"Ø", "ø" is een klinker en een letter die gebruikt wordt in het Deens, Faeröers en Noors en bestaat uit een O of o met een schuine streep. De uitspraak van de klinker is ongeveer als het Nederlandse "eu" (fonetisch symbool: [ø]) in het woord "reus".
Om het cijfer 0 en de letter o te onderscheiden, wordt in het cijfer 0 soms een punt of schuin streepje gezet. Vooral in de computerwereld ten tijde van MS-DOS kwam dit vaak voor. De variant met het streepje 0̷ lijkt op de letter Ø, maar het streepje komt niet buiten de ronde vorm.
Met een macron (het streepje op de ō en ū in romaji, een extra う of お in hiragana of een ― in katakana) wordt een lettergreep exact twee keer zo lang. Als we een metronoom laten lopen, zouden we Kyōto (Kioto) dus uitspreken als Kjo-to, waarbij de Kjo exact twee keer zo lang duurt als de to.
Op het toetsenbord van je PC vind je de trema/ umlaut (“). Druk op de SHIFT + (“)-toets en daarna op de o. De letter ö verschijnt. Een (“) met een a, e, i, o, u, of y, geeft respectievelijk een ä, ë, ï, ö, ü, of ÿ.
Als u bijvoorbeeld een ô wilt typen, houdt u Ctrl, Shift en ^ingedrukt, laat u los en typt u o.
Er komen klemtoontekens op voor als voor ten onrechte onbeklemtoond zou kunnen worden gelezen. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (vóór). Als er geen foutieve interpretatie van de zin mogelijk is, is het aan te raden om geen klemtoontekens te gebruiken.
Een streepje dat andersom op de e staat, heet een accent grave. Dit typ je door kort de toets naast de 1 in te drukken. Daarna tik je de e en verschijnt er en è. Hetzelfde gebeurt als je dit doet met een u, i, o en a.
Letter. diakritische uitbreiding van de hoofdletter van de vijftiende letter van het Latijnse alfabet (O) met een schuine streep.
Het is-niet-gelijk-aan-teken of ongelijkheidsteken is het wiskundige symbool ≠ voor de ongelijkheidsrelatie, dat aangeeft dat de twee operanden aan weerszijden van het symbool niet gelijk zijn aan elkaar.
Het woord komt uit het Grieks, dus de klemtoon ligt op de eerste lettergreep. Het moet Cýclamen zijn”. “Dat kan wel zo zijn”, antwoordde de andere, maar de Grieken spaken de c uit als een k en de y als een u, je zegt ook Olumpische spelen.
De letter Å heeft in Scandinavische alfabetten een lange en een korte uitspraak. De korte versie representeert de /ɔ/. In het Zweeds staat de Å voor /oː/. In het Deens en het Noors is de lange versie uitgesproken als /ɔː/.
Wipschakelaar - EL216001 | 0 = uit, 1 = aan.
Het &-teken is een ampersand. Dit woord spreek je uit als 'ampursant', met de klemtoon op de eerste óf laatste lettergreep. Ook de termen et-teken en en-teken komen voor.
Een teken is een woord, gebaar, voorwerp of andersoortige betekenisdrager die verwijst naar een betekenis. De semiotiek, de wetenschap die tekens bestudeert, onderscheidt drie soorten tekens: de index, de icoon en het symbool.
De letter O is de vijftiende letter en de vierde klinker in het moderne Latijnse alfabet. De letter heeft de klankwaarden /ɔ/ (als in bol) en /o:/ (als in rook).
Zuurstof - zuurstofgas
Zuurstof is een scheikundig element (O). Bij een standaard temperatuur en druk verbinden twee atomen O zich tot de molecuul O2, zuurstofgas. Zuurstof gaat met vrijwel iedere chemische stof een verbinding aan.
Alt+155 voor klein (ø) en Alt+157 voor groot (Ø), of bedoel je dit niet?
Het streepje bij de accent aigu (é) wijst naar Heiligerlee en wordt uitgesproken als de e in lee. Het streepje bij de accent grave (è) wijst naar Den Helder en wordt uitgesproken als de e in hel.
Een woord waarin de cédille wordt gebruikt is: garçon. Le garçon, betekent 'De jongen' in het Frans. Je kunt de cédille ook nog onder de letter s terugvinden (ş), maar niet in het Frans, waar de cédille alleen onder de c wordt gebruikt.
Eén schrijf je alleen met accenttekens als je het cijfer 1 bedoelt of als er een lezing mogelijk is met 'een'. Dus bijvoorbeeld in een zin als 'Ik heb thuis een hond en een kat' of 'Ik heb thuis één hond en één kat'. Als je wilt dat de lezer hier 'één' leest en niet 'een', dan moet je wel streepjes zetten.
Welk teken gebruik je voor nadruk: is het bijvoorbeeld wèl of wél? Juist is wél. Bijvoorbeeld: 'Het beleid is wél zinvol. ' Het nadrukteken is altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven.
Als klemtoonteken wordt het accent aigu (´) gebruikt. Het klemtoonteken kan boven een klinker of een tweeklank worden gezet om een woord te benadrukken. In tweeklanken die met meer dan twee klinkerletters worden geschreven, krijgen alleen de eerste twee klinkerletters een klemtoonteken.
Als uitspraaktekens worden het accent aigu (´), het accent grave (`) en het accent circonflexe (^) gebruikt. Uitspraaktekens worden in Nederlandse woorden boven de klinker e gezet om de juiste uitspraak weer te geven. Ze komen daarnaast voornamelijk voor op de klinkers a, e, i, o en u in woorden van Franse oorsprong.
Het gaat dus altijd om het cijfer '0'. Dit geldt ook voor het nummer op uw identiteitskaart.