Er zijn objectieve en subjectieve argumenten. Objectieve argumenten zijn gebaseerd op controleerbare feiten. Subjectieve argumenten zijn bijvoorbeeld gebaseerd op een mening, gevoel, ervaring of vermoedens. Je kunt argumenten ontkrachten door te laten zien dat ze zwak of onjuist zijn.
Een mening of standpunt kun je herkennen aan signaalwoorden zoals ik vind, ik denk, volgens mij, naar mijn mening. Om je mening of standpunt te onderbouwen, gebruik je een argument om de ander te overtuigen. Een argument is de reden waarmee je aangeeft waarom je dat vindt.
Een mening is wat iemand ergens van vindt. Dat kan per persoon verschillen. Misschien vind jij spruitjes vies en vindt je broertje spruitjes heel lekker? Dat is dus een mening.
Meningen zijn opvattingen van een auteur, een attitude of overtuiging. Ze kunnen niet bewezen worden als waar of onwaar. Je ziet meningen vaak bij controversiële onderwerpen, wanneer de toekomst wordt voorspeld of wanneer meningen worden geuit over mensen, dingen of plaatsen.
Met argumenten ondersteun je een standpunt. We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende. Feitelijke argumenten zijn uitspraken waarvan de schrijver/spreker weet of denkt dat ze waar zijn. Ze zijn controleerbaar.
Zorg voor een goede onderbouwing
Onderbouw je standpunt met argumenten. En ondersteun je argumenten met een citaat uit het boek, een duidelijk voorbeeld of nadere uitleg. Probeer niet het hele boek te duiden, maar richt je op de thema's die jij belangrijk vindt in/voor het boek.
Argumenteren en onderbouwen is een vaardigheid. Argumenteren is een vaardigheid. Een goede onderbouwing van jouw mening op basis van argumenten vergroot jouw invloed en komt de helderheid van jouw betoog ten goede.
Een mening ontstaat op basis van eigen ervaring en kennis binnen de context van eigen sociale omgeving en karakter en is een gevolg van cognitief denken, waardoor het altijd gevormd is door individuele standpunten die beïnvloed zijn door wat er binnen de samenleving geldig is.
Jouw mening: wat is dat? Jouw mening is jouw oordeel over een situatie. Je zou ook kunnen zeggen: het is jouw idee, gedachte, inzicht of zienswijze over een bepaalde situatie. Jouw mening is jouw opinie, standpunt of opvatting over iets.
In een betoog geeft de schrijver zijn/haar mening. De schrijver wilt niet dat je je eigen mening gaat vormen maar eigenlijk dat je zijn/haar mening overneemt. In een betoog staat de mening van de schrijver. Die wordt onderbouwd door verschillende argumenten.
mening (zn) : convictie, denkbeeld, denkwijs, denkwijze, dunk, gedacht, gedachte, geest, gevoelen, gezindheid, idee, inzicht, inzien, kijk, oordeel, opinie, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname, visie, zienswijze, zin.
Een mening is wat iemand vindt van iets. Met een mening kun je het eens zijn of oneens. Een mening kun je onderbouwen met argumenten. Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt.
Een feit is iets dat waar is, een feit kun je meten. Het is 24 graden! Een mening is wat je ergens van vindt.
Veel mensen vinden het moeilijk om hun mening te geven en/of voor zichzelf op te komen. Toch is het belangrijk om deze sociale vaardigheid onder de knie te krijgen. Het is namelijk een manier om spanningsklachten en stress te voorkomen.
Met behulp van beoordelingswoorden kan je je mening geven over het verhaal en over de personages. Over een verhaal kan je bijvoorbeeld zeggen dat het meeslepend is of dat het makkelijk leest. Over een personage kan je bijvoorbeeld zeggen dat hij/zij geheimzinnig of volwassen is.
Maar je mening geven heeft ook veel positieve kanten waarom je juist wél je mening moet geven. Het kan jou en je collega's uiteindelijk dichter bij elkaar brengen, je kunt verandering op gang brengen en je laat bijvoorbeeld zien dat je betrokken bent bij je werk.
Dat mensen beschikken over een mening en dat ze ook het recht hebben om die te uiten, is vanzelfsprekend een goede zaak. Een mening kan echter in meer of mindere mate het product zijn van kritisch denken. Idealiter zou dat kritische denken als 'zachte plicht' aan de meningsuiting voorafgaan.
Grenzen aan de vrije meningsuiting
Andere voorbeelden van een beperking van de vrije meningsuiting zijn: artikel 137d – het verbod tot het in het openbaar aanzetten tot discriminatie, haat of geweld tegen leden van groepen; artikelen 131 en 132 – opruien tot geweld en tot het plegen van strafbare feiten.
Goede argumenten voldoen aan twee eisen: Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt. Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.
Argumenten zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn en subjectief wanneer ze een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel bevatten. Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd.