De Melkweg heeft de vorm van een reusachtige draaikolk die eens in de 200 miljoen jaar ronddraait. Ze bestaat uit ten minste 100 miljard sterren, naast stof en gas.
Het heelal telt tegenwoordig minstens 2 biljoen sterrenstelsels. Dat zeggen Britse wetenschappers op basis van nieuwe 3D-modellen van beelden die de afgelopen twintig jaar zijn gemaakt met de ruimtetelescoop Hubble. Dat betekent dat het heelal zeker twintig keer zoveel sterrenstelsels bevat als wetenschappers dachten.
Volgens sommige astronomen bevat het heelal (minstens) 2000 miljard melkwegstelsels. Dat is een 2 met twaalf nullen. Eén van die sterrenstelsels, onze eigen Melkweg, zou een diameter hebben van 200.000 lichtjaar.
Sirius straalt ongeveer 25 keer zo veel licht uit als onze eigen zon. Er bestaan sterren met een nog veel grotere lichtkracht, maar Sirius staat ook nog eens vrij dichtbij, op een afstand van 'slechts' 8,6 lichtjaar (ongeveer 80 biljoen kilometer). Daardoor is hij de helderste ster aan de nachtelijke hemel.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
Rond de ster die het dichtstbij de aarde staat, een kleine rode dwerg met de naam Proxima Centauri die zich op een afstand van 4,24 lichtjaar van de zon bevindt, draaien mogelijk niet één maar twee planeten.
Het is heel aannemelijk dat er meerdere – misschien wel ontelbaar veel – heelallen bestaan. Deze heelallen maken dan weer deel uit van een groter geheel. Dit noemen onderzoekers het multiversum.
Het zichtbare universum heeft een doorsnee van 90 miljard lichtjaar. U vraagt zich vast af hoe dit mogelijk is, want als licht een snelheid heeft van 300.000 kilometer per seconde, dan hoort het heelal een doorsnee van 28 miljard lichtjaar te hebben.
Naast onze Melkweg ligt een sterrenstelsel, ons buursterrenstelsel. Dit buursterrenstelsel heet Andromeda en is nog groter dan de Melkweg. In dit sterrenstelsel zijn dan vast ook heel veel planeten te vinden, hoeveel weten we helaas niet.
Bron: NASA. De grootste structuur in het universum is tien miljard lichtjaar groot. Het is een gigantisch astronomisch 'voorwerp' dat is opgebouwd uit kleinere onderdelen: sterrenstelsels.
Ongeveer twaalf keer zo klein als onze zon. Dat is de kleinste ster die tot nu toe gevonden is. Wetenschappers van Cambridge University noemen hem EBLM J0555-57Ab. EBLM J0555-57Ab mag dan wel klein zijn, hij is wel tien keer zo groot als onze aarde.
Een grote ster in het heelal is Eta Carinae. De ster is 7.500 lichtjaar verwijderd van de zon en weegt honderd zonnemassa's (oftewel: de ster is honderd keer zo zwaar als de zon). Eta Carinae is zo groot, dat de ster jaarlijks 500 keer de massa van de aarde aan materie verliest.
De aarde bevindt zich dicht bij het centrum van het zonnestelsel, op ongeveer 150 miljoen kilometer, ofwel 8 lichtminuten van een gele dwerg, die bekendstaat als de zon. De aarde draait rond deze gele dwerg met een gemiddelde snelheid van 30 km/s.
Sterrenbeelden Van al die miljoenen sterren die aan de hemel staan, hebben sterrenkundigen groepjes gemaakt. Zo'n groepje sterren noemen we een sterrenbeeld.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel.
Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer! Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
De grens van het waarneembare heelal ligt dan dus op 50 miljard lichtjaar (een beetje meer, doordat het heelal intussen nog uitdijt). Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal).
Nee, het heelal is onbegrensd en waarschijnlijk zelfs oneindig uitgestrekt. Langer antwoord: De nieuwste sterrenkundige waarnemingen doen vermoeden dat het heelal oneindig uitgestrekt is. Dat betekent dat het zeker geen rand heeft.
Nee, het heelal is onbegrensd en waarschijnlijk zelfs oneindig uitgestrekt. Langer antwoord: De nieuwste sterrenkundige waarnemingen doen vermoeden dat het heelal oneindig uitgestrekt is. Dat betekent dat het zeker geen rand heeft.
De oerknal is een theorie over het ontstaan van het heelal bijna 14 miljard jaar geleden vanuit een extreem volgepakte, hete klomp energie en materie. Tijdens de oerknal breidde die klomp zich met een onvoorstelbaar grote kracht en snelheid uit, waardoor ruimte, tijd en het heelal zoals we dat nu kennen werden gevormd.
Want het heelal heeft geen waarneembare rand. Mocht er zich al iets aan het einde van het heelal bevinden, dan is dat vanaf de aarde in ieder geval niet waarneembaar. Dat komt omdat licht een eindige snelheid heeft en het universum sneller kan uitdijen dan het licht.
Het licht doet er 8 minuten en 21 seconden over om van de zon naar de aarde te reizen (een afstand van 1,58 × 10-5 lichtjaar). De dichtstbijzijnde ster na onze zon, Proxima Centauri, is 4,24 lichtjaar van ons verwijderd. Het centrum van ons sterrenstelsel, de melkweg, is ongeveer 28.000 lichtjaar weg.
Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus bestaan uit gas. Daardoor zijn ze ongeschikt voor leven zoals wij dat kennen, en trouwens ook om op te landen. Van de planeten in ons zonnestelsel is Mars dus de beste optie.
Vier van deze planeten zijn goed met het blote oog te zien: Mars, Jupiter, Saturnus en Venus. Ze lijken op grote sterren, maar het verschil is dat je ze niet ziet knipperen. Sterren staan heel veel verder van de aarde af dan planeten en door de grote afstand zorgt de dampkring ervoor dat we sterren zien knipperen.