Flauwvallen. Bloed of slijm ophoesten. Benauwdheid. Zwelling en pijn in het been.
Hoe kan je het herkennen? Als een bloedklonter een ader verstopt, ontstaat altijd een ontsteking van de bloedvatwand. Het gaat zeer dikwijls om een spatader. Je voelt dan een pijnlijke streng, en de zone rond de ontsteking wordt rood, warm en gezwollen.
Vaak is er een bloedpropje aanwezig in uw lichaam waar u niks van merkt, doordat het lichaam het bloedpropje vanzelf oplost. Soms gaat het niet vanzelf over en stroomt het propje de bloedbaan in.
Zeer pijnlijk been. Het gevoel een zweepslag te hebben in de kuit. Pijn in de benen bij lopen, die afneemt bij stilstaan.
Een propje is een kleine hoeveelheid gestold materiaal wat een doorgang blokkeert. De combinatie, een bloedpropje, is dus een stukje gestold bloed in de bloedvaten. Dat bloed kán stollen weet u allang. Dit heeft u vast wel eens zien gebeuren op uw huid.
Zo gebeurt het dat er bij bepaalde mensen kleine bloedstolsels ontstaan in hun aders tijdens lange vliegreizen. Dit wordt vliegtuigtrombose genoemd. Deze kleine bloedklonters lossen echter vanzelf weer op, zodra de persoon opnieuw in beweging komt.
Als u misschien trombose heeft, kan een arts trombose vaststellen oftewel diagnosticeren door vragen te stellen en een bloedtest te doen. Als er vervolgonderzoek nodig is, kan de arts besluiten om echografie, flebografie, of een CT-scan te laten doen.
Als bloed langzamer stroomt of stilstaat, dan gaat het stollen. Stollen zorgt er vervolgens voor dat het bloed gaat klonteren: zo ontstaan bloedstolsels. En wanneer u bloedstolsels heeft, is het risico op trombose groter.
Een trombose kan levensgevaarlijk zijn. Neem bij vermoeden van een trombose altijd direct contact op met uw (huis)arts of bel 112.
Bij een aderontsteking ziet u een soort dikke, harde kabel op uw been (of arm). Eromheen is het dik, rood en pijnlijk. De ontsteking komt door een bloedpropje in een ader net onder de huid. Meestal verdwijnt dit vanzelf.
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Welk fruit mag niet met bloedverdunners? Stoffen in grapefruit(sap) vertragen de afbraak van het medicijn of houden deze tijdelijk tegen. Hierdoor krijgt u meer van het medicijn in uw lichaam. Dat zorgt voor een grotere kans op bijwerkingen.
Wandel om de 2 uur om even je benen te strekken tijdens een lange bus- of /-vliegreis. Ook kun je strekoefeningen doen om de bloedsomloop te stimuleren. Stop met roken. Door roken klontert je bloed sneller, dus als je de kans op trombose wilt verminderen is het beter om te stoppen met roken.
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Wanneer merk ik verbetering? Voor zowel een trombosebeen als een longembolie geldt dat de klachten in de loop van enkele weken vaak minder worden, maar soms kunnen de klachten wel tot enkele maanden aanhouden. U mag van begin af aan inspanning leveren, hoewel dit in het begin vaak met beperkingen gepaard gaat.
Als het bloed langzamer stroomt door lang stilzitten of -liggen, is de kans groter dat er een stolsel ontstaat. Als de samenstelling van het bloed verandert, bijvoorbeeld door ziekte, zwangerschap, of gebruik van een anticonceptiepil, dan kan er eerder een stolsel ontstaan.
Door bloed verdunnende medicijnen wordt de trombose niet erger en voorkomt dat een stolsel in uw longen kan komen en u een longembolie krijgt. Uw lichaam krijgt de kans om het stolsel af te breken of in te kapselen. Dit duurt ongeveer drie maanden.
Een klonter in het oppervlakkig systeem noemen we een oppervlakkige veneuze trombose. Deze kan zeer uitgebreid maar is weinig gevaarlijk. Wanneer een klonter vormt in het diepe systeem, heb je een diepveneuze trombose. Dit is gevaarlijker omdat het kan leiden tot een longembolie.
Soms is helemaal geen aanleiding te vinden en ontstaat spontaan een stolsel. Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose.
Er zijn twee plaatsen waar trombose in een ader meestal ontstaat, namelijk de benen en de longen.
U mag gewoon lopen met een trombosebeen. Bedrust is niet nodig. Als het been meer pijn gaat doen of dikker wordt tijdens of na het lopen, dan moet u rust nemen. U moet het been dan zoveel mogelijk hoog houden boven heuphoogte.
De impact van trombose is heftig: mensen kunnen er aan overlijden, moeten gedotterd worden, zijn de rest van hun leven beperkt of moeten langdurig medicijnen gebruiken.
Soms is helemaal geen aanleiding te vinden en ontstaat spontaan een stolsel. Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose. Hieronder leest u alles over de risico's van trombose.