basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Met behulp van een diploma of certificaat kan deze taalvaardigheid worden aangetoond. Er wordt een overgangstermijn gehanteerd: uiterlijk op 1 januari 2025 dienen alle pedagogisch medewerkers te voldoen aan deze taaleis IKK.
3F: Onafhankelijke gebruiker. Het niveau aan het einde van vmbo gl/tl, mbo-4 en havo; 4F: Vaardige gebruiker: het niveau aan het einde van een vwo-opleiding.
Taalniveau 3F verwijst naar het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen en niveau B2 verwijst naar het Europees Referentiekader voor Talen. Beide taalniveaus worden in de praktijk gebruikt, maar er zijn nagenoeg geen verschillen tussen niveau 3F en B2 op het gebied van mondelinge taalvaardigheid.
Taalniveau Nederlands 3F verwijst naar het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Dit besluit is voor een beroepskracht die zijn of haar diploma in Nederland heeft behaald.
Als de taaltoets na bijscholing niet wordt gehaald, dan moet er recht zijn op een herkansing. Wordt de taaltoets dan nog niet gehaald, dan hoeft dat niet automatisch tot ontslag te leiden. Liever ziet de vakbond dat er dan een traject volgt naar een andere baan.
Het niveau B1 is ook het niveau waarover iemand moet beschikken bij het staatsexamen, afgelegd na het volgen van Nt2 programma I. Aan het einde van MBO-4 of HAVO behoort het taalniveau te liggen op 3F. Is Nederlands je tweede taal, dan zit je op dit niveau als je functioneert op CERF niveau B2.
vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Niveaus van het rekenexamen
Dan doe je het rekenexamen op niveau 3F. Volg je een mbo-opleiding op niveau 3? Dan doe je het rekenexamen op niveau 2F. Je mag het examen ook op een hoger niveau doen (3F).
niveau 3F: niveau dat leerlingen na afronding van HAVO of MBO-4 bereikt moeten hebben. niveau 3S: niveau voor vwo-leerlingen die bij rekenen meer aankunnen dan 3F. niveau 4F: niveau dat leerlingen na afronding van het VWO bereikt moeten hebben.
De referentieniveaus 2F en 3F onderscheiden zich in de mate van abstractie, nabijheid en complexiteit. Op niveau 2F zijn de onderwerpen concreter en meer vertrouwd dan op niveau 3F. Niveau 3F kent meer complexe teksten, met een hoger abstractieniveau.
Die zijn maximaal geldig voor een periode van 5 jaar na het studiejaar waarin het examenonderdeel Nederlands, rekenen en/of MVT is behaald. De geldigheidstermijn wordt niet verlengd.
op moeilijkheidsgraad: op niveau 2F moeten leerlingen moeilijker problemen kunnen oplossen dan op niveau 1F en op niveau 3F moeten leerlingen moeilijker problemen kunnen oplossen dan op niveau 2F en 1F.
Bij een niveau 3 en 4 opleiding moet je overal minimaal in bezit zijn van een vmbo-diploma (KB, GL of TL). Ook kun je aan deze mbo opleidingen beginnen wanneer je een overgangsbewijs van havo/vwo 3 naar havo/vwo 4 bezit. Voor een specialistenopleiding heb je een mbo niveau 3 diploma (vakopleiding) nodig.
Afhankelijk van het mbo-niveau wordt je kennis en vaardigheden van de Nederlandse taal getoetst: op mbo niveau 1 (entreeopleiding), 2 en 3 op niveau 2F. op mbo niveau 4 op niveau 3F.
Resultaten rekenen
De resultaten van de rekenexamens op niveau 2F en 3F waren de afgelopen jaren redelijk stabiel. Dat klinkt natuurlijk mooi, maar rekendocenten geven aan dat dat inhield in dat meer dan de helft onvoldoende scoorde.
Examineren van rekenen is verplicht. Met ingang van 1 augustus 2019 mag rekenen ook geëxamineerd worden met een instellingsexamen in plaats van een centraal examen.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
Niveau 3 (vakopleiding) duurt 2 tot 3 jaar en leidt tot een mbo-diploma op niveau 3. Niveau 4 (middenkaderopleiding) duurt 3 of 4 jaar en leidt tot een mbo-diploma op niveau 4. Niveau 4 (specialistenopleiding) duurt 1 jaar, en volgt op een vak- of middenkaderopleiding, en leidt tot een mbo-diploma op niveau 4.
In het rekenexamen 3F wordt kennis van de volgorde van bewerkingen getoetst in contextopgaven en berekeningen met haakjes. 30% Verhoudingen, zoals schaalgrootte en reeksen. 20% Meten en meetkunde: de grootheden lengte en omtrekken, oppervlakte, inhoud, gewicht, temperatuur, snelheid en geheugenomvang (byte, kb, …).
Niveau 3F is een verbreding en toespitsing van het algemeen maatschappelijk niveau 2F. Niveau 3F omvat niveau 2F, hetgeen betekent dat er ook vaardigheden uit 2F kunnen worden getoetst.
Lezers op B1-niveau kunnen de hoofdgedachte van de tekst begrijpen en de belangrijkste informatie uit de tekst halen. Op B2-niveau zijn de teksten complexer en hebben ze vaak een minder duidelijke structuur. De taal is ook complexer en er worden meer ingewikkelde grammaticale constructies gebruikt.
Taalniveau B2
Uitzicht – kan de hoofdlijnen van complexe teksten begrijpen, kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren en kan spontaan aan een gesprek deelnemen.
Van laag naar hoog zijn dat: A1, A2, B1, B2, C1, C2. Deze indeling is gemaakt als hulpmiddel om iemands beheersing van een vreemde taal aan te geven. Wat die niveaus precies inhouden staat hieronder. Het niveau dat je in een vreemde taal hebt, kun je aangeven met de indeling van de Raad van Europa.