Het voegwoord staat vrijwel altijd aan het begin van een bijzin. Er zijn verschillende soorten verbanden mogelijk. De meestvoorkomende 'verbindende' voegwoorden zijn dat en of. Ze hebben geen echte betekenis, maar alleen een verbindende functie.
Een voegwoord vertelt je bovendien wat het verband is tussen de twee korte stukjes. Je kunt zeggen: “Sam gaat naar huis. Hij is ziek.” Met een voegwoord koppel je deze zinnen aan elkaar: “Sam gaat naar huis, want hij is ziek.” Het tweede stuk van de zin geeft de reden aan van het eerste stuk.
Een voegwoord is een woord dat woorden, woordgroepen of deelzinnen die grammaticaal een gelijkwaardige functie hebben, met elkaar verbindt, of een woord waarmee een bijzin wordt ingeleid. Nevenschikkende voegwoorden staan tussen woorden, woordgroepen en deelzinnen die grammaticaal een gelijkwaardige functie hebben.
FAQ – voegwoord
Voegwoorden zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden, en voegwoorden geven ook aan wat het verband is tussen twee zinnen. Voorbeelden van voegwoorden zijn: 'maar', 'want', 'omdat', 'doordat', 'en', 'dus' en 'of'.
Voegwoorden zijn en, maar, want, dat, omdat etc. Het zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden. Als je twee of meer gelijkwaardige zinnen met elkaar wilt verbinden, gebruik je een nevenschikkend voegwoord (en, maar, want).
De voegwoorden als en wanneer kunnen allebei gebruikt worden om een tijdsmoment of een voorwaarde uit te drukken.
Waar, dat tot de bijwoorden behoort, fungeert wel eens als voegwoord van oorzaak of reden: Waar dos tegen Blauw-Wit in gebreke bleef, staat het niet bovenaan op de ranglijst; soms ook van omstandigheid of tegenstelling: Waar in de eerste helft van deze eeuw slechts weinig mensen aan longkanker stierven, is dit aantal ...
Er zijn verschillende soorten verbanden mogelijk. De meestvoorkomende 'verbindende' voegwoorden zijn dat en of. Ze hebben geen echte betekenis, maar alleen een verbindende functie.
Dus kan als voegwoordelijk bijwoord en als nevenschikkend voegwoord worden gebruikt. Als dus als bijwoord vóór de persoonsvorm staat, komt het onderwerp door inversie na de persoonsvorm.
In de betekenis 'tot het moment dat' is zowel totdat als tot correct. Tot(dat) is dan een voegwoord.
Voegwoorden aan het begin van de zin
Voegwoorden verbinden gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin. Deze zinnen dienen dan idealiter een samengestelde zin te vormen, met een komma er tussen. Een zin mag wel met een voegwoord beginnen, het is dus geen taalfout, maar het geniet niet de voorkeur.
Zelfstandige naamwoorden (zoals maanden) kunnen twee types van bijzinnen bij zich hebben, die erg op elkaar lijken: een bijzin ingeleid door een betrekkelijk voornaamwoord (die of dat) of een bijzin ingeleid door een onderschikkend voegwoord (dat).
Het verschil met een 'voegwoord' is dat een voegwoord altijd alleen tussen de zinnen in kan staan (of soms ook vooraan de zin), het voegwoordelijke bijwoord kan op meerdere plekken staan. - Het was een comfortabele vlucht, totdat er turbulentie kwam.
Daar is een voegwoord dat een redengevende bijzin inleidt. Als voegwoord is daar erg formeel. U kunt daar het best vervangen door omdat.
We schrijven waarbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.
Want is een nevenschikkend voegwoord: in de erop volgende zin staat de persoonsvorm vooraan. Omdat is een onderschikkend voegwoord: in de erop volgende bijzin staat de persoonsvorm achteraan. Ik open het raam, want het is hier veel te warm.
doordat, door. terwijl. omdat, aangezien, want, daar, dewijl, doordien, naardien, nademaal, overmits, vermits, wijl. indien, ingeval, zo.
Mits is in de standaardtaal een onderschikkend voegwoord. De gewone constructie na mits is dus een bijzin.
De combinatie ook al wordt in z'n geheel tot de toegevende voegwoorden gerekend. Ook al is dus vergelijkbaar met hoewel, maar gedraagt zich anders. Vergelijk: Hoewel hij de details niet begrijpt, kan hij het plan toch goed verkopen.
Tik geen komma na een korte hoofdzin of na een 'gewoon' eerste zinsdeel. Zet wél een komma bij zinnen die beginnen met voegwoorden als maar, omdat, want, hoewel en als de zin begint met een bijzin.
De onderschikkende voegwoorden kun je niet uit je hoofd leren, omdat er heel veel van zijn. wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…
Vóór voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl kun je meestal het best een komma plaatsen: Zij vertelde het aan iedereen, hoewel de informatie vertrouwelijk was.
Voegwoord. Je moet je huis verven, anders gaat het hout rotten.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Als voegwoord van wijze. Evenals het voegwoord als, wordt gelijk ook gebezigd, om de wijze, waarop iemand of iets voorgesteld wordt, bij vergelijking te kennen te geven.
Indien is een formeel woord. Het past in zinnen als: 'Indien de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag, kan besloten worden de aanvraag niet te behandelen.