Op, in en aan zijn alle drie goed in combinatie met een straatnaam die op -straat eindigt: op de Herenstraat, in de Herenstraat, aan de Herenstraat. Straatnamen kun je met verschillende voorzetsels combineren. Afhankelijk van het soort straatnaam past het ene voorzetsel soms beter dan het andere.
Aan het einde van de week is standaardtaal in het hele taalgebied; op het einde van de week is standaardtaal in België.
We schrijven eraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na eraan kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
De combinatie voorbehouden voor is standaardtaal in België; voorbehouden aan is standaardtaal in het hele taalgebied.
Volgens de traditionele schoolregel gebruiken we een betrekkelijk voornaamwoordelijk bijwoord zoals waarmee, waarvan enzovoort om te verwijzen naar zaken en begrippen, en een combinatie van een voorzetsel en een voornaamwoord (met wie, van wie enzovoort) om te verwijzen naar personen.
We schrijven ertoe aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -toe gaat terug op het voorzetsel tot.
er ingaan (Van Dale): ergens naar binnen gaan - Ik zag hem het huis ingaan. Ik zag hem er ingaan. erin gaan (Taaladviesdienst): in = voorzetsel (hier als achterzetsel), gaan = werkwoord - Ik zag hem het huis in gaan.
I aan bijwoord Uitspraak: [an] 1) in werking Voorbeeld: `De radio staat aan. `Antoniem: uit 2) het is dik aan tussen hen (zij zijn zeer goede vrienden of innige geliefden) II aan voorzetsel Uitspraak: [an...
In andere zinnen weet u dat het om het voornaamwoordelijk bijwoord waaraan gaat, als u van het gedeelte dat met waaraan begint, een aparte zin met daaraan kunt maken. In die zin kan daaraan worden vervangen door aan + het naamwoord waar het op slaat. In andere gevallen schrijven we waar aan in twee woorden.
aan het - Frase 1. het bezig zijn met de activiteit die genoemd wordt in het werkwoord ♢ De kinderen zijn aan het spelen. ♢ De man is aan het werken.
We schrijven eruit aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na eruit kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Er komen klemtoontekens op voor als voor ten onrechte onbeklemtoond zou kunnen worden gelezen. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (vóór). Als er geen foutieve interpretatie van de zin mogelijk is, is het aan te raden om geen klemtoontekens te gebruiken.
Om naar personen te verwijzen, is zowel aan wie als waaraan correct. Het is aan te bevelen om in formele schrijftaal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, aan wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.
Opmerking heeft vaak een neutrale betekenis. Een aanmerking is een kritische en vaak zelfs negatieve of afkeurende opmerking. Beide woorden zijn standaardtaal in het hele taalgebied.
vanwege (vz) : namens, op last van, uit naam van.
waarop bijwoord Uitspraak: [war'ɔp] 1) op dat wat is genoemd of op dat waar je naar verwijst Voorbeelden: `Waar baseer je dat op?`, `De stoel waarop je zit, is niet stevig. ` 2) na dat wat is genoemd of na dat waar je naar verwijst Voorbeel...
We schrijven hieraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. In andere gevallen schrijven we hier aan in twee woorden. Hier kan dan vervangen worden door 'op deze plaats'.
De correcte spelling is ermee aan moeten.
In de vaste combinatie (iets) aan moeten (met iets) schrijven we het bijwoord aan los van het werkwoord moeten. Bij die combinatie wordt moeten min of meer zelfstandig gebruikt, maar er kan het werkwoord vangen bij worden gedacht: iets aan moeten vangen met iets.
Wipschakelaar - EL216001 | 0 = uit, 1 = aan.
Het &-teken is een ampersand. Dit woord spreek je uit als 'ampursant', met de klemtoon op de eerste óf laatste lettergreep. Ook de termen et-teken en en-teken komen voor. Het teken & is een gestileerde weergave van het Latijnse woord voor 'en': et.
De ampersand, ook wel het en-teken of et-teken genoemd, is de ligatuur die het woord "en" vertegenwoordigt: &.
We schrijven erbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erbij kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Teveel is een zelfstandig naamwoord dat “een overschot” betekent. Het wordt voorafgegaan door een lidwoord (een teveel, het teveel). Te veel, met spatie, betekent “een te groot aantal” of “meer dan nodig/gewenst”.
Het is allebei goed. U heeft komt iets vaker voor dan u hebt. In ons tijdschrift Onze Taal en op deze website, gebruiken we de vorm u hebt.