Een mens is ondervoed als hij voldoet aan minstens een van de onderstaande symptomen: 5% of meer onbedoeld gewichtsverlies in de afgelopen 6 maanden. Of 10% of meer onbedoeld gewichtsverlies in een periode langer dan 6 maanden. Te meten aan de hand van BMI (Body Mass Index) en spiermassa.
Als je ondergewicht hebt, merk je dat je lichaam moeite krijgt om goed te functioneren. Je conditie gaat achteruit (lichamelijk, maar ook geestelijk) en je voelt je moe, lusteloos en mogelijk zelfs depressief. Daarnaast kun je last hebben van duizeligheid.
Symptomen zijn onder andere gewichtsverlies, vermoeidheid en een gebrek aan energie, prikkelbaarheid en concentratiestoornissen. Bij kinderen kan ondervoeding groeiachterstand in zowel lengte als gewicht tot gevolg hebben.
Bij ondervoeding heeft uw lichaam een tekort aan voedingstoffen, vooral energie en eiwit. Om toch aan energie en eiwit te komen gebruikt het lichaam zijn reservevoorraden. Daardoor wordt vetweefsel afgebroken, maar ook spierweefsel. Hierdoor verliest u gewicht en neemt uw conditie af.
Iemand heeft ondergewicht bij een BMI onder de 18,5 kg/m2. Wil je aankomen of ben je ongewenst afgevallen? Maak dan een afspraak met je huisarts om dit te bespreken. Is je BMI veel te laag (lager dan 17 kg/m2), neem dan in elk geval contact op met je huisarts om de mogelijke oorzaak vast te stellen.
Er werd gekeken naar verbanden tussen BMI en sterfgevallen met verschillende oorzaken. Mensen van alle leeftijden met ondergewicht (een BMI van 18,5 of lager) bleken 1,8 keer zo veel kans op overlijden te hebben als mensen met een gezond gewicht (een BMI tussen 18,5 en 25,9).
Jezelf uithongeren
Wanneer je jezelf uithongerd en veel minder calorieën gaat eten gaat je lichaam in een spaarstand waardoor het efficienter omgaat met energie. De energie die je lichaam binnen krijgt wordt in de spaarstand ook meer opgeslagen als vet dan wanner energie gewoon voor handen heeft.
Het probleem van stille ondervoeding
Wanneer de baby systematisch en ongemerkt te weinig melk binnenkrijgt, ontstaat er stille ondervoeding. De baby krijgt steeds minder energie, en komt in een negatieve spiraal ten aanzien van het voedingsgedrag. Hij geeft minder krachtige signalen af en lijkt tevreden te zijn.
Uit onderzoek binnen de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) blijkt dat gemiddeld één op de tien thuiswonende ouderen ondervoed is. Dit percentage loopt op van ongeveer 3% bij ouderen van 65-69 jaar tot 15-20% bij personen van 75 jaar en ouder.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5.
Voldoende eiwit- en energie
Bij (risico op) ondervoeding is het belangrijk om voldoende eiwitten te eten en om voldoende energie binnen te krijgen. De eiwitten zorgen voor toename van spierweefsel, herstel van wonden en compenseren de eiwitverliezen die u mogelijk door ziekte geleden heeft.
Mogelijk complicaties
Slechtere wondgenezing en trager herstel bij ziekte. Verhoogde kans op het ontstaan van frailty en sarcopenie. Minder spierkracht en vermoeidheid. Verminderde kwaliteit van leven.
Iemand die in 6 maanden tijd ongewenst 10% van zijn lichaamsgewicht heeft verloren of in 1 maand tijd ongewenst 5% van zijn lichaamsgewicht, kan ondervoed zijn. Door ondervoeding is er een groter risico op het ontstaan van verschillende aandoeningen en het vergroot zelfs de kans op overlijden.
Ondervoeding ontstaat doordat het lichaam een periode te weinig eiwit-, energie- en/of andere voedingsstoffen binnen krijgt of te veel verliest. Vooral zieke mensen en kwetsbare ouderen lopen kans om ondervoed te raken. Hoe eerder ondervoeding wordt herkend en behandeld, hoe beter.
Frisse gerechten kunnen de eetlust stimuleren, zoals een beetje sap of een paar stukjes fruit. Ook een kopje bouillon een half uur voor de warme maaltijd kan de trek op gang brengen. Maar zorg dat je niet zo vol van de bouillon zit dat je er juist minder door eet.
In principe kun je twee maanden in leven blijven zonder te eten. Maar daarmee is ook alles gezegd, want goed zul je je niet voelen. Zodra je niet meer eet slaan de vermoeidheid en duizeligheid al snel toe.
Overeten is een eetstoornis waar eetbuien centraal staan. Wanneer iemand periodiek de controle verliest over zijn/haar gevoelens en significant meer voedsel eet in een kortere tijd dan de meeste mensen dan is dit een duidelijk kenmerk van deze eetbuistoornis.
Een BMI lager dan 18.5: ondergewicht. Een BMI vanaf 18.5 tot 25: normaal. Een BMI vanaf 25 tot 30: overgewicht. Een BMI hoger dan 30: obesitas.
Als het lichaamsgewicht 15% onder het normale of te verwachten gewicht voor de leeftijd en lengte ligt (berekend met de Body Mass Index, BMI), dus een BMI < 17,5, spreekt men van anorexia. Een levensbedreigende BMI < 15 moet worden opgenomen in een kliniek.
Als ingrijpen of nalaten wordt overwogen. Soms eten en drinken patiënten niet meer voldoende. Anderen zijn niet (meer) in staat om via de mond drinken of eten tot zich te nemen. Dan kan het een oplossing zijn om hen kunstmatig vocht en/of voedsel toe te dienen.