Ook mensen met uitzaaiingen op het buikvlies waarvan de oorspronkelijke tumor niet kan worden gevonden, leven gemiddeld nog maar zes weken. Bij maagkanker is dit iets langer (gemiddeld 4,5 maanden), maar in alle drie de gevallen is behandeling tot dusver niet mogelijk.
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Als de ziekte zich uitbreidt, ontstaat er meestal een vochtophoping in de buik waardoor de buikomtrek toeneemt (ascites). De druk die de buikvliesknobbels geven, leidt ook vaak tot een verstopping in de dunne of de dikke darm. Door die obstructie gaan patiënten braken en blijft de ontlasting uit.
Wanneer de ziekte zich uitbreidt, ontstaat er meestal een vochtophoping in de buik (ascites). Door toenemende druk in de buikholte kan beknelling (obstructie) van de dunne of dikke darm ontstaan, wat leidt tot klachten van misselijkheid en/of braken, buikpijn en verminderde eetlust.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Als u in verschillende organen uitzaaiingen heeft, kunt u meestal niet genezen. U kunt ook kiezen om geen behandeling te krijgen die kans geeft om te genezen. U kunt dan wel behandelingen krijgen tegen uw klachten.
De oorzaken van ascites zijn meestal hartafwijkingen, zoals hartfalen, lever- of nieraandoeningen of kankergezwellen. Het komt het meest voor bij de aandoening levercirrose. Ook een agressieve bacteriële buikvliesontsteking kan ascites veroorzaken.
Helaas kan een operatie niet altijd worden toegepast. Bijvoorbeeld wanneer de tumor te ver in de omringende weefsels is doorgegroeid of wanneer er veel uitzaaiingen zijn. Om een operatie te ondergaan, moet een patiënt in een redelijke conditie zijn, om goed te kunnen herstellen van de ingreep.
Een darmtumor groeit meestal langzaam. In het eerste stadium beperkt de tumor zich slechts tot het slijmvlies. Wanneer de tumor doorgroeit, kan deze door de verschillende lagen van de darmwand heen groeien. Hoe groter de tumor wordt, hoe groter de kans is dat kankercellen loslaten van de tumor.
Artsen gebruiken doorgaans de term terminaal wanneer de verwachting is dat een patiënt niet langer dan drie maanden te leven heeft. Het gebeurt natuurlijk ook wel dat patiënten te horen krijgen dat ze in de terminale fase zitten en langer dan drie maanden blijven leven.
Hoe lang palliatieve zorg duurt, verschilt per persoon. Soms dagen, soms weken, maar een jaar of langer kan ook. Door op tijd met je (huis)arts en naasten te praten over je levenseinde, kun je ervoor zorgen dat je ook in het laatste deel van je leven de zorg krijgt die bij je past.
Terminale zorg start als de levensverwachting minder dan 3 maanden is. De zorg is gericht op een zo goed mogelijk kwaliteit van leven en goede stervensbegeleiding. Deze zorg duurt totdat de persoon overlijdt. Ook als dat langer duurt dan 3 maanden.
Bij een tumor in de buik zijn de eerste symptomen vaak een vol gevoel, darmklachten of een opgezette buik. Een andere aanwijzing zijn pijnklachten. U kunt pijn hebben doordat de tumor in een orgaan groeit of daar tegenaan drukt. Of doordat de tumor op een zenuw of bloedvat drukt.
Ongeneeslijk zieke kankerpatiënten genezen soms 'spontaan'. Niet zelden begint de genezing na een zware infectie. Aangezien een infectie het afweersysteem stimuleert, werd de suggestie geopperd dat het afweersysteem op eigen kracht een kankergezwel kan opruimen.
De graad van een tumor bijvoorbeeld beschrijft hoe normaal of abnormaal cellen er onder de microscoop uitzien. Graden worden meestal ook met cijfers aangeduid. Een lagere graad betekent meestal dat de kanker langzamer groeit en minder kans heeft op verspreiden.
Chemotherapie na de operatie kan het risico op uitzaaiingen met ongeveer de helft verminderen. Het risico op uitzaaiingen wordt ingeschat op basis van de kenmerken van de tumor en je leeftijd. Bij sommige soorten borstkanker kan een genprofieltest soms helpen om het risico op uitzaaiingen te voorspellen.
Twijfel je over chemotherapie, vraag dan een gesprek aan met een oncoloog. Laat je goed informeren en neem de tijd voor een keuze. Goed om te weten: Je kunt ook een gesprek aanvragen met je huisarts of met een verpleegkundige.
Afhankelijk van de gevoeligheden (receptoren) van de uitzaaiingen en de agressiviteit van de borstkanker kan deze fase maanden tot jaren duren. In sommige gevallen kan deze vorm van borstkanker een chronische ziekte worden als het geen agressieve tumor is die bijvoorbeeld goed op een hormoonbehandeling reageert.
Bij een ascitesdrainage prikt de radioloog (arts) de buikholte aan. Hij of zij brengt een dun slangetje in. Het vocht kan hierdoor weglopen.
Vocht in je buikholte kan allerlei klachten veroorzaken, zoals: dikke buik. buikpijn.
Waar voorheen de mediane overleving 8,5 maand was, bedraagt deze nu 17 maanden en de tweejaars-overleving is 44%. Ook bij oudere patiënten worden goede resultaten geboekt met de nieuwe therapie, zo blijkt uit de gegevens van de NKR (zie afbeelding).
Uitzaaiingen in de botten kunnen pijn veroorzaken. Er zijn verschillende manieren om pijn te bestrijden. Zoals bestraling van een pijnlijke plek, en medicijnen tegen de pijn. De behandelingen tegen de uitzaaiing(en) zelf en om de botten te versterken helpen vaak ook de pijn verminderen.
Bij uitzaaiingen kan chemotherapie soms helpen om de ziekte te remmen en klachten te verminderen. Het doel van de behandeling is dan om langer te leven met goede kwaliteit van leven. Meestal krijg je 4 kuren. Tussen de kuren zit een rustperiode van 3 weken.
In het kort
Het vaakst in de botten. Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.