslanghaspel, blus je de brand met water. Met het water uit de brandslang doof je het vuur doordat de temperatuur verlaagt wordt door het water. Brandklasse A: Vaste stoffen | Hout, Papier, Meubels, Gordijnen, Textiel, enz. & bij verhitting niet smeltende kunststoffen.
Als u water op het brandende vet gooit, is er meteen sprake van de vorming van stoom. Daardoor neemt het volume van het gebruikte water enorm toe en de stoom perst het brandende vet als het ware uit de pan. Het gevolg laat zich raden.
Nooit met water!
Vuur moet je nooit doven met water. Door de stoomontwikkeling die plots plaatsvind kan er een explosie ontstaan. Wat nare gevolgen kan hebben op jou en jouw omgeving.
Eventjes op de goede plek in de zon zetten en hopla, klaar is je fikkie. Op een mooie zomerse dag is een onschuldig flesje water net zo gevaarlijk als een brandende sigaret.
Brand en elektriciteit
Een brand die is ontstaan in een meterkast of een elektrische installatie mag nooit met water worden geblust. Dit omdat water en elektriciteit niet samen gaan, water geleidt namelijk de elektriciteit. Dit creëert het gevaar dat je onder stroom kan komen te staan.
Branden van frituurvet en -olie staan bekend als gevaarlijke brandrisico's. Deze branden ontstaan doordat het vet of de olie oververhit raken, bijvoorbeeld door een vergeten frituurpan of een defecte thermostaat.
Brandklasse F vet en olie branden
In deze brandklasse mag u nooit met water blussen. Een brandklasse f brand met water blussen is zeer gevaarlijk. De brand zal in intensiteit alleen maar toenemen.
Veel branden kun je blussen met water. Soms kan dat niet en gebruiken we poeder of schuim. Deze laatste twee verhinderen dat er zuurstof (uit de lucht) bij de brand komt. Daardoor dooft het vuur.
Verbrandingen door heet water zijn namelijk vaak ernstiger dan verbrandingen door heet frituurvet. Frituurvet is weliswaar heter dan kokend water, maar bij contact met de huid is de warmte sneller verdwenen. Dit komt doordat water een hele grote warmte-inhoud heeft.
Ethanol is een polaire vloeistof die volledig mengbaar met water. Pas bij een verdunning met water van 500% bestaat de kans dat water een blussende werking heeft bij een ethanolbrand.
Het blusmiddel wat uit de brandslanghaspel komt is water, gewoon leidingwater. Met dit blusmiddel kan alleen de brandklasse A geblust worden. Komt water in aanraking met een brandbare vloeistof kan dit resulteren in een geweldige steekvlam (vlam in de pan) of dat de vloeistof op het water gaat drijven.
Zonder zuurstof geen vuur. Door de pan af te dekken, verbruikt het vuur de zuurstof die zich nog in de pan bevindt en zal dan doven. Je kunt de pan afdekken met een deksel, een bakplaat of stevig dienblad.
Een vetblusser dicht het brandende vet af en smoort zo de brand.
Water is het meest gebruikte en geschikte blusmiddel. Het heeft een koelend effect waardoor de brandstof onder het vlampunt komt, maar kan ook door het creëren van stoom verstikkend werken. Toch heeft de blussende werking van water op een brand ook zijn beperkingen.
Op het teken van de spelleider stappen de 2 'lijnen' op elkaar toe. Als iedereen voor iemand van de andere groep staat spelen ze de oerelementen. Na het teken van de spelleider beeldt iedereen kort en krachtig zijn element uit. De hiërarchie is als volgt: water wint van vuur, vuur wint van lucht, lucht wint van water.
Gebruik GEEN water
Doordat het water bij contact met de hete olie onmiddellijk gaat koken, ontstaat in de olie een stoomwolk. Deze stoomwolk verspreidt fijne oliedeeltjes in de lucht en er ontstaat een uiterst brandbaar mengsel.
Vuur kan ook gevaarlijk zijn. Doordat het zo heet is, kun je ernstig gewond raken. Ook rook is erg gevaarlijk. Je kunt erdoor stikken.
Het zout op het vuur drukt de zuurstof weg.
Dat kan heel goed kloppen! Water kan namelijk nooit warmer worden dan 100 graden Celcius. De ontbrandingstemperatuur van papier en plastic ligt veel hoger en zal dus niet gaan branden.
Wat heb je daar voor nodig? Een flesje, een glazen vaas of gewoon een vissenkom. Eventjes op de goede plek in de zon zetten en hopla, klaar is je fikkie. Op een mooie zomerse dag is een onschuldig flesje water net zo gevaarlijk als een brandende sigaret.
Puur water heeft een goed blusvermogen op brandklasse A.