Achter de komma staan alle getallen, die kleiner zijn dan een hele. Het eerste getal achter de komma, staat op de plek van de tienden. De 2 stelt dus 2 tienden voor. Je weet wel, de breuk 2/10.
Elk stukje van 0,1 is een tiende en staan op de eerste plek achter de komma. Een tiende kun je ook weer in tien stukjes verdelen. Elk stukje van 0,01 is een honderdste en staan op de tweede plek achter de komma.
Een tiende schrijf je als 0,1 en past 10 keer in 1,0. Een honderdste schrijf je als 0,01 en past 100 keer in 1,0.
Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%.
In een kommagetal staan achter de komma eerst de tienden, dan de honderdsten dan de duizendsten enzovoort. 8,6 betekent dus 8 helen en 6 tienden.
1/10 deel = 1 : 10 x 100% = 10%
Je kind kan vier tienden als breuk schrijven, maar ook als kommagetal. Als breuk schrijf je vier tienden als 4/10 en als kommagetal als 0,4. Bij de breuk gaat het om vier delen van de tien en bij het kommagetal staat de 4 op de eerste plek na de komma.
De ISO-norm en de BIN-norm schrijven de spatie als scheidingsteken voor (10 000 000), maar in de praktijk is ook de schrijfwijze met punten gebruikelijk (10.000.000).
Tien procent is een tiende van 100%. Om 10% uit te rekenen, deel je door tien.
10-1 = 1/10 = 0,1 = één tiende.
De correcte schrijfwijze is twee derde.
Alle flessen zijn nog voor twee derde vol.
De breuk 2⁄5 is dus gelijk aan 40%, het percentage dat bij de strook uit het voorbeeld hoort.
1/2 deel = 50 %
Delen door 2/3 is hetzelfde als vermenigvuldigen met 3/2.
Hoofdtelwoorden worden zoveel mogelijk aaneengeschreven. Alleen na duizend en voor en na miljoen en miljard staat een spatie. Hoofdtelwoorden worden aaneengeschreven tot en met het woord duizend. Na het woord duizend (en samenstellingen hiermee, zoals vierduizend) staat een spatie.
Een aantal voorbeelden van hele getallen (hoofdtelwoorden) in letters: 108: honderdacht. 678: zeshonderdachtenzeventig. 2022: tweeduizend tweeëntwintig.
Eén cijfer achter de komma betekent tienden.
De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen. De getallen achter de komma hebben ook een waarde. Het getal 2,1 is hetzelfde als 2,10 en 2,100 enz.
Het getal een, weergegeven door het enkele cijfer 1, is het natuurlijke getal dat nul opvolgt en aan twee voorafgaat. Het representeert een enkele entiteit in de eenheid van tellen en meten. Het Romeinse cijfer voor één is de letter I.
Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.)
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij.
Een decimeter is gelijk aan een tiende deel van een meter.