De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw. Als je het product hebt ingekocht kun je heel makkelijk de nettoprijs achterhalen. Deze staat waarschijnlijk op de inkoopfactuur vermeld.
De inkoopprijs als de verkoopprijs zijn beide belast met omzetbelasting. De betaalde omzetbelasting voor de inkoop wordt teruggevorderd en de ontvangen omzetbelasting bij verkoop word afgedragen aan de belastingdienst. Per saldo draagt een ondernemer dus belasting af over de winst / toegevoegde waarde.
De prijs waarvoor jij de goederen inkoopt, is de inkoopfactuurprijs. Dit is de inkoopprijs inclusief btw. De goederen verkoop je tegen een hogere prijs dan je inkoopprijs. Het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs is je brutowinst.
Inkoopprijs berekenen: Inkoopprijs = verkoopprijs * (1 – winstmarge)
U vermenigvuldigt de vergoeding (exclusief btw) met 9% of 21%. Dit btw-bedrag telt u op bij de vergoeding. Uw totaalprijs is dan inclusief btw.
De Inkoopkosten zijn de kosten die je als ondernemer maakt voor de inkoop van producten die je later weer gaat verkopen. Andere benamingen voor de Inkoopkosten zijn 'inkoopwaarde van de omzet' en 'kostprijs van de omzet'.
De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw. Als je het product hebt ingekocht kun je heel makkelijk de nettoprijs achterhalen. Deze staat waarschijnlijk op de inkoopfactuur vermeld.
De bruto inkoopprijs is de inkoopprijs van een artikel zoals dit door de leverancier wordt opgegeven. Wanneer de leverancier hierop geen kortingen verleend is deze gelijk aan de netto inkoopprijs van het artikel.
Om van je inkoopprijs tot je verkoopprijs te komen, gebruik je de volgende berekening: 100,00 / (1 – 25%) = 100,00 / 0,75 = €133,33. Anders gezegd: de €33,33 euro is 25% van de verkoopprijs van €133.33. Een marge ligt (wanneer je een product voor meer geld verkoopt dan inkoopt) altijd tussen de 0 en 100%.
Inkoop is het vakgebied dat zich bezighoudt met alle inkoopwerkzaamheden van organisaties. Hierbij gaat het om goederen, producten of diensten tegen de juiste voorwaarden en prijs in te kopen om zo de doelen van de organisatie te realiseren.
Wat is dan de verkoopprijs inclusief btw? De belasting komt bovenop de verkoopprijs exclusief btw. Als er 21% bij een prijs van € 100 op komt, wordt de prijs inclusief btw: 100 × 1,21= € 121,00. De bruto prijs is hier € 100 en de netto prijs € 121.
Je omzet is het totaal van de verkopen in een bepaalde periode (exclusief btw) en je cashflow is het geld dat je bedrijf binnenkomt en uit gaat.
De btw of de belasting op de toegevoegde waarde is een belasting op het verbruik waarbij de eindgebruiker de belasting betaalt. Elke btw-plichtige moet aan zijn klanten btw aanrekenen. Het normaal btw-tarief bedraagt 21%.
Het netto bedrag is het bedrag van verkoop (of inkoop) exclusief het btw-bedrag. Als je het btw-bedrag erbij optelt, dan heb je het brutobedrag. Op een factuur staat zowel het netto- als brutobedrag. Het is een eenvoudige rekensom, maar een veelvoorkomende rekenfout is de berekening van bruto- naar nettobedrag.
Voor het bepalen van de fiscale winst trekt u de kosten van de inkoop af van de omzet. Daarbij geldt dat alle zakelijke kosten in principe aftrekbaar zijn, zolang sprake is van een zakelijk motief.
Stel je koopt voor €2.000 aan voorraad. Over dit bedrag moet je 21% btw betalen. De voorraad komt echter zonder btw op de balans te staan. De btw wordt apart verwerkt op de balans.
Het is belangrijk het verschil tussen kopen in inkopen te begrijpen om waarde voor je bedrijf te creëren. Kopen gaat slechts over de aanschaf van producten, terwijl inkopen gaat over het verminderen van risico's en het beheersen van kosten op de lange termijn.
De norm van winstgevendheid verschilt per branche; 5 à 10% is over het algemeen een gezond getal. In de dienstensector zien wij de hoogste percentages, in de industrie liggen de cijfers het laagst. Natuurlijk is het prachtig als je winstgevendheid hoog is en iedere geïnvesteerde euro zoveel mogelijk oplevert.
Kostprijs + marge = verkoopprijs
Hierbij zet je je kosten onder elkaar en kun je zien welke prijs je product moet hebben zodat je er voldoende aan verdient. Al je verkopen bij elkaar zullen dus hoger moeten zijn dan je kosten.
Brutoloon is het totale bedrag van je loon. Je werkgever houdt hierover loonbelasting en premies volksverzekeringen in. Wat resteert is je nettoloon.
De brutowinst is heel simpel gezegd de omzet die je maakt minus de inkoopkosten hiervan. Hierna trek je de overige kosten ervan af. Op dat moment houd je de nettowinst over.
Het brutoloon is altijd hoger dan het nettoloon. Het brutoloon is het basisbedrag dat je iedere maand aan je werknemer beloofd hebt. Als je het nettoloon gaat berekenen trek je alle ingehouden bedragen en loonheffingen af van het brutoloon. Het bedrag dat overblijft is dus het nettoloon.
De inkoopkosten is dat wat het jou als bedrijf kost om een product te bestellen , laten leveren etc.. De inkoopprijs dat wat je per stuk als inkoopprijs moet betalen. De inkopen die je verkoopt en daar de inkoopwaarde van is de inkoopwaarde van de omzet.
De inkoopwaarde van de omzet (IWO) is gelijk aan de inkoopprijs van de verkochte producten.
De inkoopwaarde van de omzet staat gelijk aan de inkooprijs van alle verkochte producten. Als onderneming koop je bijvoorbeeld 100 broeken voor €50 per broek. Je verkoopt die broeken vervolgens voor €100 per broek. De inkoopwaarde van de omzet is dan €5.000.