Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen.
Er is een aantal signalen waaraan u kunt zien dat iemand misschien moeite heeft met taal. Iemand heeft moeite met het formuleren van zinnen en het beantwoorden van moeilijke vragen. Iemand heeft vragen over informatie die al eerder is verteld. Iemand bekijkt een tekst niet en beweegt zijn ogen niet over de regels.
Laaggeletterde mensen hebben moeite met het invullen van formulieren van de Belastingdienst, het lezen van straatnaamborden, het reizen met het openbaar vervoer, het voorlezen van hun kinderen, pinnen en digitaal betalen en het lezen van bijsluiters.
Oorzaken van laaggeletterdheid
Sommige mensen hebben door ziekte, spijbelen, een lichamelijke handicap of een reizend bestaan onderwijs gemist. En daarnaast zijn er ook mensen die zijn opgegroeid in een taalarme omgeving of mensen die te maken hebben gehad met een problematische thuissituatie.
Dyslexie kan erfelijk zijn: 60% van de dyslectische kinderen heeft een ouder die ook dyslectisch is. Het kan de kans op laaggeletterdheid vergroten. Dyslexie is levenslang: wel kunnen oefeningen helpen.
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven voelen zich, zowel lichamelijk als geestelijk, vaker minder gezond dan niet-laaggeletterden. Ook hebben zij een grotere kans eerder te sterven, maken ze meer gebruik van huisartsenzorg en ziekenhuiszorg en minder gebruik van preventieve zorg en nazorg.
Voorkomen van laaggeletterdheid
Extra aandacht geven aan lgh binnen het gezin: ouders stimuleren om hun kind in een taalrijke omgeving op te laten groeien en ouders te ondersteunen bij het verbeteren van hun basisvaardigheden. Met als doel het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid.
80% geeft aan te kunnen functioneren op de arbeidsmarkt zonder verdere training. Dit komt omdat ze actief zijn in beroepen waar lage eisen gelden voor taalvaardigheid, zoals in de bouw of in het transport (Buisman & Houtkoop, 2014). Desalniettemin zijn laaggeletterden vaker werkloos dan niet-laaggeletterden.
Mensen met een lage opleiding hebben vaker beperkte gezondheidsvaardigheden. Zij gaan gemiddeld 4 jaar eerder dood en krijgen 15 jaar eerder gezondheidsproblemen dan mensen met een hoge opleiding. 2,5 miljoen mensen hebben moeite met lezen en schrijven.
Hoewel dyslexie ook letterlijk betekent dat iemand beperkt kan lezen, zijn dyslexie en laaggeletterdheid niet hetzelfde. Dyslexie is namelijk een hersenaandoening, waarbij de samenwerking tussen twee hersengebieden niet goed gaat, waardoor iemand niet goed kan lezen en schrijven.
Laaggeletterden op de arbeidsmarkt
Er zijn circa 740.000 laaggeletterde werknemers in Nederland. Per sector van de arbeidsmarkt is een schatting gemaakt van het aantal laaggeletterden. Deze grafiek geeft per sector weer hoeveel procent van de mensen laaggeletterd is.
Mensen die moeten inburgeren (inburgeraars) en mensen die de Nederlandse taal (beter) willen leren beheersen kunnen hier gebruik van maken. De tekst van deze boeken is vaak hertaald naar eenvoudiger Nederlands: kortere zinnen, grotere letters en geen volle bladspiegel (zogenoemde groot-letterboeken).
Amsterdam heeft procentueel meer inwoners die moeite hebben met lezen en schrijven in vergelijking met de rest van Nederland. Meer dan 16 procent van de Amsterdammers is laaggeletterd.
Eén op de negen volwassenen in Nederland is laaggeletterd (van wie 65% autochtoon). In België zijn de schattingen dat het om 10 tot 25% van de volwassenen gaat. Laaggeletterd zijn is knap vervelend. Niet goed kunnen lezen is een serieuze handicap.
Als doktersassistent, praktijkondersteuner en huisarts kunt u alert op signalen zijn. Door een korte vraag te stellen, komt u er vaak al achter of de patiënt problemen met lezen, schrijven of rekenen heeft. Veel laaggeletterden schamen zich ervoor dat ze moeite hebben met lezen en schrijven.
Lage gezondheidsvaardigheden zijn gelinkt aan een minder gezonde leefstijl. Dat komt o.a. omdat leefstijladviezen niet goed begrepen worden of moeilijk in de praktijk om te zetten zijn. Zo weten we uit onderzoek dat mensen met lage gezondheidsvaardigheden meer roken en meer aan diabetes lijden.
Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden vinden het vaak lastig om hun weg te vinden in de zorg en om te communiceren met zorgverleners. Ook zijn ze minder goed in staat om - in de thuissituatie - zelfstandig om te gaan met gezondheid en ziekte en hebben ze over het algemeen slechtere gezondheidsuitkomsten.
Met de terugvraagmethode (ook wel terugvertelmethode) kun je als zorgprofessional nagaan of jouw boodschap goed is overgekomen. Je doet dit door de patiënt te vragen om in eigen woorden te vertellen wat jullie zojuist hebben besproken. Hierna kun je, indien nodig, bijstellen of aanvullen.
Laaggeletterdheid is géén analfabetisme. Het verschil tussen een analfabeet en een laaggeletterde is dat een laaggeletterde wel kan lezen en schrijven, maar dit niet goed genoeg kan om volwaardig te functioneren in de samenleving. Een analfabeet kan helemaal niet lezen en schrijven.
Dyslexie en dyscalculie zijn allebei stoornissen in je ontwikkeling. Dyslexie zorgt voor moeite met lezen en schrijven. En door dyscalculie krijg je moeite met rekenen.
Wie leest, leert de wereld!
Het maakt een groot verschil in het leven van kinderen en jongeren of ze lezen of niet. Want lezen is noodzakelijk voor leren, zeker het leren op school. Wie goed leest en verhalende en informatieve teksten begrijpt, kan kennis opdoen en zich ontwikkelen.
De subsidie Tel mee met Taal 2021-2024 is bedoeld voor het verbeteren van basisvaardigheden (taal-, reken- en digitale vaardigheden) van werknemers en ouders.