Hoogbegaafden zijn doorgaans sterk in communicatie, mondeling vaak beter dan schriftelijk. Ze houden van woordgrapjes en woordspelletjes. Als baby kunnen ze of eerder praten of juist later, maar dan wel meteen in zinnen. Hoogbegaafden denken verder door en ze denken snel en associatief.
Hoogbegaafden lopen door hun behoefte, eigenschappen, gevoeligheid en intelligentie met regelmaat tegen arbeidsgerelateerde problemen aan. Als gevolg hiervan hoppen ze van baan naar baan, krijgen ze conflicten, worden ze ziek en komen ze in het ergste geval de WIA terecht.
Creativiteit. Het denken van hoogbegaafden is anders dan van normaal begaafden: globaler en met een sterk voorstellingsvermogen. Voor gemiddeld intelligente mensen zijn zij vaak niet te volgen. Ze kunnen snel patronen herkennen, waardoor zij bijvoorbeeld trends kunnen voorspellen.
Niet alle hoogbegaafde kinderen hebben weinig slaap nodig, maar er is een flink aantal (ook hoogbegaafde volwassenen) dat met veel minder uren slaap toe kan dan gemiddeld. Kijk dus naar je kind. Slaapt ze minder uren dan je verwacht maar oogt ze uitgerust, dan kan het dat ze gewoon minder slaap nodig heeft.
Ontdekkingsreizigers, sterrenkunde, programmeertalen, elk kind heeft zijn eigen interesse… Dit maakt het opvoeden van een hoogbegaafd kind erg leuk, omdat het snel enthousiast is om nieuwe dingen te leren en zich vaak diepgaand kan concentreren in een bezigheid die hem boeit.
Het is ook belangrijk om te weten dat een IQ-test niet alles kan meten, bijvoorbeeld, iemand met een hoog IQ kan moeite hebben met zich aan te passen aan de gebruikelijke manier van denken of doen, of een grotere behoefte hebben aan autonomie en zelfontplooiing. Je kunt dus hoogbegaafd maar niet slim zijn.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.
Hoogbegaafdheid is een gevolg van één of meer aangeboren bekwaamheden of potenties en interactie met de omgeving. Hoogbegaafdheid bestaat ook door verworven of geleerde en gestimuleerde vaardigheden. Wat aangeboren is moet zich kunnen ontwikkelen en gestimuleerd worden.
Een autismespectrumstoornis (ASS) komt voor bij kinderen met alle intelligentieniveaus, dus ook bij hoogbegaafde kinderen. Echter: niet alle kinderen die hoogbegaafd zijn, hebben ook een autismespectrumstoornis.
Over het algemeen wordt uitgegaan van hoogbegaafdheid bij een IQ van 130 of hoger. Maar hoogbegaafdheid is meer dan alleen (cognitieve) intelligentie. Het gaat om een wezenlijk andere manier van denken en doen. Persoonlijkheid, creativiteit en doorzettingsvermogen spelen ook een belangrijke rol.
Onder hoogbegaafden is veel diversiteit aanwezig. De ene hoogbegaafde is echt de andere niet. Dat betekent ook dat je jezelf niet in alle kenmerken hoeft te herkennen om hoogbegaafd te zijn. Bovendien speelt de omgeving waarin jij functioneert een grote rol in het wel of niet tot uiting komen van hoogbegaafdheid.
De simpelste manier om te testen of je hoogbegaafd of hoogintelligent bent of niet, is het maken van een goede intelligentietest. Uit zo'n test rolt dan een IQ-score en wanneer die dan 132, 135, 140 of hoger is (afhankelijk van het type test), kun je ervan opaan dat je hoogintelligent bent.
Hoogintelligent = een eigenschap of beter gezegd een normering van je cognitie. Hoogbegaafd = een combinatie van eigenschappen, waartoe ook de eigenschap van hoogintelligent behoort. Er gebeurt dus iets raars in het lijstje.
Op dit moment zijn er zo'n 15.000 'thuiszitters' in Nederland. Een derde van deze kinderen is vermoedelijk hoogbegaafd. Deze hoogbegaafde drop outs hebben vaak een enorme lijdensweg meegemaakt van niet-passend onderwijs. Ze voelen zich niet begrepen.
Veel hoogbegaafden kunnen niet alleen sneller denken en meer onthouden, maar hebben een andere manier van leren, een andere manier van problemen benaderen en zij houden zich bezig met andere ideeën (Sternberg en Davidson, 1985).
Denk aan ICT, strategie, beleidsadvies, interne consultancy,kwaliteitsbewaking. Als een afdeling aan de rand niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de organisatie te klein is, functioneert de hoogbegaafde vaak ook goed in een brede, zware manangementfunctie juist onder de top.
Het is alsof elke seconde een oneindigheid duurt; elke seconde krijg je zo veel informatie binnen, die je zo snel verwerkt dat het lijkt alsof je alles al wist. Je bent je bewust van elk geluid, elk gevoel, elk beeld dichtbij en ver weg. Je weet exact wat er is gebeurd.
Hoogbegaafde kinderen kunnen vreemd genoeg in de knoop raken met rekenen. Vaak hebben ze zichzelf reeds op jonge leeftijd spelenderwijs een aantal wiskundige inzichten eigen gemaakt. Ze goochelen met getallen om tot een oplossing te komen en zijn vaak geboeid door het spelen met getallen.
De groep ouders met een IQ tussen de 126 en 140 is veel minder groot en zal dus ook in totaal veel minder hoogbegaafde kinderen voortbrengen. De ouders met een IQ tussen de 141 en 160 krijgen eveneens te maken met regressie naar het gemiddelde. De kans dat zij een hoogbegaafd kind voortbrengen, is echter heel groot.
Hun cortex ontwikkelt zich anders waardoor op jonge leeftijd automatiseren lastig is. Een hoogbegaafd kind zal de tafels en spellingsregels wel toepassen maar niet automatiseren. Alles wat afwijkt van de regel, bijvoorbeeld bij spelling, kan dan tot grote frustratie en irritatie leiden.