Bestuurders op de onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op de verharde weg, ook als die bestuurders van links komen. Op een gelijkwaardig kruispunt staat niets aangegeven. Hier gelden de gewone verkeersregels: Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts.
Ten eerste, in Nederland verleen je altijd voorrang aan bestuurders van rechts op een GELIJKWAARDIGE weg. Dit betekent, bestuurders die uit de straat rechts van jou komen en dus NIET iemand die bijvoorbeeld rechts van jou voorgesorteerd staat.
Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang, bijvoorbeeld door borden of tekens op het wegdek, dan geldt automatisch de hoofdregel van de voorrang. Onthoudt dat de hoofdregel van de voorrang dus zegt dat bestuurders van rechts voorrang genieten op andere bestuurders op dat kruispunt.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
De regel van voorrang van rechts geldt niet op kruispunten waar er verkeerslichten of verkeersborden staan, of als een bevoegde persoon het verkeer op dat moment regelt. Op een rotonde of indien de bestuurder van een verboden rijrichting komt, is de regel van voorrang van rechts niet van toepassing.
Voorrangsregels op een kruising
De basisvoorrangsregel voor alle kruispunten is: verkeer van rechts heeft voorrang. Op een T-splitsing, viertakskruising, verkeersplein, rotonde: overal. Ténzij voorrangsborden en -tekens een andere situatie schetsen.
En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
Op het fietspad mag de voetganger de fietsers of bromfietsers die het fietspad gebruiken niet hinderen of in gevaar brengen – fietsers of bromfietsers hebben daar dus voorrang. Op de rijbaan moet de voetganger zo dicht mogelijk bij de rand stappen en links wandelen (zodat men het verkeer ziet aankomen).
De combinatie welke op de linkerhand rijdt heeft bij elkaar passeren voorrang op de hoefslag (dus rechts houden). Degene die op dezelfde hand een snellere gang heeft en/of zijgangen rijdt heeft altijd voorrang (en dus ook de hoefslag). Snijd elkaar niet af en geef ruimte bij het passeren.
Rechts gaat voor
De belangrijkste regel op een gelijkwaardige kruising gelijkwaardig kruispunt is dat alle bestuurders die van rechts komen voorrang hebben.
De omgekeerde driehoek (bord B1) betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders die op de openbare weg rijden die jij wilt oprijden, en dat je, indien het nodig is moet stoppen.
Wat is de juiste volgorde van voorrang bij deze T-splitsing? De blauwe auto (auto 2) mag als eerst omdat deze van rechts komt voor de groene auto (auto 1). Ook bij een t-splitsing geldt dat verkeer van rechts voorrang heeft.
Voorrangskruispunt: Verkeer van links en rechts moet stoppen. De dikke pijl geeft de voorrangsweg aan. Stopbord: Je moet altijd stoppen en voorrang geven. stoppen en al het andere verkeer voor moet laten gaan.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
De aansluiting/uitmonding van weg X op weg Y kan in de praktijk gekenmerkt worden als een uitrit, als blijkt dat (1) het trottoir langs weg Y ononderbroken doorloopt en (2) ter hoogte van de uitmonding wat type en kleur bestrating betreft ten opzichte van het trottoir niet afwijkt.
Een uitrit is een uitrit als het eruit ziet als een uitrit en voor alle verkeersdeelnemers duidelijk is dat er sprake is van een uitrit. Om te bepalen wat een uitrit is, gebruiken we het constructiecriterium (is er sprake van een uitritconstructie) en het bestemmingscriterium (heeft de weg een beperkte bestemming).
Een uitweg, ook wel uitrit, inrit of oprit genoemd, is een aansluiting vanuit een perceel op de openbare weg. Voor het aanleggen of veranderen van een uitweg die aansluit op de openbare weg, heeft u een omgevingsvergunning nodig.
Er zijn twee groepen kruispunten: gelijkwaardige en ongelijkwaardige.
Voorrangsregels voetgangers gelijkwaardige kruising
Een auto die afslaat, moet dus voorrang verlenen aan een voetganger die rechtdoor gaat op eenzelfde weg. De andere voorrangsregels bij kruispunten gelden enkel voor bestuurders, niet voor voetgangers.
Verkeerstekens (borden) gaan boven verkeersregels (bijvoorbeeld de regel rechts heeft voorrang) en verkeerslichten gaan weer boven verkeerstekens. Maar zogenoemde aanwijzingen, zoals die van een verkeersregelaar of politieagent, gaan boven alles.
Voorrang verlenen en regels op kruispunten
Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders. Uitzondering: bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Uitzondering: bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram.
Voorrang van rechts geldt meer dan je denkt
Deze voorrangsregel is niet alleen van toepassing op kruispunten. Ze geldt ook op parkings of op een plein waar er verkeer uit alle richtingen komt.
In een doodlopende weg kunnen andere weggebruikers je tegemoetkomen. Deze weg mag namelijk door bestuurders in beide richtingen worden gebruikt, daarom moet je goed opletten.