Het onderschikkend voegwoord omdat verbindt een hoofdzin met een ondergeschikte bijzin van reden of oorzaak. De bijzin kan na, maar ook voor de hoofdzin staan. (1a) Rianne viert haar verjaardag later, omdat ze op vakantie is. (1b) Omdat ze op vakantie is, viert Rianne haar verjaardag later.
Voor het onderschikkend voegwoord omdat wordt vaak een komma gezet, maar de komma kan ook worden weggelaten. Kaneko gaat niet mee(,) omdat ze te veel rugpijn heeft. De vrouw zweeg over haar ziekte(,) omdat ze vreesde voor haar job.
Vaak is de grens tussen reden en oorzaak moeilijk te trekken. In die gevallen wordt omdat gebruikt. De regel luidt nu: gebruik omdat voor reden (eerste voorbeeldzin) én wanneer geen speciaal onderscheid vereist is tussen reden en oorzaak (tweede zin).
Je ziet dat je een zin kunt beginnen met omdat, nadat, voordat en om. En ook met andere onderschikkende voegwoorden als tot, toen, doordat en als. Maar pas wel op. Begin je een zin met zo'n voegwoord, dan komt de hoofdzin – met de kernboodschap – aan het eind te staan.
Voegwoorden aan het begin van de zin
Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen. Voegwoorden verbinden gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin.
Het onderschikkend voegwoord omdat verbindt een hoofdzin met een ondergeschikte bijzin van reden of oorzaak. De twee zinnen kunnen dan één samengestelde zin vormen, maar dat hoeft niet. De bijzin met omdat kan ook als losse zin worden weergegeven, bijvoorbeeld om de bijzin meer nadruk te geven.
Ja, in formele schrijftaal mag een zin beginnen met echter. Na echter staat dan een komma en volgt een zin met de volgorde onderwerp–persoonsvorm.
Het woord omdat leidt een bijzin in. Een bijzin is niet zelfstandig, maar hoort bij de hoofdzin. Een omdat-bijzin kan daarom vaak van plaats wisselen: Omdat hij nieuwe mensen wil ontmoeten, gaat hij naar het feest. Het woord want luidt een hoofdzin in.
De Algemene Nederlandse Spraakkunst vermeldt: “Omdat is redengevend en oorzaakaanduidend; doordat kan niet gebruikt worden voor zinnen die duidelijk redengevend zijn.” De woordenboeken geven dit ook al decennialang zo aan. Als het gaat om een oorzaak, bestaat er dus keuzevrijheid tussen omdat en doordat.
Voor de voegwoorden dat, of en om komt meestal geen komma: 'We willen de gesprekken zo indelen dat iedereen deze maand aan de beurt komt. ' Ook bij en past meestal geen komma: 'De accountmanager haalde haar target en kreeg daarom een flinke bonus.
Alleen als de hoofdzin en de bijzin lang zijn, is het mogelijk (maar niet noodzakelijk) om een komma te gebruiken.
Een bijzin in een bijzin hoort tussen twee komma's. Een beknopte bijzin hoort ook tussen twee komma's. Als de zin erg lang is komt tussen een beknopte bijzin en een hoofdzin een komma. Dit is ook het geval als het werkwoord uit de bijzin naast de persoonsvorm van de hoofdzin komt te staan.
Als de hoofdzin in de verleden tijd staat, volgt na nadat ook een voltooid verleden tijd. Als de hoofdzin in de tegenwoordige tijd staat, is na nadat een voltooid tegenwoordige tijd gebruikelijk: Het elftal ging uit z'n dak nadat de spits het winnende doelpunt had gemaakt.
Immers: er gebeurde iets 'na dat' er iets anders was gebeurd. Een paar voorbeelden: Goed: nadat we waren ingestapt ging de trein rijden. Fout (minder goed): nadat we instapten ging de trein rijden.
Voegwoorden zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden, en voegwoorden geven ook aan wat het verband is tussen twee zinnen. Voorbeelden van voegwoorden zijn: 'maar', 'want', 'omdat', 'doordat', 'en', 'dus' en 'of'.
'Zodat' kan niet aan het begin van de zin geplaatst worden.
Aangezien zijn gezondheid zo slecht is, kan hij niet op reis gaan. Aangezien haar toestand kritiek was, werd ze meteen overgebracht naar het ziekenhuis.
In vraagzinnen met waarbij als eerste zinsdeel kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord waarbij herkennen aan het feit dat u het kunt vervangen door bij wat of bij wie. Waarbij kan een loopbaanadviseur je helpen? (= bij wat kan een loopbaanadviseur je helpen?)
De gebruikelijke woordvolgorde in een Nederlandse zin is: onderwerp + persoonsvorm + rest van de zin. Je hoeft niet altijd met het onderwerp te beginnen. Soms begin je met het werkwoord of met een ander deel van de zin. Het hangt ervan af welk deel van de zin je nadruk wilt geven.
Eenvoudige zinnen bestaan uit één enkele deelzin, met in de regel een finiet werkwoord, hoewel er ook talen zijn die zinnen zonder finiet werkwoord of überhaupt Page 11 Zinnen 85 zonder werkwoord toestaan.
Een gemiddelde van 15 tot 20 woorden per zin is vaak prima. Als de opbouw van de zinnen duidelijk is en de woorden begrijpelijk zijn, zijn ook zinnen tot 25 woorden voor veel mensen nog goed te begrijpen.