De vermindering van de nierfunctie start rond het 40e levensjaar en is ongeveer 0,4 procent per jaar. Van de 70-plussers heeft 40 procent een nierfunctie lager dan 60 procent, ofwel chronische nierschade.
In het begin heeft u er geen last van als uw nieren minder goed werken. Na langere tijd kunt u klachten krijgen zoals vermoeidheid, hoge bloeddruk, hoofdpijn, jeuk, krampen, vergeetachtigheid, slapeloosheid, misselijkheid en verminderde eetlust.
Dit getal geeft aan hoeveel bloed de nieren per minuut kunnen filteren/zuiveren. Bij een gezonde persoon is dat meer dan 90 milliliter per minuut. Deze waarde neemt af met toenemende leeftijd. Bij een bejaard persoon kan een waarde van 30 tot 45 milliliter per minuut nog normaal zijn.
De normaalwaarde voor GFR en creatinineklaring op middelbare leeftijd is ongeveer 100 ml/minuut. De nierfunctie neemt, ook bij patiënten zonder nierziekte, tijdens het ouder worden geleidelijk af. Op 80-jarige leeftijd is de normaalwaarde voor GFR ongeveer 60 ml/minuut.
Soms herstellen de nieren zich weer na acuut nierfalen. Maar het kan voorkomen dat de schade blijvend is of erger wordt. Dan is er sprake van chronisch nierfalen. Als de nieren minder dan 15 procent werken dan krijgt u een behandeling die de werking van de nieren overneemt.
Om de nieren weer beter te laten werken, is meestal een dieet nodig, waarbij u bijvoorbeeld minder zout of minder eiwitten inneemt. Soms is het nodig dat u medicijnen gebruikt om de bloeddruk te verlagen of om tekorten aan te vullen zoals vitamine D.
Zwaar en tijdrovend. Jaarlijks overlijdt gemiddeld 1 op de 6 dialysepatiënten. Van de nierpatiënten die starten met dialyse tussen hun 45e en 65e jaar, overlijdt de helft binnen vijf jaar. Dialyse kan namelijk maar beperkt de nierfunctie overnemen (PD: 5% tot 10%, HD: 10% tot 15%).
Als u een nierziekte heeft en uw nieren werken voor minder dan 10%, kunt u in aanmerking komen voor nierfunctievervangende therapie. Dit kan een niertransplantatie zijn, maar ook dialyse.
Als uw nieren langzaam slechter worden, ontstaat uiteindelijk nierfalen. De nieren werken dan bijna niet meer. Uw arts noemt dat een eGFR-waarde die lager is dan 15 ml/ minuut. U kunt dan met palliatieve zorg te maken krijgen, maar dat hoeft niet.
Hoe vaak moet mijn nierfunctie worden gemeten? Als je een verhoogde bloeddruk, diabetes of een hart- en vaatziekte hebt, moet je nierfunctie eenmaal per jaar worden gemeten. Dit geldt ook voor mensen met een nierziekte.
Ook een wondje geneest meestal. Maar je nieren kunnen zichzelf niet herstellen.
In uw urine en in uw bloed is al wel te zien dat u nierschade heeft. Er zitten bijvoorbeeld eiwitten in uw urine of te veel afvalstoffen in uw bloed. Als de schade erger wordt, kunt u wel klachten krijgen, zoals: jeuk.
De meest opvallende klacht is de vermindering van de urineproductie. Je gaat plots abnormaal weinig plassen, minder dan 400 ml per dag. Maar het kan ook zijn dat je nog normaal kunt plassen.
Pijn komt voor bij 58% van de patiënten met een chronische nierziekte; 49% van de patiënten gradeert de pijn als matig of ernstig [Davison 2014].
/ Nierschade: het verlies van goed functionerende nefronen. dat verlies is soms (deels) omkeerbaar. de nier heeft echter een grote reservecapaciteit door adaptatie van de resterende nefronen. er moeten dus al redelijk veel nefronen verloren gaan voor de nier het bloed onvoldoende filtert.
Het bloed stroomt onafgebroken, 24u op 24u, door de nieren. Ze bestaan elk uit ongeveer 1 miljoen filtertjes die het bloed continu zuiveren. Met zuiveren van het bloed wordt bedoeld dat afvalstoffen en overtollig vocht uit het lichaam worden verwijderd. De nieren doen dit door urine te produceren.
U mag ei eten (alle bereidingen), maar voeg geen zout toe. Alle soorten zoet beleg, pindakaas en sandwichspread zijn toegestaan. van de zuurkool heeft geen zin, omdat er toch veel natrium achterblijft. U kunt dit beter niet gebruiken.
Acuut nierfalen kan volledig herstellen en heeft in dat geval geen continue controles nodig. Chronische schade aan de nieren is onomkeerbaar en een deel van de medicatie zal dan ook levenslang noodzakelijk blijven. Medicijnen zijn erg belangrijk in de behandeling van chronisch nierfalen.
Door nierschade kun je bijvoorbeeld last krijgen van vermoeidheid, misselijkheid, jeuk of kramp in de benen. Het verschilt per persoon welke klachten optreden. Hoe meer schade aan de nieren, hoe meer klachten kunnen ontstaan. Bij nierfalen werken de nieren bijna niet meer.
Van de 70-plussers heeft 40 procent een nierfunctie lager dan 60 procent, ofwel chronische nierschade. Klachten ontstaan vaak pas als de nieren sterk achteruit zijn gegaan en de werking nog maar 30 procent of minder is.
Vanaf je veertigste gaat je nierfunctie langzaam achteruit. Leef je gezond? Dan heb je op je 70ste een nierfunctie van 60 tot 70%. Een medische behandeling is dan niet nodig, maar je arts moet er wel rekening mee houden.
Bij chronisch nierfalen werken de nieren lange tijd niet goed. Meestal komt dit door een ziekte zoals nierfilterontsteking, diabetes (suikerziekte) of hoge bloeddruk. Als nierfiltertjes door ziekte beschadigd raken, gaan de gezonde nierfiltertjes harder werken, zodat er in het begin geen problemen zijn.
Het gewicht en de leeftijd zijn van invloed op de spiermassa en het kreatinineniveau. Het normale niveau ligt daarom meestal tussen 70 en 133 micromol/liter. Bij een verminderde nierfunctie wordt dit hoger omdat de uitscheiding van kreatinine afneemt.
Afwijkingen in de vorm en grootte van de nieren zijn zo goed te zien. Deze afwijkingen kunnen duiden op verminderd nierweefsel of een toename door bijvoorbeeld een niertumor. Als er in de nier stenen zitten, zijn deze goed zichtbaar op de echografie.