Rechten van vader bij de omgangsregeling wettelijk vastgelegd. Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook al heb je als biologische vader het kind niet erkend, dan nog heb je recht op contact met je kind.
Co-ouderschap kan alleen worden overeengekomen en niet worden geëist. De regeling die u afspreekt moet zoveel mogelijk in het belang van de beiden kinderen zijn. Hierbij gaat het dan om regelmaat, zonder teveel wisselingen.
Bij co-ouderschap is jullie kind evenveel bij jou als bij je (ex-)partner. De verdeling van jullie kind bij co-ouderschap kan op twee manieren: Jullie kind is de helft van de week bij jou en de andere helft bij je (ex-)partner. Jullie kind is de ene week bij jou en de andere week bij je (ex-)partner.
Volgens de SVB hoort het kind bij co-ouderschap bij de huishoudens van beide ouders. Zowel jij als je ex-partner heeft dus recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder. Je verdeelt dan zelf onderling het geld.
Nog steeds heerst het beeld dat een moeder na de scheiding veel meer rechten heeft dan de vader. Niets is minder waar. Wanneer een kind wordt geboren uit een huwelijk of geregistreerd partnerschap hebben beide ouders evenveel rechten en plichten als het om de kinderen gaat.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Ook bij co-ouderschap is er sprake van kinderalimentatie. Degene met het hoogste inkomen zal nog altijd een bijdrage moeten betalen aan degene met het laagste inkomen. Dit om de financiële situaties bij beide ouders zo min mogelijk te laten verschillen.
Bij co-ouderschap wonen de kinderen afwisselend bij beide ouders en delen ouders de kosten. Maar gaan de kinderen bij één van de ouders wonen? Dan betaalt de andere ouder kinderalimentatie. Hij of zij betaalt dan mee aan de kosten voor opvoeding en levensonderhoud van de kinderen.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
De aanvrager van de kinderbijslag en het kindgebonden budget
Dat zit zo: Als jullie co-ouders worden hoeven jullie niet opnieuw de kinderbijslag aan te vragen en krijgen jullie automatisch, als je hebt aangegeven co-ouders te zijn, beiden de helft van de kinderbijslag op jullie rekening.
Hebben jullie een co-ouderschap, dan is het belangrijk dat jullie bij elkaar in de buurt blijven wonen. Uitgangspunt is ongeveer een maximale afstand van zeven kilometer hemelsbreed. Als een ouder verhuist buiten een straal van zeven kilometer is het vaak moeilijk om het co-ouderschap in stand te houden.
Sinds 1 januari 1998 geldt in Nederland het uitgangspunt dat na de scheiding de ouders samen het ouderlijk gezag over de kinderen blijven houden. De ouders blijven dan beiden verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van de kinderen en nemen samen alle belangrijke beslissingen.
Een veelvoorkomende omgangsregeling is dat de kinderen gedurende een weekend om de veertien dagen bij de 'niet-inwonende' ouder verblijven. Vaak zijn de kinderen dan ook gedurende de helft van de schoolvakanties bij deze ouder en worden de feestdagen eerlijk verdeeld.
Co-ouderschap betekent vaak dat de kinderen 3 dagen bij de ene ouder en 4 dagen bij de andere ouder zijn. Bij oudere kinderen wordt ook vaak gekozen voor een weekverdeling (de ene week bij de ene ouder en de andere week bij de ander). Co-ouderschap is dus niet altijd precies 50/50 verdeeld.
De ene ouder is ongeschikt of niet in staat tot omgang
Als een ouder negatief gedrag vertoont dat bijvoorbeeld gevaarlijk kan zijn voor het kind, dan kan de rechter hem of haar het recht op omgang ontnemen.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
In het algemeen zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet geschikt is voor kinderen jonger dan vier/vijf jaar, en in ieder geval niet voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar. Dat heeft te maken met de hechting.
Na een scheiding hebben beide ouders recht op omgang met hun kind. En zij hebben de plicht tot omgang met hun kind. Ook het kind houdt recht op omgang met beide ouders. Een ouder met gezag zorgt ervoor dat het kind een goede band heeft met de andere ouder.
Veel mensen denken dat er bij co-ouderschap automatisch geen sprake is van alimentatie. Dit is niet waar. Ook bij co-ouderschap zal degene met het hoogste inkomen nog altijd een klein bedrag moeten betalen aan degene met het laagste inkomen.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
Om de behoefte van de alimentatieontvanger vast te stellen wordt uitgegaan van een norm van ca. 60% van het netto gezinsinkomen minus de kosten van eventuele kinderen. Voor de kinderalimentatie wordt meestal gekeken naar een tabel die speciaal hiervoor door het Nibud ontwikkeld is. Een voorbeeld.
De onderhoudsplicht voor kinderen geldt tot het kind 21 jaar is. In bijzondere gevallen is er ook daarna nog een onderhoudsplicht. Bijvoorbeeld als het kind gehandicapt is en niet zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien.
De uiteindelijke hoogte van de kinderalimentatie is totaal afhankelijk van de draagkracht van de betaler. Is er geen draagkracht? Heeft de ex bijvoorbeeld een bijstandsuitkering? Dan zal het alimentatiebedrag waarschijnlijk worden vastgesteld op het minimum van 25 euro per kind per maand.
De behoefte is ongeveer 60% van het netto besteedbare gezinsinkomen tijdens het huwelijk. De draagkracht is het actuele inkomen van degene die alimentatie moet betalen minus de noodzakelijke onderhoudskosten. Het alimentatiebedrag kan nooit hoger zijn dan de draagkracht.